Wijzigen Verordening op de heffing en invordering van leges.
Bijlage no. 251. Leeuwarden, 16 juni 1983.
Aan de Gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 13 december 1982 is de "Algemene Politieverordening
Leeuwarden" gewijzigd in verband met het in werking treden van artikel 11
juncto artikel 180 van de Wet Geluidhinder.
Ingevoerd werd een artikel C81, waardoor voor het inrichten en drijven van
een recreatie-inrichting een vergunning is vereist.
Hiermee zijn extra kosten voor de gemeente gemoeid.
Het betreft hier de wat "zwaardere" inrichtingen. Aangezien hieronder
verstaan moet worden inrichtingen als het Cambuurstadion en sportterreinen
waar een geluidsinstallatie is opgesteld is het aantal gering.
Evenals dit het geval is met de overige kosten ter uitvoering van de
milieuwetgeving, zijn wij van oordeel, dat degene, die de kosten veroorzaakt,
deze moet betalen via de heffing van leges.
De Dienst voor het Bouw- en Milieutoezicht heeft de kosten verbonden aan
het verlenen van een vergunning geraamd op 1.300,--. Hierin zijn begrepen
de kosten voor het verrichten van metingen, het rapporteren, het opmaken
van de vergunning alsmede de controle.
Wij stellen U derhalve voor het tarief voor het verlenen van deze vergunning
te bepalen op 1.300,-- en de legesverordening dienovereenkomstig te wijzigen.
Mede in verband met bovengenoemde wijziging zijn ook de artikelen C68a tot
en met c van de "Algemene Politieverordening Leeuwarden" gewijzigd en vernum
merd tot C90 en C91.
De legesverordening dient als gevolg daarvan eveneens te worden gewijzigd.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Financiën, alsmede de Commissie
voor de Milieuhygiëne over dit voorstel zal worden gehoord, stellen wij U
voor te besluiten tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering
van leges overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp-raadsbesluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.3. te Loo Burgemeester.
mr. W.3.G. Reumer, Secretaris.