3. Verandering van het bestemmingsplan is ten nadele van het perceel De Pölle 4. Op 70 cm. afstand van het erf is een timmerwerkplaats vet. rezen van 5 m. lang en 3 m. hoog, hetgeen een verslechtering van het uitzicht, schaduwwerking in de tuin en aantasting van de privacy wegens een raampartij voor appellants woning betekent. Er heeft geen afweging van belangen plaatsgevonden. In de context van de totale situatie ter plaatse is het bouwwerk onaanvaardbaar uit stedebouwkundii oogpunt. Afbraak van het bouwwerk kan eenvoudig, omdat het uit prefab-onderdelen bestaat. 4. Het ligt voor de hand de heer Veenstra alsnog te dwingen het bouwwerk af te laten breken en het op te laten bouwen (met vergunning) op het zuidwestelijke deel van het perceel, alwaar het bestemmingsplan het toelaat. De heer Veenstra wordt hiermee niet onredelijk in zijn belang getroffen. De gemeente heeft onjuist gehandeld door de illegale bouw niet te stoppen en niet te proberen tot een voor beide partijen be vredigende oplossing te komen. Als subsidiaire mogelijkheid had het toentertijd bestaande kleine hok op het erf van de heer Veenstra zonde: bezwaar kunnen worden vernieuwd. 5. Ook op het perceel Tearnserdyk 12 is onreglementair gebouwd. Zie be zwaar sub 2. Ook hier zou in overleg met alle betrokkenen een redeli, oplossing kunnen worden gevonden. 6. Appellant is in het verleden tegemoet gekomen aan bezwaren van de buren ten noorden van zijn perceel bij de bouw van de eigen woning. Hierdoor is het grootste deel van de tuin ten westen van het pand te komen liggen. Aan die zijde is nu ook de werkplaats van de heer Veenstra opgericht. 7. De eigen zorgvuldigheid is niet beloond door zorgvuldigheid van anderen. Reactie van Burgemeester en Wethouders. Bij hun schrijven van 27 april 1983 hebben Burgemeester en Wethouders op het bezwaarschrift van de heer Brouwer gereageerd. Van deze reactie heeft zowel de heer Brouwer als de belanghebbende, de heer J. Veenstra, eigenaa van het perceel De PSlle 6, kopie ontvangen. Burgemeester en Wethouders stellen het volgende. Toen illegaal werd gebouwd is nagegaan, of alsnog een bouwvergunning kon worden verleend. Omdat uit stedebouwkundige overwegingen geen bezwaren bestonden heeft men de heer Veenstra geadviseerd een bouwvergunning aan te vragen. Om hieraan medewerking te kunnen verlenen is het voorberei- dingsbesluit genomen. Het op de kaart van het voorbereidingsbesluit even eens opnemen van het perceel Tearnserdyk 12 berust op een misverstand, zodat de bezwaren hiertegen niet relevant zijn. De bezwaren van de heer 3rouver tegen het bouwplan en het voornemen tot medewerking daaraan zijn geheel meegenomen in de voorbereidingen voor het raadsbesluit. De Commissie Ruimtelijke Ordening en de Raad hebben echter gemeend hier aan geen doorslaggevende betekenis te moeten toekennen. De belangen zijn derhalve in redelijkheid afgewogen. Aan een bestemmingsplan kunnen geen blijvende rechten worden ontleend. Het staat bezwaarde ook vrij om in de zg. anticipatieprocedure zijn bezwaren naar voren te brengen. De heer Veenstra heeft zich inmiddels bereid verklaard het raam in de zijgevel van de "berging te vervangen door matglas. Burgemeester en Wethouders zijn van oordeel, dat het bezwaarschrift onge grond moet worden verklaard. 4. '.'erinzagel egging van de stukken en hoorzitting. De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 21 tot 28 april 1983 ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. De commissie heeft de heer Brouwer, Burgemeester en Wethouders en de heer Veenstra in de gelegenheid gesteld hun standpunten toe te lichten in een vergadering van de commissie op maandag 2 mei 1983 te 16.30 uur in het Stadhuis. 3e vertegenwoordigers van de heer Brouwer stelden hun beswaren volledig te handhaven. Haar aanleiding van de reactie van Burgemeester en Wethouders wordt opgemerkt, dat de berging als timmerwerkplaats wordt gebruikt, dat de stedebouwkundige overwegingen niet getuigen van een zorg vuldige afweging van belangen <5<5k t.a.v. het perceel De Polle 4, dat niet de atselijke aanduiding bepalend is voor de werking van het voorbereidingsbesluit, maar de kaart, die i.e. ook het perceel Tearnserdyk 12 omvat, dat het college hierop vooraf is gewezen, dat uiteraard aan een bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend, maar wel recht op een zorgvuldige wijzigingsprocedure en tenslotte, dat het aanbrengen van mat glas civielrechtelijk wel iets oplost, maar niet de stedebouwkundige en bouwtechnische bezwaren wegneemt. De vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders benadrukte, dat t.a.v. het perceel Tearnserdyk 12 slechts sprake is van een vergissing en dat hier geen pogingen achter schuilen om een eventuele illegale situatie te legaliseren. Het college heeft zorgvuldig gehandeld door niet meteen politiedwang toe te passen tegen het bouwwerk van de heer Veenstra, doch hem de gelegenheid te geven via een procedure het bouwwerk te legaliseren. De belanghebbende, de heer Veenstra, verklaarde geen timmerwerkplaats in het bouwwerk te hebben, doch daar slechts zijn jxarwuLe klusjes te doen. In totale omvang is het nieuwe bouwwerk niet veel groter dan het oude, ge sloopte hok en bovendien staat het bouwwerk 20 cm verder van de erfafscheiding.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 378