1-2
Ook voor de beleidsperiode 1984-1988 wordt Leeuwarden weer geconfron
teerd met zodanige kortingen op de algemene uitkering uit het Gemeen
tefonds, dat hierdoor alleen al de budgettaire positie van de gemeente
structureel uit balans is geraakt. Deze situatie dreigt verder te wor
den versterkt door nog te verwachten c.q. reeds voorlopig aangekondigde
aanmerkelijke kortingen in de sfeer van doeluitkeringen (bijv. sector On
derwijs) en diverse specifieke uitkeringen in de Welzijnssectoren.
Als gevolg van de kortingen van rijkswege en door de sociaal-economische
situatie staan ook de eigen inkomsten der gemeente onder sterke druk.
Anderzijds vertoont de uitgavenzijde nog altijd een zich voortzettende
groei, zodat ook voor de beleidsperiode 1984-1988 sprake is van een
structurele onevenwichtigheid tussen inkomsten en uitgaven. In onder
deel B van dit hoofdstuk "Financiële aspecten van het beleid" wordt
hierop nader ingegaan.
Dit alles leidt er toe dat naar onze mening helaas niet te ontkomen
valt aan een (voor het vierde achtereen volgende jaar) verdere aantas
ting van het in de afgelopen decennia met zoveel inspanning tot stand
gebrachte voorzieningenniveau.
Het kiezen voor het alternatief, namelijk het aanvaarden van structu
rele begrotingstekorten en het uit dien hoofde aanvragen van een aan
vullende bijdrage ex artikel 12 Financiële Verhoudingswet 1960, achten
wij niet zinvol.
Naar ons oordeel maakt Leeuwarden - zulks alleen al op grond van de
huidige voorwaarden - geen enkele kans om zelfs maar in aanmerking te
komen voor de toelatingsprocedure. Daarenboven leidt een aanvraag ex
artikel 12 onvermijdelijk tot grote vertraging in de uitvoering van
beleidsbeslissingen.
Op grond hiervan zijn wij van mening dat ook voor de beleidsperiode
1984-1988 een herwaarderingsoperatie noodzakelijk is.
Het ligt in ons voornemen U de voorlopige voorstellen tot herwaarde
ring, welke tevens de functie van ontwerp-dekkingsplan 1984-1988 vervul
len, op 11 november 1983 aan te bieden.
Wij stellen U voor tijdens de plenaire begrotingsbehandeling in decem
ber a.s. ten aanzien van deze herwaaraeringsvoorstellen een voorlopig
standpunt te bepalen. Nadat de door ons ingestelde werkgroepen hun
eindrapportages hebben uitgebracht, zijn wij voornemens U op 31 maart
1984 de raadsbrief betreffende onze definitieve hervvaarderingsvoorstel
len toe te zenden. Het ligt in ons voornemen deze raadsbrief in een ex
tra raadsvergadering op 16 en 17 april 1984 aan de orde te stellen.
Bij het bepalen van de budgettaire positie (zie onderdeel B) is reke
ning gehouden met een ruimte voor nieuw beleid van in totaal 487.000
voor de periode 1984-1988.
Wij stellen U voor de voorziene ruimte voor nieuw beleid als volgt in
te vullen:
1. Bijdrage van maximaal 10.000,-- in het exploitatietekort van een
te creëren bewaakte fietsenstalling in de binnenstad ingaande 1984.
De hiervoor noodzakelijke investeringen worden ten laste van de
stelpost voor civieltechnische investeringen gebracht.
2. De aanstelling van een stimuleringsleerkracht bij het G.L.0. t.b.v.
het begeleiden van kinderen met onderwijsachterstanden respectieve
lijk in 1983 en 1987. Kosten per leerkracht 63.000,
3. Bevorderen van het onderwijs in de eigen taal en cultuur voor kinde
ren van buitenlandse werknemers via vergoeding van vervoerskosten
en leermiddelen ingaande 1986. Kosten 20.000,--.
4. Bevordering werkgelegenheid door:
a. meer voorlichting en acquisitie: 10.000,-- in 1984, oplopend
tot 40.000,-- in 1985;
b. verlenen van een tijdelijke exploitatiebijdrage in een Oonge
Bedrijven Centrum Leeuwarden 39.000,-- ingaande 1984, jaar
lijks geleidelijk aflopend tot nul in 1988;
c. bevordering kleinschalig ondernemerschap 14.000,-- in 1984,
oplopend tot 40.000,-- in 1985; (o.m. voor manager 3.B.C.)
d. ingaande 1985 jaarlijks 20.000,-- extra beschikbaar stellen
t.b.v. het uitvoeren van de nota Werkgelegenheid (t/m 1988 der
halve 80.000,--).
5. Ingaande 1984 het project "mensen zonder werk" 20.000,-- extra
beschikbaar stellen.