Artikel VI
Met betrekking tot de vaststelling van het salaris en de salaris-
anciënniteit van een ambtenaar, die wordt aangesteld in een ambt,
voorkomende in bijlage AA en die voordien was aangesteld in een
ambt, voorkomende in bijlage A, stellen Burgemeester en Wethouders
de nodige overgangsregels vast, zodanig dat het salaris in het
nieuwe ambt nimmer lagerezal zijn dan het salaris dat de ambtenaar
in het verlaten ambt zou hebben genoten.
Artikel VII
Waar in een door de Raad of Burgemeester en Wethouders vastgestelde
regeling met betrekking tot de rechtspositie van ambtenaren wordt
verwezen naar de indeling van ambten en schalen in bijlage A, wordt
daaronder mede begrepen de met die indeling zoveel mogelijk overeen
komende indeling in bijlage AA. Zonodig stellen Burgemeester en Wet
houders hieromtrent nadere regels vast.
Artikel VIII
1. Deze verordening, uitgezonderd de artikelen IV en Vjwordt geacht
in werking te zijn getreden met ingang van 1 januari 1982.
2. De artikelen IV en V treden in werking met ingang van 1 januari
1986.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van,
voorzitter
secretaris
Bijlage AA
Onderdeel 1, indeling van de ambten in schalen.
Schaal Ambt
1 gemeente-ambtenaar 1
2 gemeente-ambtenaar 2
5 gemeente-ambtenaar 5
6 gemeente-ambtenaar 6
7 gemeente-ambtenaar 7
8 gemeente-ambtenaar 8
9 gemeente-ambtenaar 9
IQ gemeente-ambtenaar 10
H gemeente-ambtenaar 11
Ha gemeente-ambtenaar 11a
12 gemeente-ambtenaar 12
j_3 gemeente-ambtenaar 13
14. gemeente-ambtenaar li
15 gemeente-ambtenadr 15
-2-
3 gemeente-ambtenaar 3
4. gemeente-ambtenaar i