Ill - 1 BIJLAGE III WERKGELEGENHEIDSEFFECTEN Inleiding Overeenkomstig het uitgangspunt dat inzicht moet worden gegeven in de vraag hoeveel werkgelegenheid verloren gaat met de voorgestelde ombui gingen, wordt hierna een globaal overzicht verstrekt van de werkgelegen heidseffecten. Deze werkgelegenheidseffecten zijn gemeten met behulp van de globale vuistregels die het E.T.I.F. voor ons ontworpen heeft. Hiermede kan het effect op de werkgelegenheid in de provincie Friesland globaal gemeten worden. Samengevat worden de volgende vuistregels gehanteerd: 1. Besparing op personeelslasten per 100.000,-- 1,65 directe arbeids plaats en 0,35 indirecte arbeidsplaats. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde loonsom van 60.000,--. 2. Materiële uitgaven als b.v. kantoorbehoeften 0,9 arbeidsplaats. Hierbij is er van uitgegaan dat gemiddeld 80% besteed wordt bij be drijven in Friesland. 3. Voor meubilair en auto's is uitgegaan van 0,3 arbeidsplaats per 100.000,In tegenstelling tot de punten 1 en 2 zijn deze niet berekend over de budgettaire consequenties, doch over de investe ringssom.- Werkgelegenheidseffecten zijn in principe dan ook éénmalig. Bij de bepaling van deze vuistregel is er van uitgegaan dat gemid deld 80% buiten de provincie Friesland besteed wordt. 4. Voor wegen, gebouwen e.d. is voor wat betreft de investeringen uitge gaan van een werkgelegenheidseffect van 0,9 per 100.000,-- investe- ting. In de kolom "werkgelegenheidseffect per 100.000" is aansluiting gezocht bij de vuistregels die het E.T.I.F. ontwikkeld heeft. Afwijkingen in de samenstelling van de uitgaven, zoals dat b.v. het geval is als de loonsom afwijkt van het gemiddelde van 60.000,zijn in de correctiefactor tot uitdrukking gebracht. Daarnaast is in de correctiefactor het mede subsidiëren door andere instanties (b.v. stelpost civieltechnische werken) meegenomen. In de onder 1. aangegeven vuistregel is rekening gehouden met een bestedings effect. Dit bestedingseffect is ook gehanteerd bij de berekening van de ver mindering van overuren. Ter voorkoming van misverstanden zij er op gewezen dat bij de bepaling van de onder 1. aangegeven vuistregel er van uitgegaan is dat geen inkomenscompen satie plaatsvindt. Aangezien inkomenscompensatie (werkloosheidsuitkering, bijstand) wel voor de hand ligt, zal het feitelijk effect van 100.000,-- minder zijn dan is aangegeven. Het werkgelegenheidseffect van de A-lijst is over de beleidsperiode berekend op rond 4-60 manjaren. Gemiddeld genomen zijn daarmede rond 90 structurele ar beidsplaatsen in het geding. Deze getallen zijn voor 180 resp. 36 oeïnvloed door tijdelijke verlagingen op de stelpost civiel-technische werken zie ook de daarbij door ons geplaatste aantekening). Opgemerkt zij dat aan de getallen zoals die hierboven zijn weergegeven slechts een indicatieve waarde kan worden toegeKend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 516