A—12
P 192. Hoe denkt het college over het
inbrengen van de wens om KMBO
(Kort Middelbaar Beroepsonderwijs)
binnen de besturenbespreking open
baar en algemeen beroepsonderwijs?
Naar onze mening zal dan ook naar
doorbreking van dit stelsel, voor
wat betreft de eerste fase, ge
streefd dienen te worden. De fusie
van de SSG en de WE mavo is in dat
verband een eerste stap en kan als
uitgangspunt gezien worden voor het
vormen van brede(re) scholengemeen
schappen
Een dergelijk proces zal echter niet
op korte termijn afgerond kunnen
worden en is bovendien mede afhanke
lijk van het beleid van de Rijks
overheid, waarover thans nog geen
duidelijkheid bestaat.
In een op 17 februari a.s. gehouden
besturenoverleg openbaar/algemeen
bijzonder lager beroeps-onderwijs
wordt nagegaan op welke wijze het
mogelijk is in Leeuwarden KMeü
te realiseren. Afhankelijk van dit
overleg zal nader bekeken worden
op welke wijze de Gemeente bij de
realisatie van KMBO betrokken kan
worden.
E. Hoger onderwijs.
Pa 193 De "geruchten" worden steeds
sterker dat de Algemene Faculteit
helemaal niet van de grond zal
komen omdat de minister geen
enkele uitbreiding van universi
taire vestigingen waar dan ook
maar, zou willen toestaan.
Ook voor de SSWL wordt het pers
pectief dan somber.
Begin maart neemt de minister
hierover enkele belangrijke
beslissingen
a. Op welke wijze denkt het
college deze beslissingen in
gunstige zin te beïnvloeden
en doorgang van de algmene
faculteit dus alsnog te
verzekeren?
b. Hoe denkt het college hierbij
samen te werken met de RUG?
Heeft hij de indruk dat deze
de uitbouw van de friese
vestiging voldoende onder
steunt?
a. Wij zullen in samenwerking met
het provinciaal bestuur alle ons
ten dienste staande middelen aan
wenden om een gunstige beslissing
te bereiken. Wij denken daarbij
met name aan overleg met de
Minister, met leden van de Eerste
en Tweede Kamer.
b. Er zijn duidelijke afspraken ge
maakt met het college van bestuur q
van de RUG over de uitbouw van de
Leeuwarder vestiging.
Er zijn wederzijdse contacten om
elkaar op de hoogte te houden van -
de ontwikkelingen en de te onder
nemen activiteiten.
4-13
Wat is de stand van zaken m.b.t. 194-.
de totstandkoming van de Algemene
Faculteit in Leeuwarden? Wat is het
standpunt van het college t.a,v.
de besluiten van de RUG over de
binnen de A.F. te realiseren
studierichtingen?
Hoe kijkt het college aan tegen
de huidige ontwikkelingen bij het
experiment SHF en de daarmee samen
hangende doelstellingen inzake de
samenwerking HBO-WO?
De voorstellen liggen thans bij de
minister van Onderwijs en Weten
schappen ter beoordeling.
In een eerste gesprek daarover met
de bewindsman is nog geen duidelijk
heid verkregen. Eerst nadat de re
sultaten van de bezuinigingsoperatie
bij het Wetenschappelijk Onderwijs
bekend zijn, zal de minister terzake
een besluit nemen. Wij hebben over
eenstemming bereikt met het provinci
aal bestuur en het college van
bestuur van de RUG over de voor
stellen die n.a.v. het rapport van
de Commissie van Deskundigen aan de
Universiteitsraad zijn gedaan. Deze
houden in dat binnen de Algemene
Faculteit een studierichting sociale
zekerheid moet worden gecreërd, dat
de experimentele studierichting
welzijnswetenschappen daarin even
eens wordt ondergebracht, en dat
propedeuse opleidingen rechten en
economie in Leeuwarden zullen worden
gestart. De aanvankelijk voorgestel
de studierichting maatschappijweten
schappen wordt niet haalbaar geacht.
Gebleken is dat de doelstellingen
van het experiment SHF in onvoldoen
de mate zijn gerealiseerd. Wij zijn
van oordeel dat een heroverweging van
de doelstellingen inzake samenwerking
HBO-WO noodzakelijk is, waarbij niet
langer vergaande integratie wordt
nagestreefd, maar een meer practische
vorm van samenwerking.
F. Materiële voorzieningen.
Is het college met ons van mening
dat met name bij scholenbouw het
aspect toegankelijkheid voor minder-
validen alle aandacht verdiend?
Zo ja: op welke wijze wordt hier
aan uitvoering gegeven?
Met u zijn wij van mening, dat met
name bij scholenbouw de toegankelijk
heid voor mindervaliden alle aan
dacht verdient. Omdat er een grote
verscheidenheid aan vormen van
mindervalide-zijn bestaat en elk
geval op zijn merites zal moeten
worden beoordeeld, worden met name
in de nieuwe schoolgebouwen in elk
geval de meest voorkomende voor
zieningen getroffen t.w.: