De Commissie voor het Marktwezen en de Frieslandhal is omtrent het vorenstaande gehoord. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 december 1983, (bijlage nr. 453); gelet op de artikelen 272, letter h en 277 van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggeld (14e wijziging). - 2 - Met betrekking tot de vaste water- en elektriciteitsaansluitingen merken wij op dat op grond van de onlangs aangeboden definitieve offertes kan worden uitge gaan van een investeringsbedrag van 1.956,(excl. B.T.W.) voor een dubbele wateraansluiting en 3-000,(excl. B.T.W.) voor een dubbele elektriciteitsaansluiting. Een en ander leidt tot een tarief van 14,65 per maand voor één wateraansluiting, 20,05 per maand voor één elektriciteits aansluiting en 34,70 per maand voor een gecombineerde aansluiting. Genoemde tarieven zijn opgenomen in de verordening onder artikel 6 lid 5. In de diverse aansluitmogelijkheden zal worden voorzien op basis van de uitslag van de begin november 1983 gestarte enquête onder de Leeuwarder schippers. Het tarief voor de muntmeter van de watertappunten voor passanten en vrije scheepsbewoners is mede op basis van de aangeboden offertes berekend op 3, per m3 water. Dit tarief dient naar onze mening niet in de verordening geregeld te worden; U treft het derhalve afzonderlijk in het hierop betrekking hebbende ontwerp-besluit aan. Voor een nader inzicht in de voorgestelde tarieven voor 1984 verwijzen wij U naar de ter inzage gelegde stukken. Wij stellen U voor, te besluiten tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van haven- en opslaggeld en tot vaststelling van het tarief voor de muntmeter, overeenkomstig de hierbij gevoegde ontwerp-besluiten, mr. G.J. te Loo Burgemeester, mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 18280. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; BESLUIT Artikel I. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: A. Voor de in onderdeel A van het eerste lid, sub a en b vermelde bedragen V 0,11, 1,15, 1,15, 11,50, 1,70, 17,00, 2,90, 29,--,*0,25, 2,50, 0,25 6,15, 0,48, en 12,—" wordt gelezen respectievelijk 0,12, 1,20, 1,20, 12, 1,75, 17,50, 3,--, 30, 0,26, 2,60, 0,26, 6,35, 0,49, 12,35. B. Voor de onder B van het eerste lid onder a tot en met d genoemde bedragen V 0,11, 1,15, 1,15, 11,50, 1,70, 17, 2,90 en 29,—" wordt gelezen respectievelijk 0,12, 1,20, 1,20, 12,1,75, 17,50, 3,en 30,terwijl voor de onder B genoemde verhoging van "0,68, 0,92 en 1,35 per m3" wordt gelezen 0,70, 0,95 en 1,40. C. Voor de in het tweede lid vermelde bedragen 0,12, 1,20, 1,30, 13,1,85, 18,50, 3,15 en 31,50" wordt gelezen respectievelijk 0,125, 1,25, 1,35, 13,50, 1,90, 19, 3,25 en 32,50. D. Voor de in het derde lid onder agenoemde 22,35" wordt gelezen 23, E. Het derde lid onder b wordt gewijzigd en gelezen als volgt: voor pleziervaartuigen, andere dan kano's en roeiboten per vaartuig per half jaar. 1voor zover de lengte van het vaartuig niet meer bedraagt dan 7 meter 80, 2. bij een lengte van 7 tot 10 meter 130, 3. bij een lengte van 10 tot 15 meter 174, 4. bij een lengte van 15 tot 20 meter 185, 5. bij een lengte van 20 meter en meer 197,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 586