Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 72 van de Lager-onderwijswet
1920 en artikel 50 van de Kleuteronderwijswet.
Bijlage nr. 308 Leeuwarden, 1 september 1983
Aan de Gemeenteraad.
Van enkele besturen van bijzondere scholen voor kleuter- en gewoon
lager onderwijs zijn aanvragen als bedoeld in artikel 50 van de Kleuter-
onderwijswet, respectievelijk artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920
ingekomen om medewerking voor het treffen van voorzieningen en/of het
aanschaffen van materialen.
De onder 1 t/m 7 in het hierbij gaande ontwerp-besluit genoemde aan
vragen geven geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Door inwilliging daarvan zullen ons inziens de normale eisen, te
stellen aan het geven van kleuter- en lager onderwijs niet worden over
schreden
Met betrekking tot het in het ontwerp-besluit onder 8 en 9 genoemde dient
het volgende ter toelichting.
Van het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Kleuter
en Lager onderwijs te Leeuwarden-Zuid is een aanvraag als bedoeld in ar
tikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 ingekomen, om medewerking voor
de vervanging van cassetterecorders en een radio tuner met boxen ten be
hoeve van de Amalia van Solmsschool, alhier.
Genoemde apparatuur is tijdens een inbraak ontvreemd.
Ten aanzien van dit verzoek merken wij op, dat de kosten wegens schade
aan en verlies van leer- en hulpmiddelen, ontwikkelingsmateriaal en
schoolbehoeften in beginsel dienen te worden aangemerkt als exploitatie
kosten, welke bestreden moeten worden uit de vergoeding, bedoeld in ar
tikel 101 van de Lager-onderwijswet 1920. Een uitzondering hierop is de
vervanging wegens diefstal van leer- en hulpmiddelen, die aangemerkt wor
den als duurzame gebruiksartikelen, zoals de onderhavige apparatuur.
Voor de vervanging van duurzame gebruiksartikelen wordt een bepaalde af
schrijvingstermijn gehanteerd, waarbinnen het schoolbestuur aanspraak
kan maken op een vergoeding, gelijk aan het niet afgeschreven gedeelte.
De thans ontvreemde apparatuur is in 1977 aangeschaft terwijl de af
schrijvingstermijn voor de cassetterecorders en de radio is te stellen
op respectievelijk 5 en 10 jaren.
Overeenkomstig de hieromtrent bestaande jurisprudentie kan het school
bestuur - nu de beide cassetterecorders 6 jaren oud zijn - geen aan
spraak maken op een vergoeding van een deel van de vervangingskosten van
deze recorders.
Met betrekking tot de radio kan het schoolbestuur aanspraak maken op een
vergoeding van 4/10 deel van de kosten van vervanging; 6/10 deel van deze
kosten alsmede de kosten van vervanging van de cassetterecorders dient
het schoolbestuur te bestrijden uit de vergoeding voor exploitatiekosten.
Wij stellen U voor te besluiten conform het bijgevoegde ontwerp
besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.3. te Loo Burgemeester.
mr. W.3.G. Reumer Secretaris