Pa 217. Op welke termijn kunnen wij de
aangekondigde actieprogramma's
voor de verbetering van de
eerste na-oorlogse nieuwbouw
wijken na Heechterp verwachten?
P 218. In hoeverre is het voor woning
bouwcorporaties mogelijk om
particuliere woningen te betrekken
bij de uitvoering van isolatie
projecten welke grenzen aan
de betreffende particuliere
woningen (uiteraard tegen kost
prijs)?
V 219. Is het college bereid een onderzoek
te houden naar de haalbaarheid
van de verkoop van woningen met
onderhoudsachterstand aan de
bewoners daarvan?
217. Een exacte termijn kan niet worden
gegeven.
Naar aanleiding van de beschikbaar
gestelde 6 miljoen gulden voor de
provincie Friesland ten laste van
de ISP-gelden voor de werkgelegen
heid in 1982 hebben de woning
corporaties en het Woningbedrijf
voor bijna 4-8 miljoen gulden planne
ingediend
Behalve het plan voor de 576 flats
in Heechterp zijn deze plannen op
grond van de ontoereikendheid van
het budget en de bepaling dat de
woningen nog geen 25 jaar oud zijn
door de Hoofdingenieur-Directeur
van de Volkshuisvesting geretour
neerd
Wij zullen in overleg met de woninc
corporaties trachten te komen tot
een afgewogen prioriteitsstelling
en daarop de te ondernemen activi
teiten afstemmen.
218. Wij zien geen belemmeringen voor
een woningcorporatie om inciden
teel en op kleine schaal particu
liere woningen bij een isolatie
project te betrekken, mits een en
ander niet kostprijsverhogend
werkt voor het oorspronkelijke
project en voorts volledige ver
goeding van kosten is verzekerd.
219. Op 25 juni 1979 is de beleidsnota
verkoop van woningwetwoningen 1979
door de Gemeenteraad vastgesteld,
(bijl. 266).
De conclusie van deze nota was, da!
de verkoop van woningwetwoningen
zich niet verdroeg met het algemene
volkshuisvestingsbelang van de
Gemeente Leeuwarden. Naar onze
mening zijn de uitgangspunten en
conclusies van deze nota nog steeds
van kracht; een onderzoek naar de
verkoop van woningwetwoningen met
onderhoudsachterstand verdraagt
zich niet met deze beleidsuitspraak
Wel wordt in het kader van de
herwaardering gedacht aan de ver
koop van onrendabele panden van
het gemeentelijk Woningbedrijf.
Het betreft hier het z.g. "ver
spreide" bezit, niet de reguliere
woningwetcomplexen. Van deze pandeii I
zal per stuk onderzocht dienen
te worden of verkoop zinvol is en
wat het meest gunstige tijdstip
voor verkoop is.
5-7
Overigens heeft de Minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening in zijn beschikking van
8 mei 1978 (MG 78-15), waarin de
mogelijkheden met betrekking tot
de verkoop van woningwetwoningen
in eerste instantie zijn aangegeven,
hierover het navolgende vermeld:
"Voor de overdracht aan de be
woners komen uitsluitend in aan
merking woningen, die in woon- en
bouwtechnisch opzicht aan rede
lijke eisen voldoen en die in een
behoorlijke staat van onderhoud
verkeren.
Het is niet de bedoeling van de
regeling aan de bewoners juist die
woningen over te dragen, waarvan
het bezit bepaalde bezwaren
begint op te leveren".
Gezien het vorenstaande zien wij
geen aanleiding tot het instellen
van het bedoelde onderzoek.
D. Woonlasten.
Kan het college terzake van de
zeer aanzienlijke toegenomen en
nog steeds toeneimende stijging
van de woonlasten aangeven welke
mogelijkheden op gemeentelijk
niveau aanwezig worden geacht om
te komen tot een lastenverlichting
voor degenen waarvan de woonlasten
een onevenredig groot beslag leggen
op het besteedbare inkomen?
220. Het geven van een gemeentelijke
bijdrage als aanvulling op de
individuele huursubsidie is niet
toegestaan
Op de tariefstelling van de ver
schillende vormen van energie
heeft de gemeente niet of nauwelijks
invloed
Het verstrekken van kortingen
op nutsvoorzieningen ten behoeve
van bepaalde inkomensgroepen
achten wij niet haalbaar.
In VNG-verband nemen wij wel
deel aan overleg; ook wordt
dit probleem voortdurend onder
de aandacht gebracht van het
Kabinet.
Bovendien bevorderen wij via de
centrale toewijzing een gericht
toewijzingsbeleid waarbij de
goedkoopste woningen worden toe
gewezen aan de minst-draagkrach-
tigen.