Vaststellen van de werkelijke uitgaven en inkomsten van het openbaar kleuter onderwijs over het jaar 1981. Bijlage no. 233. Leeuwarden, 16 juni 1983. Aan de Gemeenteraad. Ingevolge het bepaalde in artikel M, eerste lid van de Kleuteronderwijswet stelt de raad van een gemeente, waarin één of meer openbare kleuterscholen zijn gevestigd, jaarlijks voor 1 december voorlopig vast: a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar terzake van de in artikel 38 onder h (onderhoud schoolgebouwen) en i (verlichting, verwarming en schoonhouden van het schoolgebouw) bedoelde kosten ten behoeve van die scholen werkelijk heeft uitgegeven; b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 4-3, eerste lid, of arti kel 4-6 per lokaal bepaald bedrag in verband met het aantal lokalen van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld; c. indien het onder a bedoeld bedrag verschilt van dat onder b, het bedrag van het verschil; d. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar terzake van de in artikel 38 onder j (onderhoud van schoolmeubelenhet ontwikkelingsmateriaal, de hulpmiddelen en schoolbehoeftenk (aanschaffing van ontwikkelingsmate riaal, hulpmiddelen enschoolbehoeftenvoor zover die aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmiddelen, die tengevolge van lang durig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt, of tot aanvulling van de voor raad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door gebruik) en 1 (alle andere uitgaven ter verzekering van de goede gang" van het onderwijs) bedoel de kosten ten behoeve van die scholen heeft uitgegeven); e. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 4-4, eerste lid, of artikel 4-6 per leerling bepaald bedrag in verband met het aantal kleuters van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is gesteld; f. indien het onder d bedoelde bedrag verschilt van dat onder e, het bedrag van het verschil Tengevolge van de late sluiting van de gemeenterekening kan deze vaststelling voor het jaar 1981 eerst nu plaats hebben. Een overzicht van de werkelijke uitgaven en inkomsten ten behoeve van de open bare kleuterscholen over genoemd jaar ligt voor U ter inzage. De overschrijding door de gemeente van de bedragen, die het rijk per lokaal en per kleuter beschikbaar stelt, komt volgens artikel 73, derde lid van de Kleuteron derwijswet aan het bijzonder kleuteronderwijs ten goede. Na sluiting door Gedeputeerde Staten van de gemeenterekening over 1981 worden de voorlopige vaststellingen, als bedoeld in artikel 4-7, eerste en tweede lid en artikel 73, derde lid, definitief. Wij adviseren U te besluiten tot het voorlopig vaststellen van de werkelijke uitgaven en inkomsten over het jaar 1981 ten behoeve van het openbaar kleuteronder wijs overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.3. te Loo Burgemeester. mr. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 402