■Of] -
- 2 -
Inmiddels vaa gebleken, dat Burgemeester en Wethouders voor het pand
Harlingerstraatweg 16, op basis van een nieuwe door de welstandscommissie
goedgekeurde tekening, bij besluit van 18 februari 1983 alsnog een bouwver-
gunning hadden verleend.
In aanvulling op het beroepschrift en op de situatie rond de nieuwe bouw
vergunning verklaarde de heer Tadema, dat hij toch wilde proberen zijn oor
spronkelijke bouwplan conform de tekening van 1-9-1982 te verwezenlijken.
Reclamant uitte ernstige bezwaren tegen de gang van zaken in de gemeentelijk
welstandscommissie en verklaarde zich niet te kunnen verenigen met de door
trekking van de kap van de woning naar achteren en de onderbreking in de
zijdaklijn, beide volgens de bouwvergunning van 18 februari 1983-
De vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders verwees naar de reeds
schriftelijk weergegeven standpunten.
5. Overwegingen van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriftei
De Raadsadviescommissie heeft in eerste instantie besloten om over de door
de welstandscommissie afgekeurde tekening d.d. 1 september 1982 advies te
vragen aan de Hogere Schoonheidscommissie, alvorens zelf advies uit te
brengen aan de Raad, aangezien de commissie zich niet competent acht om
terzake zelf een standpunt in te nemen. De Hogere Schoonheidscommissie
heeft in haar bijeenkomst van 31 maart 1983 de tekening d.d. 1 september
1982 en het daarop gebaseerde bouwplan van de heer Tadema in overeenstemming
geacht met redelijke eisen van wel stand, behoudens enige wijzigingen.
Het advies is bij schrijven d.d.19 april 1983 ter kennis gebracht van de
Raadsadviescommissie. Op grond hiervan komt de commissie tot de conclusie,
dat geen sprake meer is van strijd met de Bouwverordening en mitsdien
inet artikel 48, lid 1, onder a, van de Woningwet.
6. Advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
Op grond van de onder 5. genoemde overwegingen is de commissie van oordeel,
dat de bouwvergunning alsnog aan de heer Tadema moet worden verleend.
De commissie adviseert derhalve het beroepschrift gegrond te verklaren
en te besluiten conform bijgevoegd ontwerp-besluit.
De Raadsadviescommissie voor de beroep
en bezwaarschriften,
mr./A.^'-van Dijk,
secret aris.
m 11026
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het beroepschrift van de heer C. Tadema te ueeuwarden,
ingekomen op 7 februari 1983» waarin ingevolge artikel 51»
eerste lid, van de Woningwet beroep wordt ingesteld by de
Raad tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders d.d.
18 januari 1983, nr. B 375/82, verzonden 31 januari 1983,
om een bouwvergunning te weigeren voor het gedeeltelijk
veranderen en vergroten van de woning op het perceel
Harlingerstraatweg 16 te Leeuwarden;
overwegende, dat ingevolge de Procedureverordening Raads
adviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften het
beroepschrift om advies in handen is gesteld van de Raads
adviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften;
dat de commissie, na het oordeel te hebben gevraagd van de
Hogere Schoonheidscommissie, adviseert het beroepschrift
van appellant gegrond te verklaren;
dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie
d.d. 11 aug. 1963 (bijlage nr. 276 kan verenigen;
gelet op de Woningwet, de Bouwverordening en de Procedure
verordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften;
BESLUIT
1. het beroepschrift van de heer Tadema gegrond te verklaren;
2. bouwvergunning te verlenen voor de uitvoering van het
bouwplan conform de by de aanvrage ingediende tekening d.d.
1 september 1982, met inachtneming van de door de Hogere
Schoonheidscommissie in haar advies van 19 april 1983
gemaakte opmerkingen en onder de volgende voorwaarden:
I. Bij de Directeur van het Bouw- en Milieutoezicht,
Nieuweweg 1—a te Leeuwarden, moet ter goedkeuring
worden ingediend:
a. een Komo-certificaat of een T.N.0.-rapport van de
buiten- en binnenmuurconstructie (Tasta-systeem)
b. berekeningen en tekeningen (in 3-v°nd) van de
gewapend betonconstructies;
c. monsters van de toe te passen dakpannen.
II. De houtbetimmering van de balcons (horizontale beschie
ting) mag maximaal 120 m hoog zijn en moet worden
voorzien van een zelfstandige rand afwerking, bijv. een