11-6 Pa 284-. Met welke frequentie en op welke wijze vinden momenteel heronderzoeken plaats? Hoe groot is het percentage mensen dat feitelijk niet onderworpen wordt aan een heronderzoek, maar administratief verlengd wordt. een W.W.V.-uitkering niet wordt ge baseerd op dit sociaal-minimum, maar op het laatst genoten loonin- komen. Om de gevraagde aantallen te kunnen bepalen zou derhalve allereerst een vergelijking van de resterende uit kering met het sociaal minimum moe ten plaatsvinden. Verder zou moe ten worden nagegaan wat de hoogte is van het eigen vermogen (banksal di, eigen huis e.d.) en de eventuele inkomsten van andere gezinsleden. Deze gegevens worden niet verza meld, omdat deze niet noodzakelijk zijn voor de vaststelling van een W.W.V.-uitkering. Wij nemen echter op grond van de ons wel bekend zijnde gegevens aan, dat het aantal gevallen waarin een verlaging van een W.W.V.-uitkering heeft geleid tot een daling van het inkomen tot beneden het sociaal minimum over het afgelopen jaar ongeveer 15 a 20 heeft bedragen. De voornaamste overweging om een verlaging toe te passen zijn Het door eigen toedoen verliezen van een be taalde arbeidsplaats en het in on voldoende mate trachten om (opnieuw) een betaalde arbeidsplaats te ver krijgen. 284. Wij hebben onlangs een wijziging van de wijze van heronderzoeken door gevoerd, die inhoudt dat een aan zienlijk deel voortaan administra tief wordt afgedaan. De frequentie van de heronderzoeken zal niet ko men onder het van rijkswege voorge schreven niveau, dat in het alge meen neerkomt op 2 heronderzoeken per jaar. Het vorenstaande impliceert dat alle daarvoor in aanmerking komende cliënten worden onderworpen aan een heronderzoek. G 285. a. Verwacht het college niet, dat het terugbrengen van de frequentie, waarmee de heronderzoeken door de G.S.D. zullen plaatsvinden, de moge lijkheid van oneigenlijk gebruik van de uitkeringen vergroot? b. Zo neen, waarop grondt het college dit? c. Zo ja, waarom heeft het college dan toch tot deze maatregel besloten? 285. Ad. a. Onder verwijzing naar het gestelde in antwoord op vraag 284 verwachten wij niet dat het gesuggereerde ef fect op zal treden. Ad. b. Wij zijn van mening dat de verander de werkwijze het optreden van het onder a. bedoelde effect voorkomt. 11-7 ,236, Hoeveel mensen zijn nu sollicitatie plicht-weigeraar? Welke lijn denkt B. en W. ten opzichte van hen te gaan volgen? 237, Pa 288, Er van uitgaande, dat de sollicitatie plicht door de Gemeentelijke Sociale Dienst zo soepel mogelijk wordt toege past rijst de vraag of het al of niet verrichten van vrijwilligerswerk daar bij positief als criterium wordt mee gewogen. Welk beleid met betrekking tot de hoog te van de uitkeringen/evt. kortingen wordt gevoerd met betrekking tot men sen die in een kraakpand of een woon groep wonen? Pa 288. Heeft de gemeente nog speciale maatrege len genomen of in voorbereiding om men sen die door hoge woonlasten, lage lo nen/uitkeringen of grote schulden onder het bestaansminimum dreigen te zakken, te helpen? Zo ja, welke? P 280. In hoeverre kan de Gemeentelijke Socia le Dienst een helpende hand bieden t.a.v. de problematiek die gebruikers van alfahulpen ondervinden bij de be- voorschotting, die soms meer dan 286. Een tiental mensen heeft zich bij ons als sollicitatieplicht-weige raar aangemeld. Het huidige beleid is dat bij het niet voldoen aan de sollicitatieplicht, zonder dat daarvoor een ontheffing is verleend, een strafkorting wordt toegepast. Zie overigens ons antwoord op vraag 283. 287. Over de mogelijkheden binnen de marges van de bestaande wettelijke kaders ontheffing te verlenen van de plicht van een werkloze om actief te solliciteren, zullen wij ons na der beraden in overleg met de Com missie voor de Gemeentelijke Socia le Dienst. Van de resultaten hier van zullen wij U t.z.t. in kennis stellen. 288. In de periodieke uitkering zit een woonkostencomponent verdisconteerd. Zowel bij bewoners van een kraakpand als bij leden van een woongroep kan het voorkomen dat het in de uitke ring opgenomen wooncomponent niet in overeenstemming is met de daar tegenoverstaande noodzakelijke kos ten van het bestaan. Afhankelijk van de omstandigheden wordt een eventue le korting op de uitkering indivi dueel bepaald. 289. De huidige landelijke regelingen voorzien via het systeem van indivi duele huursubsidie en woonkostentoe slagen op grond van de A.B.W. in de situatie waarin mensen door een samenloop van enerzijds hoge huur lasten en anderzijds lage uitkerin gen onder het bestaansminimum drei gen te zakken. Wij achten het niet mogelijk om terzake nog aanvullende gemeentelijke regelingen te treffen. Voor wat betreft de overcredite- ringsproblematiek zijn zoals bekend een tweetal aanvullende maatrege len getroffen te weten de instel ling van het waarborgfonds en het project overcreditering dat een geintegreerd materieel en immate rieel hulpaanbod beoogt. 290. De GSD kan hier geen helpende hand bieden daar waar de ABW is afgegren deld voor bijstand in de kosten ge zinsverzorging, huishoudelijke hulp e.d.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 457