Nr. 18175.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Overwegende, dat het wenselijk is om het bestemmingsplan "Huizum-West,
deelgebied IV" vast te stellen;
dat het ontwerp van het bestemmingsplan, vergezeld van een toelichting met
ingang van 27 september 1983 gedurende een maand ter gemeente-secretarie voor
een ieder ter inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp-plan geen bezwaarschriften zijn ingediend;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 december 1983
(bijlage nr. 448);
gelet op de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de Ruimtelijke
Ordening;
BESLUIT
vast te stellen het bestemmingsplan "Huizum-West, deelgebied IV", zoals dit is
vervat in de bij dit besluit behorende:
a. kaart nr. 74-37-02 met bijbehorende verklaring, waarop de bestemming van de
in het plan begrepen gronden wordt aangegeven;
b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen gronden en van
de zich daarop bevindende opstallen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Wijziging spoorlijnen op de industriegebieden Zwette en Van Harinxmakanaal.
Bijlage no. 449 Leeuwarden, 1 december 19^3
Aan de Gemeenteraad.
De slechte onderhoudstoestand van de spoorlijnen op de westelijke industrie
terreinen, de aanhoudende klachten van enkele daar gevestigde bedrijven wegens
overlast door spooractiviteiten van derden en de voorgenomen aansluiting op de
James Wattstraat op de toekomstige zuidtangent zijn aanleiding geweest een nader
onderzoek in te stellen naar het functioneren van de industriespoorlijnen al
daar. In een later stadium is daarbij bovendien betrokken de uitbreiding van het
Verenigd Veembedrijf aan de westkant van de Zwettestraat ten zuiden van de be
staande vestiging.
Aangezien het in dit kader gewenst was een inzicht te krijgen in de vraag of
en in hoeverre nog behoefte bestaat aan de huidige drie spoorlijnen (Archimedes-
weg/Einsteinweg, James Wattstraat en Zwettestraat) is in 1981 onder de aan deze
straten gelegen bedrijven een enquête gehouden. Hieruit bleek dat zes bedrijven
vóór handhaving waren van de spoorlijn Archimedesweg/Einsteinweg, vier bedrijven
vóór handhaving van de spoorlijn Zwettestraat en één bedrijf te weten het Ver
enigd Veembedrijf B.V. vóór handhaving van de spoorlijn James Wattstraat.
Aangezien de James Wattstraat een belangrijke verkeersfunctie krijgt na de
totstandkoming van de aansluiting op de zuidtangent, heeft voorts overleg
plaatsgevonden met het Verenigd Veembedrijf. Daarbij zijn zowel het belang van
de verhoogde verkeersveiligheid op de James Wattstraat als de belangen van het
Verenigd Veembedrijf aan de orde geweest. In dat gesprek kwamen de nieuwbouw-
plannen en de vergroting van de activiteiten van dit bedrijf eveneens aan de
orde. Tenslotte heeft veelvuldig overleg met de N.V. Nederlandse Spoorwegen en
Transportvoorlichting B.V. over een en ander plaatsgevonden.
Dit geheel heeft geresulteerd in het uitwerken van de plannen tot:
a. de opheffing van de spoorlijn langs de James Wattstraat vanaf de westelijke
grens van het Verenigd Veembedrijf tot het eindpunt met een totale lengte
van plm. 435 m1een en ander zoals aangegeven op tekening nr. B-18-01;
b. de aanleg van een spoorlijn langs de westzijde van de Zwettestraat ter
lengte van plm. 275 m1aansluitend op de aan de oostzijde van deze straat
gelegen spoorlijn, e.e.a. zoals vermeld op tekening nr. TV 3466-2.
Ad a.
Met de opheffing bedoeld onder a. wordt bereikt dat achterstallig onderhoud aan
dit spoorgedeelte niet meer uitgevoerd behoeft te worden, aan de bezwaren van
Jongia B.V. en andere bedrijven geheel wordt tegemoetgekomen, de aansluiting op
de toevoerweg naar de zuidtangent spoorvrij wordt en een strook grond langs de
James Wattstraat beschikbaar komt. Deze vrijkomende strook dient overigens
voorshands gereserveerd te worden voor een eventuele om verkeerstechnische rede
nen noodzakelijke tracéaanpassing van de James Wattstraat. Om deze reden gaan
wij er thans niet van uit dat deze grond aan de aangrenzende bedrijven kan wor
den uitgegeven. Omdat de ontsluiting van de hier gevestigde bedrijven na deze
strook plaatsvindt zal voor dit doel verharding aangebracht moeten worden: voor
het overige zal de strook ter afwerking beplant worden. Aangezien de aanliggen
de bedrijven hun ontsluiting over de spoorlijn zelf hebben bekostigd, zijn wij
van mening dat het vragen van een bijdrage in de hiervoor te maken kosten ach
terwege dient te blijven.