- 2 -
C. Verdere onderhandelingen.
Naar aanleiding van de standpunten van het bestuur van het G.C.O. en de be
stuurscommissie S.A.D. hebben wij besloten nader overleg te plegen met het be
stuur van het G.C.O. over:
1. de taak en positie van de coördinator van het werkgebied Leeuwarden;
2. de wijze waarop vacatures bij het G.C.O. benut zouden kunnen worden voor de
effectuering van herwaarderingstaakstellingen van de gemeente Leeuwarden
t.a.v. de schoolbegeleiding;
3. de financiële resultaten van de integratie.
Dit overleg heeft in twee ronden plaatsgevonden op 12 september en 17 oktober
jl. De uitkomsten daarvan zijn:
Ad 1. Het bestuur van het G.C.O. houdt vast aan het standpunt dat de functie van
coördinator tijdelijk dient te zijn voor de overgangsperiode na de inte
gratie en voorts persoonsgebonden, d.w.z. beperkt tot de huidige directie
leden. Wel kan de coördinator volwaardig deelnemen aan de directievergade
ringen van het G.C.O. Bij het overleg op bestuursniveau wordt de coördi
nator echter niet betrokken.
Ad 2. Het bestuur van het G.C.O. is bereid t.a.v. het werkgebied Leeuwarden een
vacaturestop in te voeren, teneinde de beoogde afslanking te realiseren.
Dringend noodzakelijke functies zullen alleen met instemming van ons col
lege vervuld worden. Ten aanzien van overplaatsing van ex-S.A.D.-mede
werkers naar vacatures elders bij het G.C.O. heeft het bestuur zich bereid
verklaard daaraan zoveel mogelijk medewerking te verlenen. Als interne
kandidaten hebben deze medewerkers voorrang boven externe kandidaten.
Ad 3. Zoals uit het Overgangsrapport blijkt (zie blz. 26), levert de integratie
een voordeel op van 210.000,op basis van de begroting 1983.
Daarbij zij opgemerkt dat de formatieplaats van coördinator in het basis
pakket is opgenomen. Gezien het standpunt van het G.C.O. dat deze functie
tijdelijk zou zijn, bestond het gevaar dat deze ruimte t.z.t. uit het ba
sispakket zou verdwijnen.
Afgesproken is echter dat deze formatieruimte permanent zal zijn en t.z.t.
eventueel door verschuiving van het extra dienstenpakket naar het basis
pakket zal kunnen worden ingevuld. Daarmee is een eventueel toekomstig
financieel nadeel dat door bedoelde inkrimping van het basispakket zou
kunnen ontstaan, voorkomen.
Verder heeft het bestuur van het G.C.O. zich verplicht om de medewerkers
van het werkgebied Leeuwarden gedurende minimaal 5 jaar te huisvesten in
het Kooperberghuis. Op deze wijze worden eventuele financiële nadelen van
leegstand voor de gemeente voorkomen. Het bestuur van het G.C.O. heeft
zich bovendien bereid verklaard desgewenst nader overleg te voeren over
huur of eventueel overname van het gehele gebouw.
De desbetreffende brieven en verslagen liggen voor U ter inzage.
D. Standpuntbepaling.
Op basis van vermelde resultaten van de verdere onderhandelingen hebben wij
ons uiteindelijke standpunt ten aanzien van de integratie van de S.A.D. en
G.C.O. als volgt bepaald. Daarbij is tevens betrokken de brief van de Medezeg
genschapscommissie van de S.A.D. van 19 oktober 1983, gericht aan Uw raad.
- 3 -
Gezien de resultaten van de besprekingen met het G.C.O. zijn wij tot de con
clusie gekomen dat het in het belang van de toekomstige ontwikkeling van de
schoolbegeleiding gewenst is te komen tot integratie van beide schoolbegelei
dingsdiensten.
Door het enkele feit van de integratie zal de dienstverlening niet nadelig
beïnvloed worden.
De werkuitvoering van de schoolbegeleiding zal op nagenoeg dezelfde wijze blij
ven plaatsvinden. Verandering of vermindering van de dienstverlening zal vooral
een gevolg zijn van de door Uw Raad genomen besluiten tot bezuiniging op de kos
ten van schoolbegeleiding. Deze effecten staan los van de integratie.
Anderzijds kunnen de gevolgen van deze bezuinigingen voor de werkgelegenheid
bij de dienst beter worden opgevangen in het grotere verband van het G.C.O. dan
wanneer de S.A.D. zelfstandig zou blijven. De kansen van de medewerkers om in
een soortgelijke functie in de toekomst werkzaam te blijven, zullen daardoor
verruimd worden.
Weliswaar verliest de gemeente Leeuwarden na de integratie haar directe zeg
genschap over de schoolbegeleiding alhier, maar de taken en bevoegdheden van de
stuurgroepen - zoals vastgelegd in de gewijzigde gemeenschappelijke regeling van
het G.C.O. - geven de mogelijkheid van een behoorlijke invloed op de werkuit
voering in het eigen gebied. De stuurgroep krijgt o.a. de bevoegdheid om het
werkplan voor het eigen werkgebied vast te stellen en een inbreng te leveren in
het algemene beleidsplan en werkplan dat voor het totaal van het G.C.O. geldt.
Daarnaast biedt de financiële relatie met het G.C.O. t.a.v. het extra diensten
pakket voldoende houvast tot het stellen van voorwaarden aan de dienstverlening.
Wij stellen ons voor terzake de stuurgroep in te schakelen als adviesinstantie.
Hoewel de financiële voordelen van integratie ca. 100.000,minder groot zijn
dan in de begroting voor 1983 was geraamd, gaat het toch om een aanzienlijke
verbetering. Bovendien is er in de rijksbegroting nog een verhoging van de
rijkssubsidie voor schoolbegeleiding geraamd van 33,per leerling in 1983
tot 48,per leerling in 1985.
Voorts dient erop gewezen te worden dat het risico bestaat dat bij het niet
doorgaan van de integratie de voor onze eigen begeleidingsdienst ontvangen
rijkssubsidies over 1981 en 1982 van resp. 214.000,en 196.000,zouden
moeten worden terugbetaald.
T.a.v. de huisvesting en de overplaatsing van personeel hebben wij redelijke
garanties gekregen om onze financiële doelstellingen te realiseren. Wat de func
tie van coördinator betreft, moet geconcludeerd worden dat deze, gezien de door
het G.C.O. gestelde randvoorwaarden, niet als een passende functie beschouwd kan
worden voor de huidige waarnemend directeur. Wij hebben daarom in overleg met
betrokkene een andere passende oplossing gevonden.
E. Voorstel.
Om de hiervoor aangegeven redenen stellen wij U voor in te stemmen met de
integratie van de Leeuwarder Schooladviesdienst met het Gemeenschappelijk
Centrum voor Onderwijsbegeleiding.
Formeel gesproken dient deze integratie plaats te vinden door opheffing van
de Schooladviesdienst onder gelijktijdige benoeming van het personeel door het
bestuur van het G.C.O. Gezien de daarmee verband houdende ontslagaanzeggingen en
-termijnen voor het personeel, kan het ontslag en daarmee de opheffing van de
dienst niet eerder plaatsvinden dan 3 maanden nadat het raadsbesluit terzake is
genomen, tenzij in overleg met alle betrokkenen een kortere termijn wordt over
eengekomen