DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gezien het verzoek van de Stichting Nederlandse Centrale voor Huisvesting
van Bejaarden te Amsterdam, om de richtige betaling te garanderen van een door
haar aan te trekken geldlening voor de financiering van de brandveiligheidsvoor
zieningen in het bejaardentehuis "Greunshiem" te Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 4 mei 1983 (bijla
ge nummer 183
overwegende, dat de totale kosten van het treffen van de brandveiligheids
voorzieningen voorshands geraamd zijn op 496.000,
dat Gedeputeerde Staten van Friesland bij brief van 1 juni 1982 hebben ver
klaard geen bezwaar tegen het treffen van de voorzieningen te hebben,
gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT
I. de gemeente, onder afstanddoening van de voorrechten van uitwinning en
schuldsplitsing en van alle andere voorrechten en excepties bij de wet aan
borgen toegekend of nog toe te kennen, speciaal ook van de voorrechten, wel
ke zij te harer bevrijding zou kunnen ontlenen aan het bepaalde in de arti
kelen 1466, 1885, 1886 en 1887 van het Burgerlijk Wetboek, en voorts van al
le rechten, welke de gemeente te harer bevrijding zou kunnen ontlenen aan de
door haar met geldneemster gesloten overeenkomst of gemaakte afspraken en aan
de door haar aan geldneemster in verband met deze borgtocht gestelde voor
waarden, te stellen tot borg van de "Stichting Nederlandse Centrale voor Huis
vesting van Bejaarden", gevestigd te Amsterdam, tot zekerheid van de nakoming
van al de verplichtingen van genoemde stichting voortvloeiende uit een door
haar met de onderlinge waarborgmaatschappij "Onderling Pensioenfonds cv u.a.",
gevestigd te Leeuwardente sluiten overeenkomst van geldlening, groot 496.000,-
tegen een koers van 100%, en verder onder de voorwaarden, welke door de stich
ting en de onderlinge waarborgmaatschappij in de van de overeenkomst van geld
lening op te maken akte zullen worden overeengekomen, als onder meer:
- dat het leningsbedrag zal worden opgenomen op 1 juli 1983;
- dat de looptijd van de lening 20 jaren bedraagt;
- dat de rente 8% per jaar bedraagt;
- dat de voldoening van rente en aflossing zal geschieden in de vorm van 20-
jaarlijkse annuïteiten, elk groot 50.518,70, waarbij het rentebestand
deel halfjaarlijks en het aflossingsbestanddeel jaarlijks zal worden vol
daan;
- dat gehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing van de lening de eerste
tien jaar is uitgesloten en daarna gedurende de volgende vijf jaar slechts
mogelijk is tegen betaling van een vergoeding van 5% van het vervroegd af
te lossen bedrag en daarna tegen betaling van een vergoeding van 3% van het
vervroegd af te lossen bedrag;
zulks overigens geheel conform de terzake opgemaakte conceptovereenkomst van
geldlening;
Hummer 6848