3-14 D 110. Wil het college het aanleggen van een voetgangersbrug Baljeestraat/Zuider- straat nog in overweging nemen? P 111. Op welke termijn is de vervanging van de Oosterbrug noodzakelijk? Bestaat er een kans op subsidiëring in dezen. Hoe verhouden zich de huidige onder houdskosten tot de kapitaals- en exploi tatielasten van een nieuwe brug? P 112. Wanneer wordt de verkeerslichteninstal latie op het kruispunt van P. Stuyve- santweg en W. Lodewijkstraat aangelegd? C 113. Hempens ligt in een ruilverkavelingsge- bied; voor wiens rekening komt een on derhoudsbeurt c.q. vernieuwing van de brug? Is daar in de begroting c.q. het meer jarenplan rekening mee gehouden? C 114. Is het uit een oogpunt van energie- en kostenbesparing mogelijk de openbare verlichting op vele plaatsen - eventu eel gedurende bepaalde uren - te hal veren c.q. belangrijk te verminderen? P 113. Is het mogelijk de lantaarns die voor heen geplaatst waren bij de poort aan de zuidkant van de Prins Frederik Kazer ne thans te plaatsen bij de nieuwe hoofdingang aan de westkant? P 116. Ziet het college mogelijkheden om bij de straatverlichting van de binnenstad wat meer variatie toe te passen? 110. Bij de vaststelling van het I.S.R.. uitvoeringsrapport voor het gebied Sint Oacobsstraat/Wirdumerdijk op 26 april 1982 hebt U besloten af te zien van aanleg van genoemde brug. Wij zien geen aanleiding op deze beslissing terug te komen. 111. De vervanging van de Oosterbrug, is op korte termijn noodzakelijk. De reden hiervoor is de technische toestand. Te verwachten valt n.l, dat binnenkort het bewegingsmecha nisme niet meer kan functioneren. Gepoogd zal worden hiervoor rijks subsidies te verkrijgen. Over 1982 en half 1983 is een bedrag van 158.000,aan onderhoud van deze brug besteed. Bij een bouwsom voor een nieuwe brug van 2,5 miljoen zijn de kapi- taallasten het eerste jaar 287.500,(a 9rente). De onder houdskosten van een nieuwe brug zijn uiteraard aanmerkelijk lager dan die van een oude brug. 112. Het plaatsen van deze verkeerslich ten is afhankelijk van de resulta ten van het onderzoek betreffende de toekomstige functie van de P. Stuyvesantweg. Deze wordt bestu deerd in het kader van het bestem mingsplan Greunsweg. 113. Wij hebben de plaatselijke commissie van de Ruilverkaveling "De Oude Ookse" verzocht na te gaan of het mogelijk is deze brug in het kader van de ruilverkaveling te doen ver beteren. 114. In het kader van de herwaardering 1984-1988 zal aan dit punt aandacht worden geschonken. 115. Bedoelde lantaarns zullen door de woningbouwvereniging Beter Wonen worden herplaatst boven de poort in de zuidgevel. 116. De herinrichting van de binnenstad vindt plaats in het kader van de I.S.R. Op grond van deze regeling dienen de plannen te voldoen aan de criteria sober en doelmatig. 3-15 p 117. Is het mogelijk om in het kader van de BKR kunstenaars bij het inrichten van de woonomgeving te betrekken? P118. Met name de inrichting van grote en kleine pleinen vergt een zorgvuldige voorbereiding en uitvoering. Hoe staat het in dit verband met de plannen tot herinrichting van Bij de Put en het Oacobijnerkerkhof? Kan op de laatste lokatie reeds een kunstwerk worden ge plaatst? G 119. a. Aan welke onderhoudswerkzaamheden van straten en pleinen denkt het colle ge, wanneer aan uitstel niet kan worden ontkomen? b. Wat zijn globaal de criteria, die zullen worden gehanteerd bij de be oordeling van het al of niet uit stellen van onderhoudswerkzaamhe den. Wij zijn van oordeel dat de inrich tingsplannen voldoende variatie bieden; om het beeld wat te verlevendigen overwegen wij op sommige plaatsen bij entrees van woningen en winkels een accent te leggen door middel van het toepassen van een afwij kend bestratingsmateriaal, mits een en ander niet kostenverhogend werkt. 117. Dit is in principe mogelijk. Overigens merken wij op, dat het maken van plannen voor het inrich ten van de woonomgeving in eerste instantie een taak is van de Dienst Stadsontwikkeling. Het huidige sy steem, waarbij veelal gewerkt wordt met een project- en contactgroep, biedt voldoende mogelijkheden voor een veelzijdige voorbereiding van deze plannen. In bepaalde gevallen kan het echter mogelijk c.q. wen selijk zijn daarbij ook kunstenaars te betrekken. De B.K.R. heeft overigens (financi ële) beperkingen die een inschake ling bij de plannen voor de verbe tering van de woonomgeving belem meren. 118. Het inrichtingsplan voor Bij de Put zal eind 1983 met de wijkbewoners worden besproken. Het is de bedoe ling dat de inrichting van dit plein begin 1984 plaatsvindt. Het Oacobijnerkerkhof is in het verleden reeds definitief heringe richt. Overeenkomstig eerder gemaakte af spraken wordt op dit moment nage gaan of en in welke vorm het plaat sen van een kunstwerk op het Oaco- bijnerkerkhof wenselijk is. 119. Ad. a. Hierbij wordt gedacht aan herstra ten en uitvoering herstelwerkzaam heden. Ad. b. De toestand van de wegen dient zo danig te zijn dat de verkeersvei ligheid daardoor niet negatief wordt beïnvloed. Daarnaast zal wor den getracht de onderhoudstoestand met name van bovenwijkse verbindin gen en busroutes op peil te houden. Het herstel van woonstraten zal in mindere mate gaan plaatsvinden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 427