11-4
C 279. Wanneer het komt het college met voor
stellen over de bejaardenalamering?
C. Gemeentelijke Sociale Dienst.
Pa 280. Is het college met ons van mening dat
het gezien de toenemende problematiek
waarmee de GSD wordt geconfronteerd,
het van groot belang is dat alle poli
tieke fracties vertegenwoordigd zijn in
de commissie GSD?
Bent U bereid hiertoe met een voorstel
naar de raad te komen?
C 281. a. Is de verwachting reëel dat binnenkort
beslaglegging mogelijk wordt op een
deel van de A.B.W.-uitkeringen?
b. Zo jawat zijn de gevolgen voor de
werkzaamheden van de G.S.D., het Gemeen
telijk Woningbedrijf en voor het gemeen
telijk waarborgfonds?
Pa 282. In het collegeprogramma werd een be
leidsnotitie over de GSD aangekondigd,
waarin onder andere de volgende punten
aan de orde zouden komen: het beleid
met betrekking tot strafuitkering; be-
voorschotting; inzet van de sociale op-
Tijdens de periode januari t/m au
gustus 1983 is door de Stichting
Gezinsverzorging Leeuwarden per
maand aan gemiddeld 999 bejaarde
cliënten hulp verleend, waarvan in
253 gevallen in de vorm van alpha-
hulpverlening en in 746 gevallen in
de vorm van traditionele hulpverle
ning.
Aan alle hulpvragen van bejaarden
kon gedurende genoemde periode wor
den voldaan. De verwachting is dat
ook in de nabije toekomst een rede
lijk evenwicht zal blijven bestaan
tussen vraag en aanbod van bejaar
de nhulp.
279. Een voorstel inzake de realisering
van een sociaal-medisch alarmsysteem
zal U op korte termijn worden voor
gelegd.
280. Raadsleden die geen zitting hebben
in een commissie van advies en bij
stand kunnen de vergaderingen als
toehoorder bijwonen.
Wij zullen nagaan of uitbreiding van
bedoelde commissie wenselijk is.
281. Bij het parlement is een wetsvoor
stel ingediend, dat voorziet inde
mogelijkheid van het leggen van
beslag (tot maximaal 10%) op een
AWB-uitkering. Als gevolg hiervan
zouden de werkzaamheden bij de
GSD toenemen (meer administratieve
handelingen). Wanneer het gemeen
telijk Woningbedrijf van deze mo
gelijkheid gebruik zou maken, zou
den invorderingswerkzaamheden kun
nen afnemen. Verwacht mag worden,
dat het aantal beroepen op het
gemeentelijk waarborgfonds zal toe
nemen.
Overigens zullen de mogelijkheden om
schuldsaneringen door te voeren
door deze maatregel kunnen worden
bemoeilijkt.
232. De opvattingen ten aanzien van een
aantal van de bedoelde aspecten zijn
momenteel als gevolg van diverse
maatschappelijke veranderingen sterk
in beweging. De opeenvolgende wijzi
gingen van beleid op rijksniveau zijn
11-5
sporingsambtenaar; passende arbeid;
economische eenheid; werken met be
houd van uitkering en dergelijke.
Bent U met ons van mening dat gezien
de toenemende problemen met bovenge
noemde punten er haast geboden is voor
herformuleren van een beleid op dit
terrein?
Op welke termijn kan de raad deze no
titie tegemoet zien?
Pa 283. Hoeveel cliënten van de GSD zijn het
afgelopen jaar door een strafkorting
getroffen?
In hoeveel gevallen zijn cliënten van
de GSD hierdoor beneden het niveau van
de algemene bijstand gekomen?
Op basis van welke overwegingen zijn er
strafkortingen toegepast?
hiervan een zichtbaar resultaat.
Voor wat betreft de gemeentelijke
standpuntbepaling geldt het volgen
de:
1. Ten aanzien van een aantal van de
genoemde punten zijn in de afge
lopen tijd specifieke standpun
ten ingenomen; zoals bv. het
sanctiebeleid, werkwijze en pro
cedures bij de G.S.D. en de om
vang van de personeelsformatie.
2. Momenteel vindt verdere beleids
ontwikkeling plaats inzake de
sollicitatieplicht en werken met
behoud van uitkering.
3. Daarnaast bestaat t.a.v. een aan
tal van de genoemde punten zo
goed als geen beleidsvrijheid
voor de gemeente.
Zodra op de meest relevante onderde
len duidelijk is welk beleid ge
voerd moet worden c.q. gevoerd zal
worden, zijn wij van plan de hoofd
lijnen hiervan te bundelen en op te
nemen in een beknopte integrale be
leidsnotitie.
Daar waar de bevoegdheid tot het
vaststellen van het beleid bij ons
ligt, wordt eerst de Commissie voor
de G.S.D. om advies gevraagd.
Wij verwachten de in punt 3 bedoel
de notitie in de loop van 1984 aan
U te kunnen aanbieden.
283. In 1982 is 165 maal een verlaging
van een RWW-uitkering en 245 maal een
verlaging van een WWV-uitkering
toegepast.
Aangezien alle uitkeringen op grond
van de A.B.W. (R.W.W.) zijn geba
seerd op de noodzakelijke kosten
van bestaan, kan worden geconclu
deerd, dat in nagenoeg alle geval
len waarin een verlaging van een
RWW-uitkering heeft plaatsgevonden,
de resterende uitkering lager is
dan het sociaal minimum. Dit gevolg
zal echter niet of niet in evenre
dige mate optreden, indien de be
trokkene over neveninkomsten be
schikt.
Voor wat betreft de W.W.V.-uitke
ringen geldt in nog sterkere mate
dat uit de gegevens over het aan
tal zgn. strafkortingen geen direc
te conclusies kunnen worden getrok
ken voor wat betreft een daling
van het besteedbaar inkomen tot be
neden het sociaal minimum, omdat