5-4 C 212. U raamt aan nieuwbouw 900 resp. 800 nieuwbouwwoningen. Is het contingent voor Leeuwarden hiermee in overeenstemming? 212. De ramingen zijn mede gestoeld op de verwachtingen omtrent de omvang van het contingent ge subsidieerde woningbouw. De toewijzing voor 1983 is 637 woningen. Blijft de toewijzing structureel op een niveau van 600 a 650 woningen per jaar, dan zullen de ramingen bijgesteld moeten worden. P 213. In hoeverre is het mogelijk in vloed uit te oefenen op de in vulling van woningbouwplannen door beleggers, opdat deze plan nen sporen met het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid? Als voorbeeld kan Frisiastate worden genoemd. 213. Er vanuit gaande dat de vraag is gesteld omdat de huur van de woningen in dit complex hoog is in verhouding tot het gebodene merken wij het volgende op. Naast de stedebouwkundige eisen trachten wij de ontwikkeling van bouwplannen zodanig te beïnvloeden dat woningen worden gerealiseerd die passen in de markt. De eindverantwoordelijkheid ten aanzien van verhuurbaarheid blijft bij de opdracht gever. Uiteraard beoordelen wij dit risico in het kader van een even tuele aanvraag om gemeente garantie Het als voorbeeld aangehaalde bouwplan van 66 premie-huurwoningei aan het Zuidvliet is gerealiseerd door een belegger, die geen beroep op een gemeentegarantie behoefde te doen. Gelet op het beperkte contingent en de problematiek van de betaal baarheid zullen wij er naar streven voorrang te geven aan die bouwplannen, waarvan het huur niveau in een gunstige verhouding staat tot de kwaliteit. C 214. Kan het college een overzicht geven van de in Camminghaburen reeds plaatsgevonden hebbende en nog voorgenomen verschuivingen in het woningbouwprogramma van premiehuur, premiekoop en vrije sector? Hoe werken deze verschuivingen uit op de exploitatie van de nog te realiseren deelgebieden? 214. In de eerste en tweede fase zijn in totaal 79 vrije sectorkavels vervangen door vijf projecten met in totaal 113 premie-koopwoningen. Verder zijn 28 vrije sector- en 90 premie-koopwoningen vervangen door 195 premie-huurwoningen Op enkele plaatsen is in principe nog- verschuiving mogelijk. Met betrekking tot het gewijzigde bouwprogramma voor het zuidelijk plangebied verwijzen wij U naar de raadsbrief "Aanpassing van het woningbouwprogramma Cammingha buren" (bijlage nr. 279 van 1 juli 1982). 5-5 Getracht wordt, aldus het beleids plan blz. II-5i2, om zodanig te bouwen dat de energiekosten voor de gebruiker (huurder) beperkt blijven. Wordt hierbij ook gedacht aan de energiebesparende mogelijkheden zoals verwoord in de PAL-nota over Wiardaburen febr. 1981, paragraaf 12. In principe moet de opbrengst gelijk blijven. Onvermijdelijke verschillen worden in de totaal- hercalculatie van het plan ver werkt. De resultaten van die hercalcu latie zullen in het 2e kwartaal van dit jaar beschikbaar zijn. 215. Wij sluiten bij voorbaat geen enkele reële mogelijkheid uit. Overigens denken wij niet direct aan de aanleg van daktuinen en/of composttoiletten, zoals onder meer in de PAL-nota is aangegeven. In het kader van de vaststelling van het plan Wiardaburen is reeds aandacht besteed aan aspecten in de stedebouwkundige opzet die ener gie-arm wonen in de hand werkt. Voor plangebieden waar de stede bouwkundige structuur reeds is vastgelegd zullen wij trachten door een flexibele opstelling bij de planbeoordeling de bouw van energie-arme woningen te bevor deren. Is het college bereid in over leg te'treden met de Leeuwarder woningbouwcorporaties, teneinde na te gaan: - welke woningcomplexen in de komende jaren groot onderhoud behoeven; - in welke prioriteitsvolgorde die groot-onderhoudswerk- zaamheden uitgevoerd zouden moeten worden; - op welke wijze de reserves van de corporaties t.b.v. die groot-onderhoudswerkzaamheden zouden kunnen worden aange wend; - op welke wijze het principe van de Nota'Bouwen Werkt' (het terugploegen van uit- keringsgeldent.b.v. het 'Deltaplan Grootonderhoud kan worden gerealiseerd? 216. In het kader van de jaarlijkse vragenlijst nieuwbouw en ver nieuwbouw ten behoeve van de verkrijging van contingenten gesubsidieerde woningbouw ver strekken de woningbouwcorporaties ons een opgave van hun plannen met betrekking tot verbetering woningcomplexen. Met het oog op de ontwikkeling van een volks huisvestingsplan zullen wij in overleg met de woningcorporaties prioriteiten aangeven. De aan wending daarbij van de Algemene Bedrijfsreserve (ABR) wordt in eerste instantie bepaald door richtlijnen van het Rijk. Voor het overige kunnen de woning corporaties terzake een autonoom beleid voeren, mits de stand van de ABR niet onder een niveau is waarbij toestemming van ons college vereist is alvorens tot onttrekking mag worden overgegaan. Op de laatste vraag kunnen wij in afwachting van een nader standpunt hierover van de Rijksoverheid geen antwoord geven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 38