II-9-2
Ingaande 1982 worden door het D.B.A. geen werkloosheidspercentages
voor afzonderlijke gemeenten meer verstrekt.
Deze snelle stijging van de werkloosheid wordt veroorzaakt door een
toename van de beroepsbevolking en een stagnatie in de groei van het
aantal arbeidsplaatsen. Deze oorzaken liggen ook ten grondslag aan
stijging van de werkloosheid in Leeuwarden. Vermeldden wij in de
aanbiedingsbrief bij het beleidsplan 1983-1987 dat de groei van de
werkgelegenheid in Leeuwarden tot staan was gekomen en zelfs was omge
slagen in een lichte daling, nu moeten wij helaas constateren dat
deze tendens zich in versterkte mate heeft voortgezet. Blijkens de ge
gevens van het E.T.I.F. is in 1983 het aantal arbeidsplaatsen in
Leeuwarden met ca. 2000 afgenomen, een daling van bijna 5 Deze
teruggang heeft zich zowel in de sector nijverheid als in de diensten
sector voorgedaan.
Dit gevoegd bij een toenemend aanbod op de arbeidsmarkt van met name
schoolverlaters doet een erg somber beeld ontstaan van de werkgele
genheidssituatie in Leeuwarden, ook op wat langere termijn.
Wij zijn voornemens de komende jaren een actief werkgelegenheids
beleid te voeren. In de Nota Werkgelegenheid zal een integraal kader
worden aangegeven waarbinnen dit beleid nader geconcretiseerd zal
worden en in activiteiten zal worden vertaald. Wij denken hierbij aan
activiteiten die gericht zijn op het handhaven en uitbreiden van bestaan
de werkgelegenheid, op het stimuleren en aantrekken van nieuwe bedrij
vigheid en op de opvang en herinschakeling van niet-beroepsmatig
actieven en het bieden van alternatieven van structurele werkgelegen
heid. Naar verwachting zullen wij nog in 1983 de Nota Werkgelegenheid
aan U kunnen voorleggen.
Vooruitlopend op het gereedkomen van de Nota Werkgelegenheid hebt U
onlangs besloten een Werkgelegenheidsfondsgroot 500.000,-- in te
stellen en hebben wij U voorgesteld maatregelen te treffen die ten
doel hebben het aantal arbeidsplaatsen binnen het gemeentelijk appa
raat te vergroten, middels arbeidstijdverkorting voor nieuw aan te stel
len personeel.
II-9-3
2. Demografische aspecten.
Evenals in 1981 is ook in 1982 de bevolking van Leeuwarden toege
nomen en wel met 366 personen. Er was sprake van een natuurlijke aan
was van 14-6 personen en een positief migratiesaldo van 220 personen.
Op 1 januari 1983 omvatte de totale bevolking van de gemeente
85.055 personen. Deze groei van het inwonertal van de gemeente heeft
zich ook in het eerste half-jaar van 1983 voortgezet. Per 1 juli 1983
was de bevolkingsomvang van Leeuwarden toegenomen met 331 personen
tot 85.386 personen.
3. Premieregelingen
Sinds 24- juli 1982 is de Ruimtelijke Ordeningstoeslag (ROT) van de
Wet Investeringsrekening (WIR) voor de volle 15 voor Leeuwarden van
kracht (was voordien 7i%). Van deze ROT, die geldt bij bedrijfs-
verplaatsing vanuit S.I.R.-gebieden naar Leeuwarden, is gedurende het
jaar dat deze regeling nu volledig van toepassing is, nog geen gebruik
gemaakt.
De investeringspremie-regeling (IPR) heeft tot doel, door middel van
een investeringspremie tot 25 van de investeringskosten in vaste
activa, de stimulering van vestiging en uitbreiding van industriële en
stuwend-dienstverlenende bedrijven. Qua aantal ingediende premie-verzoeken
en qua aantal gecreëerde arbeidsplaatsen is het beeld over 1982 iets
verbeterd ten opzichte van 1981. In 1982 betrof het 8 aanvragen voor pro
jecten waarbij 4-6 arbeidsplaatsen gecreëerd werden. In 1981 waren er
7 aanvragen met 41 arbeidsplaatsen. De eerste helft van 1983 geeft geen
aanleiding te veronderstellen dat het aantal aanvragen en arbeidsplaatsen
in het lopende jaar zal toenemen. Per 1 juli 1983 waren er 2 aanvragen
ingediend waarbij sprake was van de creatie van 9 arbeidsplaatsen.
Op 28 juni 1983 heeft de Minister van Economische Zaken de Tweede
Kamer schriftelijk ingelicht over het resultaat van zijn onderhandelingen
met de Europese commissie over de hoogte van het Nederlandse regionale
stimuleringsbeleid. Op basis hiervan stelt de minister voor belangrijke
wijzigingen aan te brengen in het regionaal sociaal-economisch stimu
leringsinstrumentarium, die ook consequenties hebben voor de in
Leeuwarden geldende premieregelingen.