6. de verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die we gens uitwinning; 7. de uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenissen zijn ondeel baar; 8. partijen verbinden zich om bij het verlijden van de akte tot eigendoms overdracht afstand te doen van het recht om ingevolge het bepaalde bij de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek of op enige andere grond ontbinding, vernietiging of ongedaanmaking van de koopovereenkomst te vorderen; 9. partijen kiezen voor de uitvoering van deze overeenkomst en haar gevol gen woonplaats ten kantore van de voornoemde notaris; 10. indien de koper op de ingevolge het onder 2 vermelde te bepalen tijd en plaats niet persoonlijk of door een behoorlijk gevolmachtigde ver schijnt, ofwel, verschenen zijnde, weigert de definitieve akte te ondertekenen, of de koopsom en het verder door hem verschuldigde te betalen, wordt hij zonder enige aanmaning of ingebrekestelling geacht weigerachtig of nalatig te zijn; in dat geval zal de verkoper het recht hebben deze overeenkomst door een schriftelijke kennisgeving aan de ko per te ontbinden, alles onverminderd de bevoegdheid van de verkoper ge bruik te maken van de hem door de wet gegeven rechtsmiddelen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor verschillende plangebieden en percelen. Bijlage nr. 325 Leeuwarden, 1 september 1983. Aan de Gemeenteraad. I. Voor de plangebieden "Cambuur", 1111 Vierhuis" en "Aldlan-Oost VI" hebt U op 20 september 1982 (bijlage nr. 359) een voorbereidingsbesluit genomen. Aangezien het niet mogelijk is gebleken tijdig ontwerp-bestemmingsplannen voor deze gebieden ter inzage te le.ggen, zal de voorbereidingsbescherming op korte termijn vervallen. Wij achten het gewenst, dat voor deze gebieden opnieuw een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Met toepassing van een voorbereidingsbesluit kunnen bouwactiviteiten, welke strijdig zijn met de stedebouwkundige visie ten aanzien van deze gebieden worden geweerd, ter wijl daarnaast de mogelijkheid open blijft medewerking te verlenen aan bouw plannen, welke zullen passen in de desbetreffende toekomstige bestemmings plannen. II. Wij hebben een verzoek om vergunning ontvangen voor het verbouwen en uitbreiden van een winkel op de percelen Schrans 73 tot en met 79 te Leeu warden. Voor wat betreft de panden Schrans 73 en 75 wijkt het bouwplan af van het geldende bestemmingsplan "Huizum-Sixma"omdat een deel van deze percelen een bedrijfsbestemming heeft. In de in voorbereiding zijnde herziening van het geldende bestemmingsplan is bedoelde bedrijfsbestemming evenwel vervallen en krijgen de nrs. 73 en 75 dezelfde uitbreidingsmoge lijkheden als de nrs. 77 en 79. Het bouwplan is derhalve in overeenstem ming met het in voorbereiding zijnde herzieningsplan. Teneinde aan het bouwplan medewerking te kunnen verlenen, achten wij het gewenst dat voor genoemde vier percelen een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling van de voorschriften van het geldende bestemmingsplan te verlenen. Herbij geldt wel als voorwaarde, dat Gedepu teerde Staten vooraf moeten hebben verklaard tegen het verlenen van deze vrijstelling geen bezwaar te hebben. Hierna kan de bouwvergunning worden verleend. III. Onlangs is een verzoek om vergunning ingediend voor de bouw van een openbare lagere school in combinatie met een bijzondere neutrale kleuterschool (onder meer een gemeenschapsruimte, twee werklokalen en een speelwerklokaal) en een gymnastieklokaal op een perceel aan het Ieborchpaed, tussen de Buorren en de Weme, te Lekkum. Het bouwplan wijkt zowel af van het uitbrei dingsplan in onderdelen van de gemeente Leeuwarderadeel als van het uit breidingsplan "Lekkum". Uit stedebouwkundige overwegingen bestaan evenwel geen bezwaren tegen het hiervoor geschetste bouwplan. Hieraan kan eerst medewerking worden verleend indien een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling van de voorschriften van de geldende bestemmingsplannen te verlenen. Ook hierbij geldt als voorwaarde, dat Gede puteerde Staten vooraf moeten hebben verklaard dat tegen het verlenen van deze vrijstelling geen bezwaar bestaat.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 233