Om deze redenen stellen wij IJ voor aan beide zijden van de weg achter de fietsstroken langsparkeerplaatsen te situeren. De onder c en d omschreven voorstellen zijn verwerkt in het deel van het tracé weergegeven op de bij het raadsvoorstel behorende tekening nr. 132-308. De Hoofddirecteur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is van oordeel dat de aanleg van de brug bij het Blokhuisplein opnieuw dient te worden overwogen. Als motivering wordt aangevoerd dat in alle drie alternatieven op moeizame wijze aansluiting wordt gezocht op de fiets paden en voorts dat de noodzaak van de brug niet is aangetoond. Wij z.ijn van oordeel dat conform het raadsbesluit van 29 mei 1978 de brug er dient te komen. De opzet zoals aangegeven in het door ons voor gestelde alternatief 3 achten wij in principe aanvaardbaar met dien verstande dat verschuiving van de brug in westelijke richting tot de hoek Blokhuisplein - Nieuweweg is toegestaan. De directie van de Dienst Stadsontwikkeling heeft inmiddels op basis van het vorenstaande een nadere studie gemaakt van mogelijke situerin gen. Als resultaat hiervan zijn twee oplossingen (variant 1 en 2) gecreëerd welke ter inzage zijn gelegd. Beide varianten geven een situering van de brug aan ongeveer in het verlengde van het Blokhuisplein. Door het creëren van een grotere "opvangmogelijkheid" voor de fietsen met name aan de westzijde van het Blokhuisplein is in beide varianten de oversteekplaats overzichte lijker geworden. Tevens is - doordat het fietspad vanaf de brug haaks op de rijweg is geplaatst - de voorrangssituatie van het verkeer rij dend op de oostelijke binnenstadstangent duidelijker geworden dan in de oorspronkelijke opzet volgens alternatief 3* Variant 2 bevat weliswaar een verkeersgeleider, waardoor de rijbaan in twee etappes kan worden overgestoken, doch'deze vergt zoveel ruimte dat de ter plaatse gedachte pleinafsluitende bebouwing niet kan worden'gerealiseerd. Gelet op het vorenstaande geven wij U met betrekking tot de brug bij het Blokhuisplein in overweging te kiezen voor de situering conform variant 1 Deze situering is verwerkt in het deel van het tracé zoals dat is weer gegeven in de bij het raadsvoorstel behorende tekening nr. 132-309» Bij nadere studie over het tracé is ook naar voren gekomen dat het huidige dwarsprofiel van de Nieuweweg met name ter hoogte van de Amro- bank te weinig ruimte biedt om het noodzakelijk geachte wegprofiel van de oostelijke binnenstadstangent - met behoud van een minimaal trot toir en enkele parkeerplaatsen voor kortparkeerders - te kunnen reali seren. Bekend was reeds dat de Huizumerbrug vanwege zijn slechte kwali teit vernieuwd en vanwege het tracé tevens verbreed moet worden. Ten einde een en ander mogelijk te maken zal zowel de walmuur als de grondkerende muur ter plaatse enigszins in de richting van de stadsgri:" moeten worden verschoven; de verschuiving bedraagt hooguit 2 m. Uit een technisch onderzoek is inmiddels gebleken, dat zowel de wal muur als de grondkerende muur langs de Nieuweweg vernieuwd moeten wor den. De verplaatsing kan gelijktijdig met de vernieuwing worden uitge voerd. Gelet op de breedte van de stadsgracht (ter plaatse 35 m) tegenover de geringe verplaatsing der muren en mede in overweging nemend het hiervoor omschreven doel dat beoogd wordt, achten wij deze verplaat sing aanvaardbaar. - 5 - Aangezien de walmuren onderdeel uitmaken van het beschermde stads gezicht zal deze aangelegenheid met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg moeten worden besproken en te zijner tijd aan de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur ter goedkeuring worden voorge legd. Wij stellen IJ voor met deze verplaatsing in te stemmen. De wijziging is verwerkt in het deel van het tracé dat is weergegeven op de bij het raadsvoorstel behorende tekening nr. 132-309» g. Met betrekking tot de verkeersoplossing voor het kruispunt bij de Beurs merken wij het volgende op. De Rijkswaterstaat geeft uit een oogpunt van verkeersveiligheid de voorkeur aan een opzet met vrijliggende fietspaden. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg acht de opzet conform alterna tief 3 het meest acceptabel. Zij is echter van oordeel dat binnen deze opzet een verdere vermindering van het ruimtebeslag nodig en ook mogelijk is. Met name kan dit haars inziens worden bereikt door weglating van de verkeerseilanden en vermindering van het aantal op stelstroken. Wij geven om de navolgende redenen de voorkeur aan een opzet met aan liggende fietsstroken zoals in principe is weergegeven in alternatief 3» - Een dergelijke opzet is de consequentie van de keuze voor een model met aanliggende fietsstroken. Zo'n opzet is uit een oogpunt van veiligheid, bereikbaarheid van de binnenstad en doorstroming van het verkeer aanvaardbaar. Zo'n opzet doet qua schaal en vormgeving het meest van alle drie alternatieven recht aan het karakter van de binnenstad. Als gevolg van de opmerkingen van de Rijksdienst voor de Monumenten- zorgj die vanuit de commissie voor de Ruimtelijke Ordening en van uit de commissie voor Openbare Werken, hebben wij ons nader beraden in hoeverre aanpassing van het kruispuntmodel volgens alternatief 3 mogelijk is Uitgangspunt daarbij is geweest dat de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer, alsmede de bereikbaarheid van de bin nenstad op een aanvaardbaar niveau dienen te blijven gehandhaafd. Het resultaat is geweest, dat het model op de navolgende punten is aan gepast: - Het fietsverkeer Wirdumerpoortsbrug - Nieuweweg is buiten het verkeers licht omgeleid, naast dit fietspad is een voetgangerspad aangebracht; door voormelde wijziging kan de rechtsaffietsstrook op de Wirdumer- dijk (t.z.v. de kruising) vervallen, waardoor meer ruimte voor de plataanboom beschikbaar komt; op de Wirdumerdijk (t.n.v. de kruising) is het aantal opstelstroken voor motorvoertuigen van twee (rechtdoor/linksaf en rechtsaf) terug gebracht tot één, tevens is de fietsstrook aan de zijde van het Amicitiagebouw smaller gemaakt; de rechtsafstrook voor motorvoertuigen vanaf Zaailand richting Wir dumerdijk is gecombineerd met die voor fietsers; rechtsafslaande fietsers vanaf de Nieuweweg hebben via een afzonder lijk verkeerslicht vrije doorgang; De aldus aangepaste opzet voor het kruispunt is verwerkt in het deel van het tracé zoals dat is weergegeven in de bij het raadsvoorstel behorende tekening nr. 132-310.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 368