Realisering van een pleinafsluitend gebouw aan het Wilhelminaplein.
Bijlage nr. 249 Leeuwarden, 16 juni 1983
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig ons voorstel (bijlage nr 291hebt op 12 juli
1982 ingestemd met de conclusie van het rapport van de werkgroep
pleinafsluitend gebouw van 16 maart 1982. Tevens bent akkoord gegaan
met het verrichten van een vervolgstudie, waarin de realisatiemoge
lijkheden van zgn. aanvullende functies worden verkend en in ver
band hiermede de randvoorwaarden worden opgesteld ten aanzien van
een aantal aspecten, welke in ons bovenvermeld voorstel zijn genoemd.
Ter uitvoering van ïïw beslissing hebben wij de werkgroep op
dracht gegeven haar taak te hervatten. Naast de aspecten van distri
butie-planologische aard dienden eveneens andere aspecten te worden
beoordeeld. Gedacht werd met name aan de stedebouwkundigeverkeers
technische, civieltechnische, architectonische en financiële fakto-
ren. ïïitgangspunt hierbij diende uiteraard het normaal-upgradingmodel
ten aanzien van een winkelfunctie te zijn. Op deze basis heeft de
werkgroep haar aanvullende rapport opgesteld, dat wij hierbij aan
bieden. Met de inhoud hiervan kunnen wij ons verenigen.
Alvorens in het rapport wordt ingegaan op de verschillende
bovengenoemde aspecten is nogmaals aandacht geschonken aan de con
clusies van het distributie-planologisch onderzoek, dat plm. 3 jaar ge
leden heeft plaatsgevonden. Actualisering hiervan geeft de werkgroep
geen aanleiding om thans te adviseren af te zien van de realisering
van het gebouw. Ook wij onderstrepen de conclusie terzake, zoals is
verwoord onder rubriek 2.4 van het rapport.
Vervolgens gaat het rapport in op de functies,
welke als aanvulling op de winkelfunctie in aanmerking komen; dat zijn
horeca- en recreatieve voorzieningen, alsmede kantoor- en woondoelein-
den. Ten aanzien van deze aanvullende functies dient in verband met
de benodigde ruimte een zekere prioriteit te worden aangegeven. Na
afweging van de voor- en nadelen van de eventueel in te vullen func
ties, komt, aldus het rapport onder rubriek 3«5»de principiële keuze
neer op twee mogelijke hoofdscenario's. De ene is die van een
invulling van zelfstandige horeca- en recreatieve voorzieningen van
beperkte omvang en/of kleine kantoren met baliefunctie en praktijk
ruimte, waarboven enkele lagen woningen (plm. 45 in getal). De andere
zou zelfstandige horeca- en recreatieve voorzieningen van een belang
rijke omvang en kleinere kantoren en praktijkruimte kunnen zijn,alsmede
grote administratieve kantoren. Een bepaalde voorkeur voor één van
de scenario's wordt niet uitgesproken; het wordt op dit moment niet
opportuun geacht. De keuze wordt sterk bepaald door de wijze waarop de
projectontwikkelaar het scenario vertaalt in het concept van het
gebouw. ïïitgangspunt dient evenwel te allen tijde te zijn dat de
mengeling van functies, het uiterlijk van het gebouw, de entourage en
de activiteiten binnen het gebouw een sfeer van gezelligheid en toe
gankelijkheid uitstralen, die positief doorwerken op het hoofdwinkel
centrum van onze binnenstad. Slechts dan kan worden gesproken van een
upgrading-effeet