Wijziging garantietoelage minimumloon Bijlage no. 454 Leeuwarden, 1 december 1983 Aan de Gemeenteraad. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft bij brief van 13 juli 1983 de gemeenten in overweging gegeven om, voorzover zij de aanpassing van hun bezol digingsvoorschriften nog niet structureel hebben ingevoerd in het kader van de herziening van de Ubink-normende wijzigingen van het Bezoldigingsbesluit Bur gerlijke Rijksambtenaren 1948 te betrekken bij de te wijzigen bezoldigingsvoor schriften. Wij zijn voornemens om begin 1984 met voorstellen tot aanpassing van de Bezol digingsverordening 1960 aan het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 te komen. Eén wijziging van de Bezoldigingsverordening kan daarop niet wachten. Het be treft hier de garantietoelage minimumloon die ten opzichte van de huidige rege ling een niet onbelangrijk verschil vertoont. Het nieuwe artikel 17 van de Bezoldigingsverordening onderscheidt zich van het huidige artikel 17 vooral in die zin dat ter bepaling van de hoogte van de toe lage niet alleen bij de belanghebbende, die geen ambtenaar is in de zin van de Algemene Burgerlijke pensioenwet, de compensatietoelage van 7,1 van het salaris dient te worden opgeteld, doch dat thans ook bij de belanghebbende die wel aan spraak kan maken op het ambtenaarschap in de zin van die wet met een verhogings percentage van 7,1% op het salaris dient te worden gewerkt. Eén en ander houdt verband met het feit, dat de ambtenaar in de zin van de pen sioenwet, die in het genot is van een garantietoelage tot het minimumloon, zich bij toepassing van het huidige artikel in een bevoorrechte positie bevindt ten opzichte van werknemers in het bedrijfsleven in soortgelijke omstandigheden. Voor zowel bedoelde ambtenaar als zijn collega in het bedrijfsleven geldt immers hetzelfde (bruto-)bedrag van het minimumloon. De ambtenaar betaalt echter zelf geen premie A.O.W./A.W.W. - en ontvangt daarom ook geen compensatie -, terwijl de particuliere werknemer wel premie A.O.W./ A.W.W. betaalt, waarbij de compensatie in het loon is geïncorporeerd. Door bij deze categorie ambtenaren een als het ware fictief genoten compensatie toelage bij het salaris op te tellen wordt het gesignaleerde verschil in uitkom sten voor een belangrijk deel opgeheven. Voor degene die thans in het genot is van een garantietoelage minimumloon is een overgangsregeling getroffen, inhoudende dat voor hen de garantietoelage blijft vastgesteld naar de oude berekeningswijze. Wij stellen U voor over te gaan tot vaststelling van bijgevoegd ontwerp-wijzi- gingsbesluit. De Commissie voor Georganiseerd Overleg kan zich hiermee verenigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 589