- 2 -
Par. 2. Budgettaire uitkomsten ontwerp-beleidsplan 1984-1988.
De uitkomsten van het ontwerp-beleidsplan 1984-1988 vertonen
een tekort van ruim 8,3 min. in 1988. Verdeeld over de jaar-
schijven van deze beleidsperiode is het beeld als volgt:
1984 1985 1986 1987 1988
3.488 5.270 8.640 8.096 8.320 x 1000
In deze bedragen zijn verdisconteerd de financiële gevolgen
van een mogelijke huisvesting van het Fries Natuurhistorisch
Museum in het v.m. Nieuw Stadsweeshuis. Ook de financiële ge
volgen van de door U op 19 april 1983 vastgestelde "Herwaar-
deringsvoorstellen 1983-1987" zijn daarin opgenomen.
Aanmerkelijk lagere inkomsten en hogere uitgaven vormen de
voornaamste oorzaken van de voor 1984-1988 te verwachten verdere
verslechtering van de budgettaire positie.
Lagere inkomsten:
- kortingen op de algemene uitkering van het gemeen
te fonds en de daarmee gepaard gaande verlaging
van de limiet voor o.g.b. (zakelijk gerechtigden) 6.700.000,-
- verlaging winstuitkering N.V. Frigas 500.000,-
- minder opbrengst leges bouwvergunningen 350.000,-
Hogere uitgaven:
- kosten bestemmingsplannen 1.200.000,-
- exploitatie V.V.I. 250.000,-
- afwikkeling stadsverwarmingsproject 500.000,-
- afvoeren stelpost taakstelling wegens het niet ver
vullen van vacatures 1.400.000,-
Daarnaast is ook sprake van een aantal meevallers:
- invoering Financiële Verhoudingswet 1984 1.500.000,-
- hogere bijdrage van het Rijk i.v.m. invoering van de
nieuwe Wet op het Basisonderwijs 650.000,-
- aanpassing rentevoet in neerwaartse zin 1.000.000,-
Voor een verdere toelichting op de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven
wordt verwezen naar Hoofdstuk I, blz. 5 van het ontwerpbeleidsplan 1984-
1988 waar de financiële aspecten van het beleid tot uitdrukking zijn
gebracht
Uit de Miljoenennota 1984 kan geconcludeerd worden dat de regering de
komende jaren voornemens is nog verdere beleidsombuigende maatregelen
te treffen in de richting van de lagere overheid. In afwachting van een
standpuntbepaling door de Staten Generaal terzake hebben wij gemeend
op dit moment nog geen rekening te moeten houden met de daaruit voor
onze gemeente mogelijk voortvloeiende nadelige budgettaire consequenties.
Het treffen van eventuele maatregelen naar aanleiding hiervan zal door
ons eerst worden overwogen bij de besluitvorming omtrent het ontwerp-
beleidsplan 1985-1989.
- 3 -
Par. 3 Bij de samenstelling van het ontwerp-dekkinqsplan gehanteerde methodiek
3.1. Aard en richting ombuiqinqsoperatie
Gezien het structurele karakter van de gemeentelijke budgettaire problematiek
geven incidentele maatregelen daarbij slechts tijdelijk soelaas. In wezen
kunnen zij worden aangemerkt als noodoplossing.
In het dekkingsplan 1983-1987 konden nog incidentele maatregelen worden ge
troffen in de sfeer van onttrekking aan reserves en aanwending van reke
ningsoverschotten uit voorafgaande dienstjaren. In het voorliggende ontwerp-
dekkingsplan blijven incidentele maatregelen evenwel beperkt tot laatstge
noemde mogelijkheid. In par. 4- worden onze voorstellen ten aanzien van
het incidenteel aanwenden van rekeningoverschotten uit voorqaande dienst
jaren nader uiteengezet.
Met betrekking tot de richting van de in de komende beleidsperiode noodza
kelijke ombuigingsoperatie merken wij het volgende op. In eerste instantie
is, evenals bij voorgaande ombuigingsoperaties, zoveel mogelijk gezocht
naar maatregelen in de sfeer van efficiencyvergroting; mogelijkheden tot ex
tensivering (de-intensivering) van beleid gaan vervolgens vóór maatregélen in
de sfeer van afbouwen c.q. afstoten van taken/activiteiten en daarmee samen
hangende voorzieningen alsmede inkomstenverhogende maatregelen.
Dit in verband met het streven om elementaire basisvoorzieningen zo lang
mogelijk te handhaven en lastenverzwaring voor ae inwoners van Leeuwarden
tot het uiterste te beperken.
Voor wat betreft de door ons gehanteerde politieke uitgangspunten en crite
ria bij de intra- en intersectorale afweging van ornbuigingsvoorstellen verwijzen
wij U kortheidshalve naar bijlage I bij deze raadsbrief.
Wij zijn daarbij tot de conclusie gekomen dat met het toenemen van het aan
tal ombuigingsoperaties,en met name de omvang, reikwijdte en diepgang daarvan,
het afwegingproces steeds scherper en bijgevolg moeilijker is geworden.
Mede gelet hierop hebben wij, zoals aangekondigd in het ontwerp-dekkingsplan
1983-1987, een werkgroep fundamentele en permanente herwaardering ingesteld.
Voor een beknopt overzicht van de werkzaamheden van deze werkgroep tot
dusver verwijzen wij U naar bijlage V bij deze raadsbrief. Bij het bepalen
van de keuze van potentiële ornbuigingsvoorstellen hebben wij gebruik
gemaakt van de systematiek, die ons door deze werkgroep is aangereikt.
De betreffende stukken zijn voor U ter inzage gelegd.
Tenslotte merken wij nog op dat de door ons voorgestelde beleidsombuigingen
zijn onderverdeeld naar A-voorstellen en B-voorstellen. Het totale budgettai
re effect van de A-voorstellen is nodig om de in de beleidsperiode te
verwachten begrotingstekorten te kunnen dekken. De B-voorstellen kunnen
door U worden aangewend om in te ruilen tegen A-voorstellen of eventueel
om meer ruimte te scheppen voor intensivering van als hoofdprioriteit aan
gemerkte activiteiten. Ten aanzien van laatstgenoemde mogelijkheid
wijzen wij U op de noodzaak in dezen terughoudendheid te betrachten.
Dit in verband met enige in de Miljoenennota 1984- aangekondigde maat
regelen die nadelig zullen inwerken op de budgettaire positie van deze
gemeente en waarvoor in het voorliggende ontwerp-dekkingsplan nog geen
dekking is aangegeven.