9-1
Par. 9 Beleidssector Economische Aangelegenheden
A. Werkqelegenheid
Pa 2AS. Hoe groot moet het verlies aan arbeids
plaatsen worden geschat voor de beleids
periode 84-88 gezien de nu reeds voor
genomen bezuinigingen (13,6 miljoen)
- bij de gemeente zelf?
- bij gesubsidieerde instellingen?
Wat denken B. en W. in het kader van de
prioriteit voor werkgelegenheidsbeleid
in de gemeente te doen om dit verlies
(geheel of gedeeltelijk) te voorkomen
- bij gemeentelijke instellingen?
- bij gesubsidieerde instellingen?
Pa 2A9. Is het gerucht juist dat de provincie
niet zo gelukkig is met het instellen
van een gemeentelijk werkgelegenheids-
fonds?
Zo ja, welke bezwaren worden geuit en
hoe is daarop gereageerd door de ge
meente?
B. Kantorenbouw»
Pa 250. "Er zal een visie worden ontwikkeld over
kantorenbouw. enz." (Collegeprogramma
B,3,b)
Ongeveer een jaar geleden is ons inder
daad een concept kantorennota ter ken
nisneming aangeboden, maar daarna is
een grote stilte ingetreden. Hoe staat
het hiermee, moet er nog meer onderzocht
worden of is de visie van het college nog
steeds niet ontwikkeld.
Hog even en die conceptnota moet weer
worden "geactualiseerd".
P 251. Bij brief van 14 januari 1983 (EBO nr.
484 FD/3F) betreffende het kantoren-
onderzoek kondigt het college aan in
de tweede helft van 1983 een standpunt
bepaling aan de Raad voor te leggen.
Waar het Beleidsplan 1984-1988 in dit
opzicht niets vermeldt, is de vraag of
het college voornemens is de gestelde
verwachting te concretiseren.
248. Voor een indicatie zij verwezen
naar de in het kader van de herwaar-
deringsvoorstellen 1984-1988 ter in
zage gelegde bijlage m.b.t. werkge
legenheidseffecten. Om het verlies
aan arbeidsplaatsen enigszins te
verzachten wordt een beleid ge
richt op de bevordering van deel
tijdarbeid en arbeidstijdverkorting
gevoerd. Dit levert overigens geen
werkgelegenheid op in de zin van
uitbreiding van het totale aantal
arbeidsuren bij de gemeente.
249. Naar onze mening is dit gerucht on
juist. Welzijn van de zijde van Ge
deputeerde Staten opmerkingen ge
maakt over de te volgen procedure
bij aanvragen om steun. In tegen
stelling tot het besluit van de Ge
meenteraad menen Gedeputeerde Sta
ten, dat in alle gevallen van moge
lijke steun van te voren overleg
met de Provincie dient plaats te
vinden. Wij hebben Uw besluit
daarop nogmaals toegelicht en drin
gend verzocht thans goedkeuring te
verlenen.
250/ In de aanbiedingsbrief bij de kanto-
251. rennota is inderdaad door ons ge
steld, dat het innemen van een be
leidsstandpunt niet zinvol is, zo
lang er onzekerheid bestaat omtrent
de ontwikkeling van het Oude Vee-
marktterrein en omgeving, de reali
sering van de Oostergoweg in samen
hang met het Lijempfterrein, als
ook omtrent de bestemming van een
aantal gebouwen waarbij de Rijksge
bouwendienst is betrokken. Deze on
zekerheid bestaat helaas nog steeds.
Een nadere afweging van deze situa
tie heeft ons doen besluiten thans
een ambtelijke werkgroep in te stel
len, die het beleidsstandpunt inzake
de kantorensector dient voor te be
reiden.
Zie ook ons antwoord op vraag 79.