5 Wij hebben het rapport van de NWR nog niet ontvangen, maar uit infor matie van de corportaties kunnen wij opmaken, dat zich nergens alar merende situaties voordoen. Dit wordt bevestigd door het Bouw- en Milieutoezicht. P 211. Wat is de stand van zaken m.b.t. de opbouw van de woningcartotheek? 211. Op ambtelijk niveau heeft een inven tarisatie plaatsgevonden van gege vens, die in een woningcartotheek opgenomen zouden moeten worden. Thans wordt onderzocht welke maat regelen nodig zijn om een geauto matiseerd systeem in te voeren en wat dat moet kosten. B 212. Het aantal gerealiseerde woningen voor 1 en 2-persoonshuishoudens is de laatste tijd sterk toegenomen. Zou het niet zinvol zijn eventuele nieuwe bouwplannen voor deze groep woningzoekenden te toetsen aan de reële vraag? 212. Van de geregistreerde vraag per me dio oktober jl. wordt 76% gevormd door huishoudens van 1 of 2 per sonen. Het percentage is op de volgende aantallen gebaseerd: - alleenstaande jonger dan 21 jaar: 351 - idem tot 65 jaar: 1.245 - tweepersoonshuishouden samenwonend: 644 - idem gehuwd: 404 - studerend tot 25 jaar: 186 - onvolledig gezin: 354 - gehuwd met kinderen: 625 - alleenstaand bejaard: 173 - tweepersoonshuishouden bejaard: 155 4.137 In het meerjarenrogramma woningbouw zijn naast de gewone kleine woningen in de woningwet- en premiehuursec tor de volgende aantallen "1 2" wooneenheden geprogrammeerd: 1984 164 1985 125 1986 100 1987 40 1988 60 Dit programma kan jaarlijks worden bijgesteld. Naar aanleiding van een in 1980 verschenen rapport over de huisvestingssituatie van studenten heeft de Stuurgroep "H.a.t." al leen al een gemiddelde minimum be hoefte van 130 wooneenheden per jaar vastgesteld voor studenten, zonder rekening te houden met an dere categorieën op de woningmarkt. 5 - 3 P 213. Is de tijd niet rijp om bij de bouw van woningwetwoningen weer eens te gaan denken over verwarming op meer traditionele wijzen (i.e. door het aanleggen van schoorstenen), opdat de bewoners zelf een keuze kunnen maken? Ondanks de gerealiseerde bouwpro jecten loopt het aandeel van de kleine huishoudens binnen de tota le vraag in de afgelopen jaren niet terug. Het aandeel kleine huishou dens daarin schommelt steeds rond de 65 a 75%. Tenslotte merken wij op, dat bijna 70% van de huidige aantal huishou dens in onze gemeente uit 1 of 2 personen bestaat. Met dit gegeven dient vanzelfsprekend bij de dif ferentiatie van de bouwproductie, afgezet tegen de mogelijkheden in de bestaande voorraad, rekening te worden gehouden. Uit het vorenstaande blijkt dat - ondanks de oplevering van enkele projecten voor specifieke 1+2- eenheden (Kazerne 197 en Cammingha- buren 40) - er een zodanige vraag blijft bestaan dat de geprogram meerde aantallen wooneenheden voor de komende jaren noodzakelijk zijn. 213. Het is in principe mogelijk om bij woningwetbouw naast de aanleg van centrale verwarming een afzonder lijk rookkanaal aan te leggen. Dit verhoogt de stichtingskosten met een bedrag van 800,a 1.000,--. Bij de eengezinswoningen van een complex van 295 woningwetwoningen in Camminghaburen zijn doorvoer- mogelijkheden in de plafonds ge creëerd opdat de bewoner op vrij eenvoudige wijze een rookkanaal kan aanbrengen. Ook is het moge lijk de aanleg van centrale ver warming achterwege te laten. Dit is reeds gebeurd bij de bouw van 88 wooneenheden in Westeinde en 17 wooneenheden in de binnenstad. Bij deze eenheden worden gevel kachels toegepast in plaats van c.v. 's. Bij nieuwbouw wordt de beslissing omtrent het aanbrengen van der gelijke voorzieningen door de opdrachtgever in de voorbereidings fase genomen. De toekomstige be woners zijn dan nog niet bekend. Er is daarom vrijwel nooit sprake van een keuze door de bewoner zelf. Bij renovaties is de keuzemogelijk heid van de bewoners soms wel aanwezig.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 442