mm II-15-1 PAR. 15. OVERIGE UITGAVEN EN INKOMSTEN A. Algemeen Deze beleidssector omvat de uitgaven en inkomsten die niet tot an dere beleidssectoren kunnen worden gerekend. Daaronder zijn uitga van en inkomsten die in een later stadium wel tot een andere be leidssector zullen behoren, doch waarvan nu de juiste toedeling niet bekend is. De geraamde bedragen worden zolang de functionele bestemming niet bekend is in de vorm van stelposten in beleidssector 15 opgenomen. De overschotten van deze beleidssector en die van de sector Nutsbe drijven dienen in beginsel de dekking te vormen voor de tekorten van de overige beleidssectoren. B. Toelichting per volgnummer Uitgaven Onroerendgoedbelastingen (volgnr. 614) De belastingheffing geschiedt tot en met 1984 naar de waarden van de objecten zoals die golden dan wel gegolden zouden hebben op 1 januari 1979. Ingaande 1985 zal de heffing dienen te geschieden op basis van de waarden per 1 januari 1984. Wij verwachten dat met de hertaxatie ingaande 1984 kapitaallasten gemoeid zullen zijn tot een bedrag van 290.000,-- (na rentecorrectie). Rentecorrectie onrendabele investeringen (volgnr. 640) Tijdens de voorbereiding van het ontwerp-beleidsplan 1984-1988 is aanvankelijk een rentevoet van 10% als uitgangspunt gehanteerd. Ontwikkelingen op de kapitaalmarkt tot juli 1983 alsmede bestaande verwachtingen ten aanzien van een daling van de rentevoet hebben er toe geleid dat deze veronderstelling is bijgesteld tot een ni veau van 9%. De rentecorrectie op onrendabele investeringen van 10 op 9% hebben wij op dit volgnummer onder deze beleidssector tot uitdrukking gebracht. De rentecorrectie op het financieringstekort hebben wij verwerkt onder volgnr. 644/1.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 160