11-4
4. Hoeveel mensen zijn i.v.m.
schuldproblemen door de Sociale
Dienst door verwezen naar de
Volkscredietbank?
5. Kunt u een indicatie geven van
de gemiddelde schuldenlast
(voor zover bekend) van mensen
met een uitkering op het niveau
van de algemene bijstandswet?
6. Is er sprake van een toenemende
schuldenlast nu de uitkeringen
steeds meer achterblijven bij
de stijgende kosten van levens
onderhoud?
In aansluiting op de vorige
vraag:
7. Blijkens publicaties van o.a.
de directeur van de GSD worden
de sociale diensten in toenemen
de mate geconfronteerd met
mensen die in een sociaal en
financieel uitzichtloze situatie
terecht komen. Bent u niet met
ons van mening dat het de hoog
ste tijd is dat gemeenteraden
(c.q. de Leeuwarder gemeenteraad)
als uitkeringsinstantie uitspre
ken (uitspreekt) dat de uitkering
op grond van de ABW/RWW op een
onaanvaardbaar laag niveau
liggen?
3. Wij kunnen niet uitspreken dat er
nooit zodanige verlagingen worden
toegepast dat cliënten beneden he
"bijstandsniveau" terecht komen,
Zulks zou strijdig zijn met de
wettelijke bepalingen en de daar-
uit voortgevloeide jurisprudentie
4. Hiervan wordt geen registratie
bijgehouden. Bekend is echter,
dat de Volkskredietbank wordt
geconfronteerd met een toenemend
aantal verzoeken om schuldsa
nering.
5/6. Bij de G.S.D. wordt geen reqistra
tie bijgehouden van de overcre-
diteringssituatie van uitkerings
gerechtigden. Het is evenwel be
kend dat overcrediteringssitua-
ties niet uitsluitend kenmerkend
zijn voor de lage inkomensgroeper
De hoogte van het inkomen als zo
danig is niet zonder meer een
verklaring voor het ontstaan van
schulden.
7. Hoewel wij met de vraagsteller va
mening zijn dat de uitkeringen
op grond van de A.B.W./R.W.W. op
een laag niveau liggen, achten
wij het, mede gelet op de sociaal
economische situatie in ons land,
niet zinvol uit te spreken dat de C
hoogte van de uitkeringen onaan
vaardbaar laag is.
Pa 319. 1,
3.
Hoeveel keer werd in het afge
lopen jaar in het kader van de
R.W.W., de A.B.W. en de W.W.V.
een zgn. strafkorting toegepast?
Op grond van welke criteria werd
deze strafkorting toegepast?
Heeft het niet of onvoldoende
nakomen van de sollicitatie
plicht hierbij ook een rol ge
speeld?
Is het college niet met ons van
mening, dat -in een tijd waarin
het aantal openstaande vaca
tures slechts een zeer gering
percentage is van het aantal
mensen dat zich aanbiedt op de
arbeidsmarkt. gen sollicitatie
plicht onaanvaardbaar is uit
sociaal oogpunt?
319. 1. Het aantal malen dat in het afge
lopen jaar een zgn. strafkorting
werd toegepast bedraagt:
W.W.V.241
R.W.W.: 158
A.B.W.12.
2. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen enerzijds gedragingen
welke tot gevolg hebben dat een
onnodig (langer) beroep op een
uitkering wordt gedaan en ander
zijds gedragingen die niet de dun'
en/of het karakter van de werk
loosheid bepalen, maar veeleer et
schending van de verplichtingen,
gesteld in het belang van een
goede uitvoering van de wet in
houden.
11-5
Zo ja, bent u bereid
a) het afschaffen van de solli
citatieplicht via de daarvoor
geëigende kanalen te bewerk
stelligen?
b) de sollicitatieplicht niet
langer te hanteren als een cri
terium bij het korten.
Bij eerstbedoelde gedragingen
dient o.m. gedacht te worden
aan ontslag door eigen toedoen
of het ontbreken van de intentie
om arbeid in dienstbetrekking te
verrichten.
Bij laatstvermelde gedragingen
dient gedacht te worden aan o.rn,
het niet tijdig inleveren van
komstenformulieren en het niet
ingeschreven staan bij het G.A.B.
3. De sollicitatie-activiteit is een
van de criteria voor het beoor
delen van de vraag of de intentie
om arbeid in dienstbetrekking te
verrichten aanwezig is.
Daarbij wordt overigens niet al
leen rekening gehouden met het
aantal verrichte sollicitaties
maar ook met de feitelijke herin-
tredingsmogelijkheden die er voor
betrokkene aanwezig kunnen worden
geacht.
4. Wij achten de sollicitatieplicht
niet onaanvaardbaar uit sociaal
oogpunt; overigens verwijzen wij
u naar het onder 3. van dit ant
woord gestelde.
Is er in het kader van het vrij
willigerswerk ook een mogelijkheid
voor mensen met een opleiding voor
verpleegkundige of gezinsverzorg
er/ster, om met behoud van uit
kering in deze sector werkzaam te
zijn?
(zonder evenwel concurrentiever-
valsenden verhoudingen te scheppen).
Wat vindt het college van de ge
dachte om uitkeringen productief
te maken d.m.v. het investeren van
de uitkeringsgelden t.b.v. de werk
gelegenheid?
Ziet het college mogelijkheden om
deze gedachte toe te passen bij
het opknappen van het na-oorlogs
woningbezit van het G.W.B.?
Ziet het college mogelijkheden deze
gedachte toe te passen op andere
maatschappelijke sectoren b.v.
Onderwijs, gezondheidszorg, sociaal-
cultureel werk etc., en zo ja,
welke?
320/ De door de gemeenteraad ingestelde
321. Commissie voor de Werkgelegenheid
heeft ondermeer een aanvang gemaakt
met het verrichten van onderzoek
naar de mogelijkheden die er bestaan
t.a.v. opvang en (her) inschakeling
van niet-actievenHet bestuderen
van en adviseren over de mogelijk
heden van werkgelegenheidsobjecten
waaraan deelgenomen kan worden door
werklozen met behoud van hun uit
kering, alsmede het zgn. "terug
ploegen" van uitkeringen in loon,
behoren tot de taakopdracht van een
terzake ingestelde ambtelijke pro
jectgroep. Wij verwachten dat de
commissie ons hieromtrent nog voor
het zomerreces zal adviseren.
2.
Pa