5-12
Pa 234. Acht het college het wenselijk
dat het G.W.B. daadwerkelijk
deel gaat uit maken van de
Federatie Leeuwarder Woning
corporaties, i.t.t. wat
nu het geval is?
Zo ja, wanneer gaat daaromtrent
actie ondernomen worden?
234» Het bestuur van het gemeentelijk
Woningbedrijf wordt uitgevoerd
door het gemeentebestuur.
Bepaalde beheersbevoegdheden zijn
gedelegeerd aan de Commissie voor
het Woningbedrijf. Voor het overigt
fungeert deze Commissie als
adviesorgaan. D
Het gemeentebestuur heeft op
grond van de Woningwet en de daarop
gebaseerde uitvoeringsvoorschrifta
een zekere toezichthoudende taak
ten aanzien van de woning
corporaties.
Gelet hierop kan het gemeente
bestuur niet als gelijkwaardige
partner toetreden tot de Federatie,
De zuiverheid in de bestuurlijke
verhouding zou hierdoor worden
geschaad
Het is U bekend, dat wij regel
matig overleg voeren met de
Federatie over diverse onderwerpen,
In het kader van dit overleg
kunnen tevens zaken welke het
Woningbedrijf betreffen aan de
orde worden gesteld.
Zowel de wethouder, die het
Woningbedrijf in portefeuille
heeft als de directeur van het
Woningbedrijf nemen deel aan
dit overleg.
D
Par. 6. BELEIDSSECTOR NUTSBEDRIJVEN.
A. Stadsverwarming.
In de raadsvergadering van 12 juli
1982 liet de wethouder weten bij
de behandeling van het punt stads
verwarming:
"De financiële toezeggingen die
wij hebben van Economische Zaken
en de NEOM ten bedrage van 7 a 8
miljoen, worden gegarandeerd nadat
wij in gezamenlijk overleg de toe
passing van de stoomvariant hebben
onderzocht"
In een schrijven van het Ministerie
van Economische Zaken, d.d. 15 okto
ber 1982, staat echter:
'Bedoelde subsidietoezegging had
betrekking op een stadsverwarmings
project, zoals omschreven in de
KEMA-studie van 12 december 1979,
ref. WPB-868-79.
Inmiddels heb ik vernomen dat u
voornemens bent de projectopzet
van het stadsverwarmingsproject
te wijzigen.'enz.
Kan het college ook uitleggen
hoe een en ander met elkaar
te rijmen valt?
Wordt er op dit moment nog onder
zoek verricht naar een haalbare
variant stadsverwarming? Zo ja:
wie doet dat onderzoek (en op
wiens kosten) en om welke
variant(en) gaat het?
235. De NEOM, die optreedt als zaakwaar
nemer van de Minister van Econo
mische Zaken t.a.v. de stadsverwar
mingsprojecten, heeft ons bij brief
van 23 juni 1982 meegedeeld dat de
minister bereid is de toegekende
subsidie van 3,5 miljoen ook van
toepassing te doen zijn op het ge
wijzigde SV-project. Hetzelfde geldt
voor de risicodragende lening van de
NEOM ten bedrage van 5,5 miljoen.
Tevens is de mogelijkheid genoemd
om, uitgaande van een nieuwe project
opzet, de mogelijkheden van finan
ciële ondersteuning opnieuw te be
zien, met de aantekening dat de
reeds toegezegde bedragen niet
zullen worden verlaagd. Een en ander
als gevolg van overleg tussen de
NEOM en het ministerie.
De minister heeft tot nu toe nog
geen ontwerp-subsidie-overeenkomst
aan ons toegezonden. Wel is inmid
dels een voorschot op het subsidie
ontvangen.
Overigens hebben wij de minister
reeds op 12 november 1982 op de
hoogte gesteld van de plannen om
het stoomproject te onderzoeken
en de minister heeft, via de NEOM
meegedeeld in de onderzoekkosten
te zullen subsidiëren.
236. Het ligt in de bedoeling in het
eerste kwartaal van 1983 een aan
vullend onderzoek te doen naar
de mogelijkheid om de benodigde
warmte te produceren middels een
zogenaamde STEG-eenheid (opwek
king van electriciteit en warmte
productie) en daarbij een oveh van
de afvalverbrandingsinstallatie
dienst te laten doen als hulpwarmte
centrale. Het laatstgenoemde deel
van het onderzoek is door de NEOM
geëntameerd, die ook de kosten
draagt.
De overige kosten worden door de
betrokken partijen gezamenlijk
gedragen.
6-1