4-10
C 186. Hoe is de situatie rond het samen- 186/
gaan van SAD en GCO? 187.
D 187. Is het college met ons van mening
dat met name door de houding van
de kant van het GCO, het klimaat
voor de inpassing van de SAD in
het GCO ernstig is versomberd?
Is het mogelijk inzicht te geven
in de bijdrage uit eigen middelen
aan de toekomstige activiteiten
van het GCO ten gunste van het
Leeuwarder Onderwijs?
Zou het niet mogelijk zijn uit de
eigen middelen, die sowieso be
taald moeten worden een eigen
sobere gemeentelijke dienst in
stand te houden, die tenminste
dezelfde diensten kan verrichten
doordat het kleinschaliger karakter
minder kostbaar is dan de groot
schalige opzet van het GCO?
Is het eventueel mogelijk de
autonomie van het onderwijsbe-
geleidingswerk voor Leeuwarden
te garanderen binnen de structuur
van het GCO?
Het overleg met het GCO over de in
passing van de SAD verloopt inder
daad moeizaam. Na enkele gesprekken
op bestuurlijk niveau die wij on
langs hebben gevoerd hebben wij
echter goede hoop dat het verdere
proces zonder grote problemen zal
verlopen
Na doorvoering van de herwaar
deringsoperatie '82-'86 bij de SAD
en de integratie met het GCO blijven
de lasten naar raming voor de ge
meente Leeuwarden:
bijdrage basispakket 560.000,--
bijdr. extra diensten
pakket ƒ1.075.000,-
Totaal
ƒ1.635.000,—
Op 12 juli 1982 is de raad akkoord
gegaan met de nieuwe gemeenschappe
lijke regeling van het GCO. Daarin
is o.m. voorzien in de vorming van
stuurgroepen per gemeente die een
zekere beleidsruimte hebben binnen
het totaalbeleid van het GCO.
Dat zal met name tot uitdrukking
dienen te komen in de aanwending
van de bijdrage extra dienstenpakket,
Gelet op de stand van de onder
handelingen, het standpunt van de
Minister van Onderwijs en Weten
schappen dienaangaande en het
feit dat de schoolbegeleiding in
Leeuwarden van subsidie zou worden
uitgesloten, zien wij geen aan
leiding een eigen gemeentelijke
dienst in stand te houden.
D 189.
V 190.
Pa 191
D. Voortgezet onderwijs.
D 188. Welke gevolgen heeft de verminde
ring van de leerlingenaantallen
in het voortgezet onderwijs voor
het huidige aantal openbare
scholen voor Mavo?
188
Voor de periode tot 1989 dient voor
het gemeentelijk Mavo onderwijs met
een daling van het leerlingenaantal
van ongeveer 250, d.w.z. 18% van
het huidige aantal, rekening te
worden gehouden. Ook in de daarop
volgende jaren zal, bij gelijk
blijvende omstandigheden, van een
daling sprake zijn.
4-11
Kan het college aangeven hoe het
integratie-proces verloopt tussen
S.S.G. en de Wopke Eekhoff Mavo?
Is er al een tussentijds verslag
uitgebracht door de stuurgroep die
zich met deze zaak bezig houdt, en
zo ja, kunt u de belangrijkste
punten uit dit verslag weergeven?
En indien dit verslag nog niet is
verschenen, wanneer kan het tege
moet worden gezien?
Hoe ver zijn de voorstellen m.b.t.
een gemeenschappelijk brugjaar
Sted. scholengemeenschap - W. Eek
hoff Mavo gevorderÜ?
Welke activiteiten denkt het
college te ondernemen m.b.t.
geïntegreerd voortgezet onderwijs
in de eerste fase, naast de ont
wikkelingen m.b.t. de fusie SSG
en Wopke Eekhoff Mavo?*
De aanwezige scholen zullen zo lang
mogelijk gehandhaafd blijven. Naar
onze mening kan voorlopig als op
heffingsnorm het aantal van 200
worden gehanteerd; een aantal dat
in de nota "Verder na de Basis
school" als stichtingsnorm voor
scholen voor Voortgezet Basis
onderwijs wordt genoemd.
189/ De op 9 februari 1982 geïnstalleer-
190. de stuurgroep ter begeleiding van
het fusieproces is in de eerste
helft van 1982 zesmaal bijeen ge
weest. Daarnaast werd een werkbezoek
gebracht aan een aantal scholen in
Zwolle. Een en ander heeft geresul
teerd in een conceptadvies m.b.t.
de opzet en inrichting van de brug
klas. Dit conceptadvies is aan alle
geledingen voorgelegd en op een
discussiemiddag in oktober 1982
besproken.Naar aanleiding van deze
middag, en op grond van andere re
acties is het concept-advies ingrij
pend gewijzigd. In de eerste week van
januari 1983 is aan alle geledingen
een nieuw concept voorgelegd.
Reacties op dit (2e) concept worden
voor februari ingewacht, waarna de
stuurgroep begin maart 1983 haar
eindadvies aan ons zal uitbrengen.
In het (2e) conceptadvies komt de
stuurgroep tot de conclusie dat,
na een overgangsfase, m.i.v. het
schooljaar 1985-1986 volledig
heterogene brugklassen dienen te
worden ingevoerd.
191. Het huidige, categoriale, onderwijs
stelsel blijkt in een aantal op
zichten niet volledig te voldoen.
Problemen liggen vooral bij de
determinatie en selectie van de
leerlingen en bij de doorstroming.