- 2 -
Volgnr. Datum waarop het
verzoek is inge
komen
Schoolbestuur
Medewerking te verlenen
voor
Toegepl
wetsarl
kei
7.
24 mei 1983
8.
6 juni 1983
Stichting Katholiek
Onderwijs.
Vereniging voor Pro
testants Christelijk
Kleuter- en Lager
Onderwijs te Leeu
warden-Zuid
Het aanbrengen van een art. 7
eenvoudig hekwerk rondom der
de Teake Oan RoordaskoalleL.O..»
Tjissema 6 te Wijgaard. 1920,
Het aanschaffen van een art.
radio met boxen t.b.v. der
de Amalia van Solmsschool, L„0.-«J
Keizerskroon 86, alhier. 1920.
9.
6 juni 1983
Vereniging voor Pro
testants Christelijk
Kleuter- en Lager
Onderwijs te Leeu
warden-Zuid
Medewerking te weigeren
voor
Het aanschaffen van twee art. 7|
cassetterecorders t.b.v. der
de Amalia van Solmsschool, L.0.-*i
Keizerskroon 86, alhier. 1920.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Uitbreiding personeelsformatie bij de Gemeentelijke Sociale Dienst.
Bijlage nr. 309 Leeuwarden, 1 september 1983,
Aan de Gemeenteraad.
De verslechterde economische situatie en de daarmede samenhangende toename
van de werkloosheid komt op lokaal niveau met name tot uiting in een scherpe stij
ging van het aantal aanvragen op grond van één van de werkloosheidsregelingen,
waarvan de Wet Werkloosheidsvoorziening en de Rijksgroepsregeling Werkloze Werk
nemers, als uitvoeringsregeling van de Algemene Bijstandswet, die door de Gemeen
telijke Sociale Dienst worden uitgevoerd.
Wij zijn van mening, dat de personele uitrusting van de Gemeentelijke So
ciale Dienst tenminste zodanig moet zijn dat de taakstelling van deze dienst op
een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd, waarbij wij het vooral van belang
achten dat een vlotte en correcte afhandeling van financiële hulpvragen gewaar
borgd is. Hiervan uitgaande is de omvang van de personeelsformatie van de Gemeen
telijke Sociale Dienst tot nu toe steeds gerelateerd aan de verwachte ontwikke
lingen op het terrein van de werkgelegenheid.
Dit uitgangspunt dient naar onze mening, ook voor de komende jaren onverkort te
worden gehandhaafd. Teneinde evenwel te voorkomen dat elke (substantiële) toena
me van het werkaanbod bij de G.S.D. noodzakelijkerwijs zou moeten leiden tot het
aantrekken van een naar verhouding evenredig aantal nieuwe personeelsleden, heb
ben wij een onderzoek doen instellen naar de mogelijkheden om vereenvoudiging in
werkwijzen en procedures binnen de dienst te realiseren die een werkbesparing op
leveren zonder de dienstverlening aan de cliënten op essentiële punten aan te
tasten. Op grond van de resultaten van dit onderzoek hebben wij ondermeer besloten
om de volgende werkbesparende maatregelen door te voeren:
- instellen van een vereenvoudigde behandelingsprocedure op grond van de A.B.W.
in die gevallen waarin (i.v.m. nog bestaande onzekerheden over de vraag of een
W.W.V.-uitkering kan worden verleend) bij wijze van voorlopige voorziening in
de noodzakelijke kosten van bestaan een uitkering o.g.v. de A.B.W. dient te
worden verleend;
- overgang van weekbetaling naar maandbetaling van de via de dienst verstrekte
uitkeringen;
- vereenvoudiging of achterwegelating van enige interne administratieve procedu
res die voor de uitvoering van de taakstelling van de Gemeentelijke Sociale
Dienst niet essentieel zijn te achten en die in het licht van een goede uit
voering van de wettelijke bepalingen door ons ook niet noodzakelijk/onvermijde
lijk worden geacht.
Naast bovengenoemde onderzoek naar mogelijke werkbesparingen hebben wij tevens
een onderzoek doen instellen naar de tijdsbesteding van medewerkers bij de buiten
dienst van de Gemeentelijke Sociale Dienst. Met dit onderzoek beoogden wij een
maatstaf te vinden op grond waarvan de noodzakelijke personeelsformatie van de
dienst kan worden vastgesteld. Dit onderzoek heeft enkele interessante gegevens
opgeleverd over de behandelingstijd van aanvragen en de netto-beschikbare arbeids
tijd e.d. De resultaten van dit (beperkte) onderzoek zijn evenwel nog onvoldoende
nauwkeurig en betrouwbaar om als (enige) maatstaf voor de vaststelling van de
personeelsformatie te kunnen dienen.
Wij hebben daarom besloten om ter zake een hernieuwd doch uitgebreider onderzoek
in te stellen.