Gaspr ijzen Bijlage nr. 349 Leeuwarden, 22 september 1983. Aan de Gemeenteraad. In uw vergadering van 1 juni 1981 is na uitvoerige discussie een motie aangenomen waarin wordt uitgesproken dat de aardgasprijzen gedurende drie jaren zouden moeten worden bevroren. Tevens werd ons college verzocht activiteiten te doen ontwikkelen om ook de andere aandeelhouders van de N.V. Frigas tot dat standpunt te brengen en dit vervolgens uit te dragen in het overleg tussen Vegin en Gasunie. Deze motie is uitgevoerd. Bij de behandeling van ons voorstel van 21 oktober 1982, bijlage nr. 427, sprak U op 1 november 1982 via een motie als Uw oordeel uit dat de motie van 1981 nog steeds van kracht is. Hoewel het standpunt van de Raad ter kennis is gebracht van de andere aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van de N.V. Frigas en een commissaris van de N.V. dit standpunt duidelijk heeft verdedigd in de vergadering van de Vereniging van Gasbedrijvan in Nederland Vegin op 11 november 1982, is toch in de jaren 1982 en 1983 een gasprijsverhoging tot stand gekomen, respectievelijk van 7 en 3 cent per m3, terwijl in 1983 bovendien het vastrecht werd verhoogd met 9,per jaar. Voor het bevriezen van de gasprijzen werden in de Vegin nog niet voldoende medestanders gevonden. In het recente overleg tussen de Vegin en de Gasunie inzake de gasprijs voor kleinverbruikers in 1984 zijn de bestaande meningsverschillen omtrent de mate van aanpassing van de gasprijzen niet opgelost. De Gasunie is van mening, dat er een prijsverhoging van 3,4 cent per m3, excl. b.t.w., moet komen. Naar de zienswijze van de Vegin daarentegen zijn er geen termen voor een prijsver hoging aanwezig; eerder het tegendeel. In de Vegin-vergadering van juni j.l. is voorts een motie aangenomen waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat er geen aanleiding is voor een prijsverhoging en dat koppeling aan de Vegin-filo- sofie moet worden nagestreefd bij de prijsvaststelling per 1 januari 1984. Indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen kan de Minister van Economische Zaken op grond van de Wet Aardgasprijzen een beslissing nemen over de minimum-prijs die de Gasunie aan de gasbedrijven moet berekenen en daarmee indirect invloed uitoefenen op de verbruikerstarieven. De minister heeft met het bekend maken van zijn voornemen terzake gewacht tot Prinsjesdag. Wij gaan er van uit dat de meerderheid van Uw Raad thans geen aanleiding ziet een ander standpunt in te nemen dan in 1981 en 1982. Dit te minder nu sedert die tijd als gevolg van de verslechterde economische situatie de besteedbare inkomens zijn gedaald, terwijl de woonlasten daarentegen toenemen. Overigens verdient het naar onze mening aanbeveling ruimere bekendheid te geven aan het standpunt van Uw Raad door dit mee te delen aan de Regering, de leden van de Tweede Kamer der Staten-C-eneraal en ue Vegin. Daarnaast achten wij het van belang de Vereniging van Friese Gemeenten te vragen adhesie aan dit standpunt te betuigen. Wij gaan er van uit, dat de vertegenwoordigers van onze gemeente in de N.V. Frigas het gemeentelijk standpunt zullen verdedigen. Onder de mededeling dat de Commissie voor het Gemeentelijk Electrici- teitsbedrijf nog zal worden gehoord, stellen wij U voor te besluiten overeen komstig het bijgevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.O. te Loo Burgemeester. mr. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 288