Overigens merken wij op dat het in de vraag gesuggereerde verband tussen een instelling als het Fiom en de in het bedoelde punt van het collegeprogram; bedoelde "alterna^ tieve hulpverlening" niet aanwezig is. B. Bejaardenwerk. Pa 311. Met de democratisering van bejaar dentehuizen is het vaak nog droevig gesteld Is het college van zins initiatieven op dit vlak te ondernemen? Bv. door de particuliere stichtingen het goede voorbeeld te geven? 311. Door de rijksoverheid wordt momen teel een wettelijke regeling inzake de democratisering van bejaarden oorden voorbereid, die naar ver wachting op afzienbare termijn in werking zal treden. Gelet hierop zien wij geen aan leiding terzake initiatieven te ondernemen. Pa 312. Is de constatering dat er een schromelijk tekort is aan aange paste woningen juist, en zo ja, op welke wijze en op welke termijn denkt het college deze problematiek aan te pakken? 312. Momenteel staan ca. 125 bejaarden voor een dergelijke woning, inge schreven. De gemiddelde wachttijd is ongeveer een jaar. De bouw van aangpaste woningen wordt reeds afgestemd op de daarvoor aan wezige vraag van bejaarden en ge handicapten Inmiddels hebben wij een werkgroep ingesteld die de bejaardenhuisvestin zal onderzoeken. C. Culturele minderheden. C 313. Wanneer komt de nota minderhedenbe leid in de raad? Hoe is de stand van zaken m.b.t. het onderzoek om te komen tot een Islamitische begraafplaats? Is er een huisvestingsbeleid voor deze groep mensen? C 314. Hoever is het onderzoek naar een Islamitische begraafplaats ge vorderd? 313/ a) Wij streven er naar een nota 314. minderhedenbeleid nog dit jaar aan de raad voor te leggen. b) Het onderzoek naar mogelijkheden voor de realisering van een Isla mitische begraafplaats is in een vergevorderd stadium. c) Het huisvestingsbeleid voor cul turele minderheden verschilt niet van het huisvestingsbeleid voor andere inwoners van Leeuwarden. Alleen voor erkende vluchtelingen geldt dat de rijksoverheid ten behoeve van deze groepen een clai' kan leggen op een aantal nieuw te bouwen woningen middels de z.g. 5%-regeling. 11-3 P 315. Bestaat er voorlichtingsmateriaal voor buitenlandse vrouwen over kinderopvang e.d.? Zo nee, bent u met ons van mening dat hierin op eenvoudige wijze moet kunnen worden voorzien? 315. Voor zover ons bekend, bestaat er geen voorlichtingsmateriaal voor buitenlandse vrouwen over kinderop vang. Wij zullen in overleg met de organisaties van buitenlanders in Leeuwarden nagaan in welke mate daaraan bij buitenlandse vrouwen behoefte bestaat. P 316. Kan het college inzicht verschaffen omtrent de bedragen welke momenteel worden besteed aan accommodatie en activiteiten t.b.v. culturele minderheden? Kan het college daarbij tevens aan geven hoe groot de deelname is aan voornoemde activiteiten en in welke mate het Rijk vergoedingen toekent voor accommodatie en acitviteiten? 316. Voor het antwoord op deze vragen verwijzen wij u kortheidshalve naar de ter inzage gelegde stukken. D. Gemeentelijke Sociale Dienst. P 3x7. Bij invoering van de eigen bijdrage van 2,50 voor ieder recept kunnen mensen, die veel medicijnen moeten gebruiken in moeilijkheden komen. Kan in die gevallen een beroep op de bijstand worden gedaan? Pa 318. 1. In hoeveel gevallen zijn cliën ten van de GSD door het toe passen van een strafkorting beneden het niveau van de algemene bijstand gekomen? 2. Bent u niet met ons van mening dat mensen daardoor in een so ciaal onaanvaardbare positie komen te verkeren? 3. Bent u bereid uit te spreken dat er nooit zodanige straf kortingen worden toegepast dat mensen beneden het niveau van de algemene bijstand terecht komen? 317. De eigen bijdrage ad 2,50 per verstrekt medicijn bedraagt per kalenderjaar ten hoogste 125,--. Bijstand ter voorziening in de bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan kan slechts worden ver leend indien de bijzondere kosten op jaarbasis een bedrag van 161,-- te boven gaan. Gelet op het vorenstaande kan worden gesteld, dat uitsluitend extra bij stand kan worden verleend indien naast de bedoelde eigen bijdrage ook nog andere bijzondere kosten moeten worden gemaakt. 318. 1. Het aantal malen dat in het afge lopen jaar een zgn. strafkorting werd toegepast waardoor cliënten beneden het A.B.W.-niveau kwamen bedraagt: W.W.V.: 21 R.W.W.: 158 A.B.W.12. 2. Wij erkennen dat mensen die een uitkering onder het bijstandsni veau ontvangen in een weinig be nijdenswaardige positie verkeren. De aanvaardbaarheid daarvan hangt mede af van de mate van verwijt baarheid. 11-2

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 55