4-16
Pa 201. Aan welke andere dan onderwijs
kundige faciliteiten voor studenten
wordt gedacht bij uitbreiding van
de universitaire vestiging?
201Gedacht wordt ondermeer aan de ge
meentelijke participatie in de be
sturen van de Stichting Jongeren-
huisvesting Leeuwarden en het
Centraal Studentendecanaat.
De eerstgenoemde stichting werkt
voor studerende en andere jongeren,
jonger dan dertig jaar en die een
inkomen genieten van lager dan of
gelijk aan het minimumloon. Zij doet
dat ondermeer door kamerbemiddeling
en het exploiteren van woningen en
appartementen in de lage huren-sec-
tor. Het Centraal Studentendecanaat
stelt zich ten doel het verstrekken
van inlichtingen, hulp en adviezen
aan studerende jongeren, en het be
ijvert zich daarnaast op grond van
een inmiddels gereedgekomen behoef
teverkenning, voor de totstandkoming
c.q. verbetering van immateriële
studentenvoorzieningen.
De mede door de gemeente opgerichte
en met een eenmalige gemeentelijke
bijdragen gesteunde, Stichting "Funs
Universitaire Festiging Fryslan"
steunt o.a. instellingen als het
Filmhuis Leeuwarden, het Studenten
pastoraat en de studentensociëteit
"Wolwêze"
Bij alle activiteiten gaan wij er
van uit niet in de plaats te moeten
treden van het Rijk, dat als verant
woordelijke instantie de zorg heeft
voor de totstandkoming en instand
houding van specifieke universitei ts-
gebonden voorzieningen; ons stre
ven is er voor alles op gericht
samen met de onderwijsinstellingen
en het provinciaal bestuur mee te
helpen extra gewenste faciliteiten
voor studenten te realiseren.
P 202. In bijlage II van de begroting van
inkomsten en uitgaven van de Alge
mene Dienst (specificatie verhuur
de lokalen) voert de gemeente
reeds enkele jaren veel hogere
bedragen voor kapitaalslasten op
dan de huurders via de Rijksver
goeding ontvangen.
Hoe denkt het college dit verschil
als nog in te vorderen?
202- De geconstateerde verschillen houden
verband met verschil van inzicht
tussen de Gemeente en het Rijk.
Het overleg hieromtrent wordt voort
gezet.
5-1
Par. 5. BELEIDSSECTOR VOLKSHUISVESTING.
A. Volkshuisvestingsbeleid
C 203. Welke voorstellen/beleidsmaat
regelen mag de raad verwachten
naar aanleiding van de passage in
het beleidsplan (II-5-1/1):
"Bij het nieuwbouw- en verbouw
programma voor de komende periode
zal aandacht moeten worden ge
schonken aan de kwalitatieve
woningnood in relatie tot een
betaalbaar huurniveau"?
Pa 204-. I.t.t. het college program
staat er in het beleidsplan
niets te lezen over de mede
werking die verleend zal worden
aan collectieve vormen van wonen.
Hoe en op welke termijn denkt
het college hieraan als nog
inhoud te geven?
C 205. Welke vorderingen zijn er
gemaakt tot op heden, om te
komen tot een gemeentelijke
woning-kartotheek? Omvat deze
alle verhuurbare panden binnen
de gemeente?
203. Wij hebben de indruk dat er een
discrepantie bestaat tussen
het huidige aanbod en de vraag
naar woonruimte in kwalitatieve
zin. Wij streven er daarom naar
voorrang te geven aan bouwplannen,
waarvan het huurniveau is afge
stemd op de gebleken vraag.
Dit komt tot uitdrukking in de
vaststelling van prioriteiten
bij het woningbouwprogramma.
204. Bij de ontwikkeling van het ver
bouwplan voor de Prins Frederik-
kazerne hebben wij met de
mogelijkheid van collectieve
woonvorm rekening gehouden.
Dit vraagt een specifieke be
nadering met het oog op de beheers
aspecten en toewijzing van woonruim
te
In het overleg met de Federatie
van Leeuwarder Woningcorporaties
hebben wij reeds de mogelijkheden
van de verhuur van woningen per
kamer (kamercontracten) aan de
orde gesteld.
De verhuur van woningen aan meer
personen geschiedt op basis van
hoofdhuurdersschap
205. Wij zullen binnen korte termijn
een beslissing nemen over de
opzet van een woning-kartotheek en
de automatiserings- en organisa
torische aspecten daarvan. Deze
aangelegenheid zal in de daarvoor
in aanmerking komende commissies
aan de orde worden gesteld.
De woning-kartotheek is een
bestand waarin voor elke woning
binnen de gemeente een aantal
kenmerken is opgenomen.