G 20. Hoe en in welke fase wordt het per
soneel - al dan niet georganiseerd -
bij voorgenomen automatiseringsmaat
regelen ingeschakeld?
Het bestuur zal vervolgens een beslis
sing moeten nemen over de te volgen
koers van het CEVAN.
Naar verwachting zal nog in 1983 hier
over meer duidelijkheid komen.
20. Het betrokken personeel wordt bij voor
genomen automatiseringsmaatregelen
vanaf het begin ingeschakeld. Dit geldl
zowel voor de vooronderzoeksfase als
voor de fase van de informatieanalyse,
die noodzakelijk zijn om te kunnen
komen tot een oordeel over de wenselijl
heid en het nut van een bepaald projec
Indien zich belangrijke organisatori
sche wijzigingen voordoen, vindt even
eens overleg plaats met de betreffende
medezeggenschapscommissie
Daarnaast wordt bij de uitvoering zorg
gedragen voor een zo goed mogelijke
opleiding en begeleiding van het per
soneel.
D. Personeelsbeleid
P 21. Welke gevolgen zal de te verwachten
invoering van de Wet Arbeid Gehandi
capte Werknemers hebben voor de ge
meente Leeuwarden?
P 22. Zou het geen aanbeveling verdienen
de nota personeelsbeleid aan alle
personeelsleden te doen toekomen?
P 23. Is het college bereid een evaluatie
nota te produceren om de tot nu toe
met het nieuwe Medezeggenschapsregle-
ment opgedane ervaringen, problemen
en knelpunten te inventariseren?
21. Er bestaan nog grote onzekerheden of
en in welke vorm het huidige wetsont
werp Arbeid Gehandicapte Werknemers
kracht van wet zal krijgen.
Op dit moment zijn mogelijke gevolgen
van een eventuele invoering niet te
overzien.
22. Over de wijze waarop de inhoud van de
nota personeelsbeleid ter kennis van
ambtenaren zal worden gebracht zullen
wij ons te zijner tijd nader beraden.
Vooralsnog gaan onze gedachten er near
uit de hoofdlijnen in het personeels
informatieblad van de gemeente te publ
ceren en de mogelijkheid te openen
voor belangstellende ambtenaren om de
volledige nota aan te vragen.
23. In verband met de hoge prioriteit die
wij gegeven hebben aan de nota perso
neelsbeleid en het ontwikkelen van
beleid gericht op herverdeling van de
werkgelegenheid bij het gemeentelijke
apparaat verwachten wij niet dat een
dergelijke nota geproduceerd zal kun
nen worden vóór afloop van de zittings
periode van de-huidige medezeggenschap
commissies
Overigens zal juist in de nota perso
neelsbeleid de exacte prioriteit van
deze activiteit worden aangegeven.
1-7
2A-. In hoeverre bent U bereid bij
gelijkwaardige kandidaten voorkeur
te geven aan kostwinners?
Acht U het van belang dan ook t.a.v.
kostwinners - als groep zwakkeren
in de samenleving - solidariteit
wordt betracht?
(zie het "centrale hoofduitgangs
punt" van het Collegeprogram, geci
teerd op pagina 1-2.)
25. Hebben werknemers, die deel uitmaken
van andere leefgemeenschappen dan het
gezin rechtspositioneel in alle op
zichten dezelfde rechten (en plich
ten) als hun collega's? Zo nee, kunt
U aangeven in welke opzichten dat
niet het geval is? Op welke wijze
denkt U ongerechtvaardigde verschil
len op te heffen?
2A-. Volgens de door ons gevolgde gedrags
regels wordt bij de vervulling van
een openstaande betrekking het zijn
van kostwinner of niet-kostwinner
geen rekening gehouden.
25. Eind 1978 heeft het Bestuurlijk Be
raad een overlegvorm tussen rijk,
provincies, gemeenten en waterschap-
pen- een werkgroep belast met het
maken van een inventarisatie van
rechtspositieregelingen die van belang
kunnen zijn voor andere samenlevings
vormen dan het huwelijk en met het
doen van voorstellen tot wijziging
van de onderscheidene rechtspositie
regelingen. In 1979 heeft het Centraal
Orgaan de aangesloten gemeenten aan
bevolen om in afwachting van het re
sultaat van de werkzaamheden van de
werkgroep enkele regelingen welke
zich daartoe lenen, ook toe te passen
op niet-huwelijkse relatievormen.
Formele vastlegging in rechtspositie
regelingen was in deze gevallen niet
nodig. Het betrof de buitengewoon
verlofregeling van korte duur, de ver
plaatsingskostenverordening, de rege
ling woon-werk-verkeer en de uitkering
bij overlijden. Wij hebben overeen
komstig die aanbeveling besloten
(met uitzondering voor de regeling
woon-werkverkeer welke in deze gemeen
te niet bestaat)
Uit informatie bij het Centraal Orgaan
is ons gebleken dat de werkgroep in
middels eindrapport heeft uitgebracht
(dit is echter nog niet openbaar, maar
zal vermoedelijk binnenkort wel voor
publicatie worden vrijgegeven) en dat
thans overleg plaats vindt over de
realisering van de aanbevelingen van
de werkgroep. Blijkens die informatie
is het echter niet uitgesloten dat
realisering nog op zich zal laten
wachten omdat de beoogde gelijkstel
ling zal leiden tot extra kosten waar
voor het rijk momenteel geen financië
le middelen heeft.
Het lijkt ons in dit stadium juist de
publicatie van het rapport en de eerste
resultaten van het overleg af te
wachten.
1-6