3-2
3-3
Pa 71. Het collegeprogramma stelt onder B,l,b
dat de betrokkenheid van de bewoners
bij de inrichting en beheer van de ge
bouwde omgeving wordt versterkt.
Welke activiteiten zijn daartoe vanwe
ge het college ontwikkeld?
V 72. Onder beleidssector R.O. geeft het col
lege aan met belangstelling de stappen
van de Regering op het punt van de de
regulering te volgen.
Onder werking van de huidige termijnen
die de wet op de R.O. biedt wordt her
haaldelijk gebruik gemaakt van de -ove
rigens wettelijk toegestane- verlenings
termijnen. Dit verhoogt niet de vlotte
en voor de burger inzichtelijke afwik
keling van plannen. Hoe denkt het col
lege dit op te lossen en hoe denkt het
college de in het verschiet liggende
kortere termijnen te realiseren?
steld om bezwaren in te brengen en
zij de inspecteur van de ruimtelij.
ke ordening hebben gehoord (art.
77, lid 1, sub 2, der Onteigenings
wet). De gemeente heeft van deze
mogelijkheid in 1973 gebruik ge
maakt t.b.v. de herbebouwing van
het gebied "Werkmanslust".
De laatste tijd heeft zich de nood
zaak tot gebruikmaking van het mid
del "bouwplanonteigening" niet
voorgedaan.
71. De straatverbeteringsplannen wor
den in overleg met de wijkbewoners
opgesteld via het project- en con-
tactgroepenoverleg. Wat betreft het
beheer wordt ingespeeld op initia
tieven vanuit de wijk. Als voor
beeld hiervan kan worden genoemd
het binnenterrein aan de Pijlsteeg
(voormalige Handelsdrukkerij), waar
de bewoners een deel van het groen
onderhoud verzorgen.
Wij zullen de vraag in hoeverre wij
een actiever beleid dienen te ont
wikkelen betrekken bij de in ant
woord op vraag 11 aangekondigde ge-
spreksnotitie.
72Ons streven is, dat de Raad binnen
drie maanden na afloop van de ter
mijn van tervisieligging een be
slissing neemt omtrent de vaststel
ling van een bestemminsplan.
Slechts indien het in verband met
het onderzoek naar de binnengeko
men bezwaarschriften niet mogelijk
is tijdig een voorstel tot vaststel
ling van het plan aan te bieden,
wordt voorgesteld de beslissing om
trent de vaststelling te verdagen.
Wanneer de proceduretijden worden
verkort zal de organisatie van
planbehandeling indien mogelijk
daarop worden afgestemd. De V.N.G.
heeft overigens in een reactie aan
de Minister van VROM opgemerkt, dat
de voorgestelde termijn voor de ge
meenten erg kort zal blijken.
kering de gemeente Leeuwarden mag ver
wachten?
Zo ja, kan dan, gezien het regerings
voornemen om met de iSR-gemeenten af
spraken te maken over de tentatieve
reservering van aan te gane juridische
verplichtingen over een periode van
vier jaar, nu reeds worden aangegeven
welke consequenties e.e.a. na de genoem
de periode voor de voortgang van het
stadsvernieuwingsproces in Leeuwarden
heeft?
pa it\. Tot hoever kan er nog op de stortingen
in het stadsvernieuwingsfonds bezuinigd
worden zonder dat dit het programma tot
1993 in gevaar brengt?
Pa 75. Bij de riolerings- en andere grondwer
ken in verband met de stadsvernieuwing
moet de Frigas meestal de kabels van
het elektriciteitsnet voortijdig ver
vangen.
Dit is een nogal kostbare affaire, die
nu ten nadele van de opbrengst van het
G.E.B. komt.
Deze kosten zijn in principe ten laste
te brengen van de I.S.R.
Waarom gebeurt dit niet?
B. Stadsvernieuwing.
P 73. Kan, gelet op het gestelde in het Meer
jarenplan Stadsvernieuwing terzake van
de daarin voorgestelde Vergoeding
1985 t/m 1987 alsmede de thans in fei
te vastgestelde verdeelsleutel, aange
geven worden welke jaarlijkse (doel)uit-
73/ riet het in werking treden van de wet
74.. op de Stads- en dorpsvernieuwing
(vermoedelijk op 1 januari 1985) komt
een groot aantal subsidieregelingen
van de ministeries van Volkshuisves
ting, Ruimtelijke Ordening en riilieu-
beheer; Welzijn, Volksgezondheid
en Cultuur en Economische Zaken te
vervallen.
Leeuwarden komt op grond van de nu
voorgestelde verdeelsleutel jaar
lijks in aanmerking voor een recht
streekse doeluitkering van 7.3 00
van de te versleutelen stadsver
nieuwingsgel den; dit komt neer op
een bijdrage van ongeveer 7 mil
joen per jaar.
De omvang van de te ontvangen kas
gelden is onafhankelijk van het
planaanbod, zodat het systeem van
juridische verplichtingen komt te
vervallen met ingang van 1985.
De consequenties hiervan voor de
voortgang van de stadsvernieuwing
zijn momenteel niet goed in te
schatten, omdat bijvoorbeeld onbe
kend is of en zo ja welke overgangs
maatregelen zullen worden getroffen
met betrekking tot in het verleden
aangegane verplichtingen. Het ziet
er overigens naar uit dat (aanzien
lijk) minder subsidie binnenkomt
dan waarmee is rekening gehouden in
de beleidsnota stadsvernieuwing.
Wanneer in dezen meer duidelijkheid
bestaat zullen wij nader op deze
zaak terugkomen.
Inmiddels is deze zaak in de commis
sie voor de Ruimtelijke Ordening
van 31 oktober jl. behandeld.
75. Zeer onlangs heeft de Hoofdingeni
eur-Directeur van de Volkshuisves
ting laten weten dat in bepaalde
gevallen een deel van de kosten van
de nutsbedrijven subsidiabel zijn
in het kader van de I.S.R. Wij heb
ben deze problematiek thans nog in
studie.
In het bijzonder zullen wij ons
daarbij beraden op de consequenties
voor soortgelijke activiteiten in
gebieden die niet onder de werking
van de I.S.R. in uitvoering zijn of
komen. Het zal U overigens bekend
zijn dat de aanleg, wijziging en het
onderhoud van nutsleidingen ge
schiedt met inachtneming van de met
de gemeente overeengekomen (conces
sie-) voorwaarden.
Zodra de bedoelde studie is afge
rond zullen wij de besluitvorming
daaromtrent langs de gebruikelijke
procedures afronden.