- 2 - - Indien onverhoopt toch geen vergunning sou kunnen worden verleend, wordt verzocht om een tijdelijke bouwvergunning voor de duur, dat de kinderen nog thuis wonen, aangezien de berging hoofdzakelijk is bestemd voor de attributen van de kinderen. 3Reactie van Burgemeester en Wethouders. Bij schrijven van 11 augustus 1933 hebben 3. en W. op het beroepschrift van mevrouw Eijer gereageerd. B. en V. verwijzen naar het bij de bestreden beschikking ingenomen standpunt. Tevens acht het college een tijdelijke bouwvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Woning wet niet mogelijk, aangezien de behoefte aan extra opslagruimte als permanent moet worden aangemerkt. Wellicht zou de bijkeuken enig soelaas kunnen bieden. Overigens staat ook onvoldoende vast, op welk tijdstip geen behoefte meer zou bestaan aan de extra opslagruimte. 4. Terinzageleggin^ van de stukken en hoorzitting. De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 15 t/m 22 augustus 1983 ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. Mevrouw Eijer heeft van de stukken kennisgenomen. De commissie heeft mevrouw Eijer en B. en V. in de gelegenheid gesteld hun standpunten toe te lichten in een vergadering van de commissie op maandag 29 augustus 1283 te 16.30 uur in het Stadhuis. Mevrouw Eijer verscheen met haar gemachtigde, de heer J. Drewes. Naast hetgeen reeds ih het beroepschrift was vermeld, deed de heer Drewes een beroep op de menselijkheid, aangezien mevrouw Eijer de berging beslist nodig heeft voor haar huishouden. Mocht ook de Raad de bouwvergunning weigeren, dan zou de berging op wielen kunnen worden geplaatst, zodat hij dan niet meer onder de bouwverordening valt. De vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders merkte terzake op, dat een wagen, die niet als zodanig wordt gebruikt, ook onder het regiem van de bouwverordening valt. Tot de raadsbeslissing zal tegen de berging geen politiedwang worden toegepast. Over een eventueel gedogen van de berging wenste hij zich niet uit te laten. 5Overwegingen va.n de Raaflsadviescommissie voor de beroer- en bezwaar schriften. De commissie stelt vast, dat Burgemeester en Wethouders terecht heo- ben geconcludeerd, dat er geen mogelijkheid in de bouwverordening is te vinden om ontheffing te verlenen van het verbod tot overschrijding van de voorgevelrooilijn voor de berging van mevrouw Eijer. De door appellante aangevoerde "menselijke" gronden kunnen, wat daar ook van zij, niet leiden tot doorbreking van het dwingende stelsel van de Woningwet. Burgemeester en Wethouders hebben derhalve op wettelijk juiste gronden de bouwvergunning geweigerd. De opmerkingen inzake de politiedwang neemt de commissie voor kennisgeving aan, aangezien politiedwang de uitsluitende bevoegdheid is va.n Burgemeester en Wethouders. Advies van de Raadsadviescommissie voor de beroer- en bezwaarschriften De commissie adviseert op grond van de onder 5. gestelde overwegingen de Raad het beroepschrift ongegrond te verklaren en te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit. Raadsadviescommissie voor de secretaris -voorzitter. vice

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 302