Reden voor invoering van een vervveerrecht voor ambtenaren was niet omdat er in
de positie van de ambtenaar tegenover het gemeentebestuur iets veranderd zou
zijn (formeel-juridisch behoeft hij slechts verantwoording af te leggen aan het
gemeentebestuur), noch omdat er wijziging is gekomen in de verantwoordelijkheid
van bestuurders voor het doen en laten van het ambtelijk apparaat. Wel echter
zal in een tijd van toenemende inspraak, en openbaarheid van bestuur zijn positii
meer dan vroeger, naar buiten gericht en dus kwetsbaarder zijn. Vandaar dat toch
de behoefte werd gevoeld de mogelijkheid te openen dat de ambtenaar zich ook zeil
zou kunnen verweren tegen uitlatingen van derden. Artikel F15, lid 3, geeft ook
aan dat de wijze waarop het verweer zal worden gevoerd in overleg met de ambte
naar wordt vastgesteld en dat de raad ter zake nadere regels kan stellen.
Het lijkt ons voorshands niet wenselijk terzake nadere regels vast te stellen
aangezien er nog te veel formeel-juridische vraagtekens blijken te zijn bij de
realisatie daarvan.
Wij geven er de voorkeur aan om middels F15, lid 3, de mogelijkheid voor de amb
tenaar te scheppen om zich te verweren, doch indien zo'n geval zich voordoet, hel
geen mede gelet op de praktijk wel een zeer hoge uitzondering zal zijn, ad hoe ir
overleg met de betrokken ambtenaar een procedure vast te stellen.
Artikel 11 van de Uitkeringsverordening wordt gewijzigd in verband met de verzwa
ring van de zgn. referte-eis. Op grond van de Werkloosheidswet en de Wet Werkloos
heidsvoorziening moeten werklozen thans in het jaar voorafgaand aan het intreden
van hun werkloosheid op tenminste 130 dagen hebben gewerkt (was 63 dagen) om voor
een uitkering krachtens genoemde wetten in aanmerking te komen. Sedert 1 septem
ber 1982 geldt deze verzwaarde referte-eis ook voor het burgerlijk rijkspersoneel
Er is geen enkele reden om voor het gemeente-personeel deze ontwikkeling niet te
volgen, weshalve artikel 11 van de Uitkeringsverordening gewijzigd wordt conform bij
gaand ontwerp-bes-lüitDaarbij wordt tevens aangegeven wat de referte-eis is ten
aanzien van belanghebbenden die of in een regelmatig arbeidspatroon of hetzij
meer, hetzij minder dan 5 dagen per week werken, danwel in een onregelmatig ar
beidspatroon minder dan 5 dagen per week werken.
Tevens worden nog enkele redactionele wijzigingen in de Uitkeringsverordening
aangebracht.
Over de diverse wijzigingen is overeenstemming bereikt in het overleg met de
centrales van overheidspersoneel, zodat plaatselijk overleg achterwege kan blij
ven.
Wij stellen U voor over te gaan tot vaststelling van bijgevoegde ontwerp-beslui-
ten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
G. de Vries loco-Burgemeester.^*
W.3.G. Reumer Secretaris.
No. 6730
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 4 mei 1983 (bijlage no. 173
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van het
Algemeen Ambtenarenreglement.
Artikel I.
A. Aan artikel C 3, lid 1, wordt de volgende volzin toegevoegd:
"Deze vergoeding wordt bovendien eerst toegekend, indien en voorzover de
arbeidsduur van een volledige betrekking wordt overschreden, tenzij de
werkzaamheden worden verricht op werktijden waarop aan een ambtenaar werk
zaam in een volledige betrekking een vergoeding zou worden toegekend.";
B. In artikel C 3, lid 5, wordt de eerste volzin gelezen als volgt:
"Het bedrag der in lid 2 bedoelde vergoeding wordt voor elk der in aanmerking
komende uren berekend naar een percentage van het 1/173 gedeelte van het
- zonodig naar een volledige betrekking herberekende - salaris van de
ambtenaar per maand.";
C. Aan artikel C 3 wordt een negende lid toegevoegd luidende als volgt:
"9. De ambtenaar, die geen volledige betrekking vervult, heeft aanspraak
op het 1/173 gedeelte van zijn - naar een volledige betrekking herberekende -
salaris per maand voor elk gewerkt uur buiten de voor zijn betrekking vast
gestelde werktijden waarvoor "hij krachtens lid 1 van dit artikel geen
aanspraak heeft op vergoeding.";
D. In artikel D 4- worden de leden 3 en 4 geschrapt en de leden 3, 6, 7 en 8
vernummerd tot 3, 4, 5 en 6;
E. Aan artikel F 15 wordt een derde lid toegevoegd luidende als volgt:
"3. De ambtenaar heeft het recht zich in het openbaar te verweren tegen
uitlatingen in het openbaar gedaan over hem in zijn hoedanigheid van
ambtenaar, daaronder begrepen uitlatingen over door hem uitgebrachte
adviezen. De wijze waarop het verweer zal worden gevoerd, wordt in overleg
met hem vastgesteld. De raad kan ter zake nadere regels stellen.".
Artikel II.
Deze verordening wordt wat betreft onderdeel D geacht in werking te zijn getreden
met ingang van 1 januari 1983 en treedt wat betreft de overige onderdelen in
werking met ingang van 1 juni 1983.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
- 2 -
