2. de vereniging zal de betreffende roerende en onroerende goederen tegen
brand- en stormschade verzekerd houden, zulks ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders;
3. de vereniging verleent alle medewerking aan een door of vanwege
Burgemeester en Wethouders uit te oefenen controle op de administratie
van de woningstichting;
4. onverminderd het bepaalde in de statuten van de vereniging zijn aan de
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpen de besluiten van
de vereniging betreffende:
a. het aankopen, vervreemden en bezwaren van onroerende goederen;
b. het aangaan van geldleningen en het uitlenen van gelden, anders dan
korte-termijn gelden;
5. al hetgeen door de gemeente terzake van de verleende garantie mocht
worden betaald blijft als schuld op de vereniging rusten;
over het bedrag dezer schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarlijks
op 31 december rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde
percentage als geldt voor de geldlening;
6. de vereniging is verplicht de aan de geldlening en aan de garantie
overeenkomst verbonden voorwaarden stipt na te komen;
7. de Gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening
niet geheel is afgelost het recht hebben om alle bezittingen van de
vereniging ten behoeve waarvan de geldlening is afgesloten met de op
die bezittingen rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der
woningstichting, voorzoveel die ten behoeve dier bezittingen zijn
gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van
het voor de verwerving en instandhouding van die bezittingen aangewende
deel van het eigen vermogen der vereniging, benevens een eventueel naar
het oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding voor
liquidatiekosten
8. alle kosten en rechten, vallende op het afsluiten van de garantie
overeenkomst, komen ten laste van de vereniging;
9. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie
overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zo nodig
nadere voorwaarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Nr. 16557
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gezien het verzoek van 14 september 1983 van de woningbouwvereniging "Beter
Wonen" om gemeentegarantie inzake de correcte betaling van rente en aflossing
van een geldlening, groot 397.000,— aan te gaan voor de financiering van
warmte-isolatievoorzieningen aan het complex 179 woningen in "de Espels" en de
woning Robinsonstraat 171;
overwegende, dat de Staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening bij beschikkingen d.d. 22 augustus 1983 nrs BWI 45063 en 45071 op voet
van de Beschikking geldelijke steun warmte-isolatie bestaande woningen, bijdra
gen heeft toegekend tot een totaal bedrag van 160.538,
dat de kosten van het treffen van de onderhavige warmte-
isolatievoorzieningen na aftrek van voornoemde rijkssubsidie 397.215,bedragen
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 november 1983»
(bijlage no. 395);
gelet op de artikelen 60, 65 en 67 van de Woningwet, de Beschikking gelde
lijke steun Warmte-isolatie bestaande woningen en het bepaalde in de Beschikking
deelneming van het rijk in garanties van de gemeenten voor het verkrijgen in
eigendom van bestaande woningen en voor het treffen van voorzieningen door
toegelaten instellingen;
BESLUIT
I. overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen, vervat in de "Beschikking
deelneming van het rijk in garanties van de gemeenten voor het verkrijgen
in eigendom van bestaande woningen en voor het treffen van voorzieningen
door toegelaten instellingen", rente en aflossing te garanderen van de aan
de woningbouwvereniging "Beter Wonen" te Leeuwarden, door de Stichting
Pensioenfonds voor het Weekloon en Uurloonpersoneel van de N.V. Koninklijke
Maatschappij "de Schelde", te Vlissingen te verstrekken geldlening, groot
397.000,rente 9 3/8koers 991%, geen afsluitprovisie, ten behoeve
van de financiering van warmte-isolatievoorzieningen aan 180 woningen
(complexen BSV 1066 en BV 1571), zulks overeenkomstig de ontwerp-
leningsovereenkomst terzake;
II. aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
te verzoeken het verlies, dat voor de gemeente zou kunnen voortvloeien uit
het garanderen van rente en aflossing van eerdergenoemde lening, voor hon
derd procent ten laste van het rijk te nemen.