de personeelslasten en de inventarisgoederen en niet op de exnloita+'i
lasten. Het "behoort niet tot de gemeentelijke competentie de korting
door te berekenen in genoemde doeluitkeringen.
3. Het is on.juist, dat de gemeente voorwaarden stelt aan de aanstelling
van een tweede werkmeester en de wijze waarop het arbeidscontract
moet worden afgesloten. Aangezien de provincie de instantie is die in
het kader van het I.S.P. de personeelslasten betaalt, kan deze dus
slechts voorwaarden stellen aan de besteding van de gelden.
Reactie van Burgemeester en Wethouders.
3ij brief van 18 maart 1983, Vz. nr. 4201, hebben Burgemeester en Vethcd
op het bezwaarschrift van de Stichting Inktwerk gereageerd. Van deze
reactie heeft de Stichting een kopie ontvangen.
De reactie van Burgemeester en Wethouders kan als vol ~t worden weergegeva
1. Eigen bijdrage:
Een geheel gratis deelnemen aan de gesubsidieerde activiteiten wordt
ongewenst geacht. Een eigen bijdrage door de deelnemers is een vast
uitgangspunt. In 1262 heeft Inktwerk hiertegen niet geprotesteerd.
In de hoogte van de financiële bijdrage is rekening gehouden met de
draagkracht van de betrokken baanloze jongeren. De onderhavige bijdrap
is veel lager 0,13 per dagdeel) dan hetgeen i.h.a. als uitgangs
punt wordt genomen 2,per dagdeel).
2. Doorberekening mogelijke tegenvallers_in de rijksbijdrage.
De belangen die ook de andere te subsidiëren projecten voor mensen
zonder werk hebben bij voldoende subsidiëring in hun exploitatielasten
afvegend, is het redelijk, dat een eventuele tegenvaller in de rijks
bijdragen wordt doorberekend aan de Stichting Inktwerk, gelet on de
forse bijdrage uit de I.S.P.-middelen door de provincie aan de Sticht:
De provincie blijkt geen bezwaar te hebben tegen aanwending van de
I.S.P.-uitkeringen voor exploitatietekorten, die het gevolg zijn van es
vermindering van de gemeentelijke subsidie.
3. Het_stellen van_voorwaarder._aan het aanstellen van_een (tweede) Wfcrk-__
meester.
Reeds in een brief van 24 september 1982 hebben E. en W. de Stichtin?
attent gemaakt on de voorwaarde van toestemming voor het aanstellen
van alle overige personeelsleden. Afgezien van de vraag, of het betrok
ken ministerie de kosten voor zijn rekening wil nemen, wordt beoogd te
voorkomen, dat de instelling verplichtingen aangaat, die (kunnen) lelde
tot een niet-aanvaardbare belasting van de begrotinm. Voorts is het
van "belang, dat niet d.m.v. o.a. veranderingen in het personeelsbestand
de opzet van het te subsidiëren project wordt veranderd.
Terinzagelemving van de stukken en hoorzit ux..,-*
De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 21 t/m 23 maart 1283 op
de gemeentesecretarie ter inzage gelegen. De Stichting Inktwerk heeft kopie
van de stukken ontvangen. De commissie heeft de Stichtin- en de vertegen
woordiger van Burgemeester en Wethouders in de 2-elevenheid gesteld hun
standpunten toe te lichten in een vergaderinv van de commissie op dinsdag
5 april 1Q33 te 17.15 uur in het Stadhuis.
De vertegenwoordiger van de Stichting voegde aan het 1e bezwaar toe, dat
het project van de Stichting te vergelijken is met een vakopleiding voor
volwassenen waar ook geen eigen bijdrage wordt gevorderd. Als eigen
bijdrage kan reeds worden beschouwd het werkzaam zijn aan concrete opdrachte:
Aan het 2e bezwaar voegde de vertegenwoordiger van de Stichting toe, dat
het korten door de gemeente op de eigen subsidie wegens de provinciale
subsidie niet terecht is, omdat de gemeente al had gekort wegens het voor
deel van het wegvallen van de afschrijving van de inventaris. De vertegen
woordiger van de Stichting voegde aan het 3e bezwaar toe, dat het voor de
ontwikkeling van de scholingsprogramma's gewenst is een tweede werkneemster
aan te stellen.
De vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders voegde aan de reactie
op het 1e bezwaar toe, dat de Stichting moet worden beschouwd als een
scholings- en vormingsproject, zodat geen verschil kan worden gemaakt
met de andere in het raadsbesluit genoemde stichtingen. Ten aanzien van
het 2e en 3e bezwaar onderstreepte de vertegenwoordiger van Burgemeester
en Wethouders het reeds ingenomen standpunt.
Overwegingen van de Raadsadviesconmissie voor de beroep- en bezwaarschriften
De commissie is ten aanzien van het 1e bezwaar van oordeel, dat de werk
zaamheden van en bij de Stichting Inktwerk niet vergelijkbaar zijn met
een vakopleiding voor volwassenen, doch wel met een min of meer gratis
mogelijkheid voor scholing. Een geringe persoonlijke bijdrage is op zijn
plaats, temeer daar ook de andere in het aangevochten raadsbesluit genoemde
gesubsidieerde stichtingen een (zelfs hogere) eigen bijdrage dienen te
betalen. Een eigen bijdrage kan tevens worden gezien als een prikkel voor
de deelnemers aan het project van Inktwerk.
De commissie is ten aanzien van het 2e bezwaar van oordeel, dat de door
het ministerie van W.V.C. toegepaste korting niet uitsluitend ten laste
van Inktwerk kan en mag komen, omdat deze toevallig in aanmerking is ge
komen voor een subsidie door de provincie in het kader van het Integraal
Structuurplan (l.S.?.). jja korting dient evenredig rver dein
het raadsbesluit genoemde stichtingen te worden verdeeld door de gemeente.
De commissie is ten aanzien van het 3e bezwaar van oordeel, dat hier sprake
moet zijn van een misverstand. Immers, in de uitwerkingsbrief van Burge
meester en Wethouders d.d. 25 januari 1°83 is geen sprake van een strikte