PAR. A. 1. l.J II-4-1 BELEIDSSECTOR ONDERWIJS. Algemeen. Onderwijsontwikkeling Kleuter- en lager onderwijs (k.o./l.o.). Ter voorbereiding op de invoering van de Wet op het Basisonderwijs (WBO) per 1 augustus 1985 zijn de afgelopen jaren op de kleuter- en lagere scholen in Leeuwarden diverse onderwijskundige en schoolorga nisatorische vernieuwingen gestart. De Wet op het Basisonderwijs en de zgn. Overgangswet (die de invoe ring van de WBO moet regelen) vormen het juridisch/bestuurlijk kader waarbinnen de ontwikkeling van het basisonderwijs mogelijk moet worden. Volgens deze Overgangswet - die op 1 februari 1984 in werking zal treden - zult U voor 1 april 1984 een besluit dienen te nemen inzake het aantal te vormen openbare basisscholen. Op 24 mei 1983 heeft de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschap pen de Tweede Kamer per brief medegedeeld dat hij voornemens is t.b.v. de invoering van de W.B.O. een bedrag van 125 min. ter beschikking te stellen. Voor Leeuwarden komt dit neer op een bedrag van rond 650.000,--. Naar ons oordeel wordt hiermee op onvoldoende wijze uitzicht geboden op kostendekkende rijksvergoedingen voor de huis vesting, exploitatie en latere bouwkundige en onderwijskundige voor zieningen voor basisscholen. De V.N.G. heeft reeds haar ernstige bezorgdheid hieromtrent aan de regering kenbaar gemaakt. In het schooljaar 1983-1984 zal wederom door middel van het rijksac- tiveringsplan verdere uitwerking worden gegeven aan het innovatie proces basisschool. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft op grond van de ingediende projectplannen besloten de volgende open bare scholencombinaties aan het activeringsproces 1983-1984 te laten deelnemen: - de openbare kleuterschool "de Merel" en de openbare lagere "Van Sytzamaschool" - de openbare kleuterschool "de Reiger" en de openbare lagere "Taniaburgschool"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 49