II-10-d
r^
00
on
CC'
O
c
O
co
Pi
VO
0\
wv
vo
LA
cr
ro
vo
r*.
m
CD CD
ro
o
O
m
CD
P
er.
c
«o
CD
CD
AJ
CD
r>.
<M
00
aj
O
rvi
UJ
CJ
SS
^"OO
3«>
®1 p
ei o
c
C. Ni
to CO
O c>
o
u
in
<\j
UJ
t—
en
o
jsutunu
-Stoa
f-H
P
c
•H
f-H
f-H
co
P
M
•f-5
•H
C
CT)
P
P
E
•H
ro
i-H
•rH
f-H
C
-C
C
P
O
(0
P
O
Pi
P
p
c
Q-
Q.
C
•H
"O
ro
"O
P
c
C
rO
•rH
•H
C
CP
C
•H ro
ro
p
P
"O
O
c
c
c
*H
•H
p
CO
p
.C
"O
ro
,,-b
c
e=
•H
»H
ro
D 2c
P
c
ro
O
N
O 1
1
f-H
A*
VO
VO
VO
Lü
i
tn
x
o
S£
II-ll-l
BELEIDSSECTOR MAATSCHAPPELIJKE AAMGELEGENHEDEN
Maatschappelijke dienstverlening
De beleidsvoornemens van de rijksoverheid met betrekking tot de
decentralisatie van de maatschappelijke dienstverlening hebben
ook in de afgelopen beleidsperiode nog geen volledige afronding ge
vonden. Het moge duidelijk zijn dat dit consequenties heeft voor
het tempo waarmee en het uiteindelijke tijdstip waarop bevoegdhe
den terzake van planning en programmering naar de lokale overheden
worden verlegd.
Zo is inmiddels bekend geworden dat de hulpverlening bij ongehuwd
moederschap en alleenstaand ouderschap (Fiom-werk), welke werksoort
in fase I van de rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstver
lening was gedecentraliseerd, per 1 januari 1984- weer teruggebracht
zal worden onder het regiem van de rijksoverheid.
Voor wat betreft de verdere decentralisatie van de maatschappelijke
dienstverlening heeft de Minister van W.V.C. kenbaar gemaakt, dat
de regering ernaar streeft om als overgang naar de Kaderwet Speci
fiek Welzijn nog per 1 januari 1984- een verbrede en sterk vereen
voudigde rijksbijdrageregeling van kracht te doen worden. In deze
brede regeling zouden dan de huidige rijksbijdrageregeling sociaal-
cultureel werk en de rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienst
verlening moeten worden opgenomen, met uitsluiting van de Fiom-bu-
reaus, de Blijf-van-mijn-lijf-huizen, de Boddaertcentra en de ge
zinsverzorging. Of de feitelijke effectuering van deze beleids
voornemens nog voor de genoemde datum kan worden bereikt, moet
ernstig worden betwijfeld.
Afgezien van de bovengenoemde onzekerheden in de te verwachten re
gelgeving met betrekking tot dit beleidsterrein, wordt het voeren
van een gemeentelijk beleid terzake en het treffen van voorberei
dingen daartoe middels de opstelling van een plan en programma voor
de maatschappelijke dienstverlening verder nog bemoeilijkt door
de bezuinigingen die de rijksoverheid op de rijksbijdrage maat
schappelijke dienstverlening fase I heeft aangekondigd en ten dele
al heeft doorgevoerd. Is de voor 1983 aangekondigde korting op de
rijksbijdrage van 10% op aandringen van de Tweede Kamer weer onge
daan gemaakt, in 1984- zal rekening moeten worden gehouden met een
korting door het rijk van 5,2%.
co
co
on
PAR. 11
p
fC
10
co
co
cd
co
on
ra
oj
co
vo
m
co
on
ro
on
la
vo
O
O C C
r>
1
co
CO
"o
00
•h
cn
0
l
JD
pi
cd
p
ro
0
q.
0
0
"o
p
co
0
o
JZ
0
0
co
0
=j
co
0
0
0
co
p
0
to
q-
0
0
0
0
co
cd
5=
•h
0
p
0 cd
cd
<d
O
0
p p
r~
c -0
0
0
0
0
0 JZ
"o
p co
SL
co
0
0
cl p:
0
pc
JZ
co
cd *h
p
p
pc
0
p
o
on