3-22 D 14-8. Al bij eerdere gelegenheden heeft D'66 gewezen op de grote problemen die schippers ondervinden bij doorvaart Nieuwe kanaal-Tijnje. Schippers hebben herhaaldelijk geklaagd over de uiterst gevaarlijke situatie aldaar doordat dikwijls aan beide kan ten schepen en jachten liggen afgemeerd. Hoewel het ons bekend is dat voornoemd water in beheer en onderhoud is bij de provincie Friesland, wijzen wij er nog maals op dat schepen met bestemming Leeuwarden hier grote hinder ondervin den, en dat een regeling door de rijks politie in deze situatie volstrekt on toereikend is. Graag vernemen wij of het college over leg met de provincie heeft gevoerd om voor deze onaanvaardbare situatie tot een oplossing te komen. Mocht dit niet het geval zijn dan ver zoekt D'66 hèt college met de grootste klem een dergelijk overleg te openen en (o.i. gerechtvaardigde) wens van de schippers om Leeuwarden op een veilige manier binnen en uit te kunnen varen te willen ondersteunen. Is het college daartoe bereid? I. Milieuzaken. 14-8. Wij zijn bereid met de provincie overleg te voeren over deze situa tie. P 14-9. Is het college van mening dat er sprake is van een evenwicht tussen de van kracht geworden milieuwetgeving en de daartoe door het rijk beschikbaar ge stelde saneringsgelden? Zo niet, welke consequenties trekt het college daaruit, ais ook wat wordt m.b.t. concrete zaken als de bodemver ontreiniging op het Hoeksterend en de problematiek rondom het bedrijf Van Slooten de beleidslijn? C 150. Wat zijn de consequenties van het Kabi netsbeleid ten aanzien van de deregu lering met betrekking tot de afgifte van 14-9. Niet in alle gevallen is hiervan sprake, omdat het Rijk er van uit gaat dat de gemeenten mede verant woordelijk zijn voor milieuhygië nisch ongewenste situaties, waarin sanering moet plaatsvinden. Dat be tekent dat van de gemeenten een bij drage wordt verlangd in de sanerings- kosten. Indien er sprake is van ernstig ge vaar voor de volksgezondheid of een ernstige verstoring van het milieu dient de gemeente deze verantwoor delijkheid te aanvaarden en derhalve ook de financiële consequenties in gevolge de verschillende regelingen te dragen. Daarbij realiseren wij ons, dat de absolute hoogte van de gemeentelijke bijdrage in het to tale afwegingsproces een belangrijke rol speelt. De problematiek rond het Hoeksterend en het bedrijf van Van Slooten zijn van dit laatste heel duidelijke voorbeelden. 150. In het actieprogramma, dat het ka binet heeft opgesteld over deregu lering op het gebied van milieube- 3-23 hinderwetvergunningen en de daarin op te nemen voorwaarden? 151. "De gemeente gaat verder met het milieu beleid (Collegeprogramma X. B.l. 3.waar bij onder andere aandacht wordt oesteed aan de mogelijkheden om de bevolking meer bij de uitvoering van het milieu beleid te betrekken, (o.a. zelfwerk zaamheid)."' Hoe wordt hieraan inhoud gegeven? Pa 152. "De gemeente ondersteund het streven ter vermindering van de geluidsoverlast (Collegeprogramma X.B.3.4-.) van de vliegbasis". Algemeen wordt ondertekend dat bestrij ding van geluid het beste kan plaats vinden door bestrijding bij de bron. Deelt het college met ons de bezorgd heid, ontstaan door recente ongelukken met de F16 in de directe omgeving van Leeuwarden? Leidt een en ander niet tot de conclu sie dat de vliegbasis dient te ver dwijnen? Zo nee, welke andere maatregelen stelt het college zich voor en hoe geeft zij daar vorm aan? P 153. In hoeverre heeft de gemeente de afge lopen drie jaren gebruik gemaakt van de subsidiemogelijkheden voor de sane ring van milieuhinderlijke bedrijven in/en rondom woonwijken en welke pro jecten staan er voor de komende jaren "op stapel"? heer, wordt in eerste instantie ge keken naar de effecten van de regel geving voor het bedrijfsleven. Overigens betreft het hier slechts beleidsvoornemens, welke nog nader zullen moeten worden uitgewerkt. Te verwachten valt, dat de in dit actieprogramma voorgestelde vervan* ging van de vergunningplicht door algemene regels in routinegevallen in het ambtelijk apparaat ruimte zal verschaffen voor de vergunning verlening in de meer ingewikkelde gevallen en de controle op de na leving. 151. Dit gebeurt door, via de rubriek "Aan de grote klok" in het week blad Huis aan Huis, voorlichting te geven over allerlei zaken die het milieubeleid betreffen. Als voor beelden kunnen worden genoemd de compostbakken, de actie olieslag (het leeghalen c.q. verwijderen van ondergrondse olietanks) en het inzamelen van klein chemisch afval. 152. Wij delen met U deze bezorgdheid, zonder dat wij daaraan evenwel de conclusie verbinden, dat de vlieg basis dient te verdwijnen. Wat dit laatste betreft houden wij vast aan het commentaar dat de raad indertijd heeft gegeven op het Structuursche ma Militaire Terreinen. Zoals be kend is daarin ook uitgesproken, dat vermindering van de geluidsover last primair moet worden nagestreefd door vermindering van het aantal vliegbewegingen. Aan dit standpunt wordt op die plaatsen en tijdstip pen, waarop deze aangelegenheid aan de orde is, nog steeds vastgehou den. Wat het recente ongeval op de vliegbasis zelf betreft is, zoals overigens bij elk ongeval te doen gebruikelijk, een onderzoekscom missie ingesteld. 153. De uitvoering van de Bijdragerege ling Sanering milieuhinderlijke bedrijven in de woonomgeving is een taak van Gedeputeerde Staten. Op basis van de regeling hebben Ge deputeerde Staten van Friesland na overleg met de gemeenten in de eerste helft van dit jaar de lijst van Friese bedrijven samengesteld, die in beginsel voor een sanerings-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 431