Nr. 18510.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 december 1983,
(bijlage nr. 467);
gelet op de artikelen 272, letter h en 277, eerste lid, onder b 1 en B 2
de Gemeentewet, alsmede de "Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden";
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de "Verordening
reinigingsheffingen 1982" (4e wijziging).
Artikel I
In artikel 10 lid 1 wordt voor 9,20" gelezen 9,40.
Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1984.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Afgeven van een verklaring met betrekking tot de garantstelling voor de
exploitatietekorten van de Stichting Medisch Centrum Leeuwarden.
Bijlage no. 468 Leeuwarden, 1 december 1983
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 21 september 1983 heeft het bestuur van de Stichting Medisch
Centrum Leeuwarden de gemeente verzocht een verklaring af te willen geven tot
garantstelling voor eventuele exploitatietekorten van deze stichting.
Zoals U bekend is, heeft het M.C.L. een aanvraag ingediend bij het
Ministerie van Binnenlandse Zaken tot aanwijzing als B3-stichting in de zin van
het overeenkomstige artikel uit de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (A.B.P.).
Conform het tweede lid van artikel B3 van deze wet kan de minister aan een
dergelijke aanwijzing nadere voorwaarden verbinden. Een van deze voorwaarden
heeft betrekking op de financiële verhouding tussen de (B3) rechtspersoon en het
betreffende publiekrechtelijk lichaam (i.e. de gemeente) in die zin dat het
gehele jaarlijkse exploitatietekort van de stichting door de gemeente moet wor
den gegarandeerd.
In de huidige door U goedgekeurde statuten van het M.C.L. is met betrekking tot
de in artikel B3 van de A.B.P. genoemde financiële verhouding bepaald, dat het
vermogen van de stichting ondermeer zal worden gevormd door een bijdrage die
door de gemeente kan worden gestort als dekking voor exploitatietekorten. De
minister heeft evenwel ten aanzien van bedoeld artikel in de statuten gesteld,
dat dit onvoldoende waarborgen biedt dat de gemeente ook daadwerkelijk bereid
is de zich eventueel voordoende jaarlijkse exploitatietekorten geheel te garan
deren. Het bestuur van de stichting heeft de gemeente daarom verzocht een ver
klaring als in bovenbedoelde zin af te willen geven, waarna deze zal worden
doorgezonden naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken ter afhandeling van de
B3 aanvraag.
In de voorstellen die in de afgelopen tijd aan U zijn voorgelegd inzake de
to-tstandkoming van de Stichting M.C.L. en de participatie van de gemeente in
deze nieuwe rechtspersoon is, zoals U bekend zal zijn, uitgegaan van de vorming
van een B3-stichting. Ondermeer in ons voorstel tijdens de raadsvergadering van
7 juni 1982 (bijlage nr. 234) hebben wij U erop gewezen, dat de bedoelde B3 sta
tus impliceert dat de gemeente garant staat voor eventuele exploitatietekorten.
Aangezien evenwel door U geen expliciet besluit is genomen tot garantstelling
voor eventuele exploitatietekorten van het M.C.L. en de Minister van
Binnenlandse Zaken een dergelijke verklaring als voorwaarde stelt alvorens de
procedure voor de verkrijging van de B3 status te willen afronden, stellen wij
U voor deze formele beslissing alsnog te nemen.
Met betrekking tot deze garantstelling merken wij nog het volgende op.
Om te voorkomen dat de gemeente daadwerkelijk met financiële tekorten van het
M.C.L. wordt geconfronteerd, is ten aanzien van het door U uit te oefenen begro-
tingstoezicht de constructie gekozen, dat de begrotingen van de stichting
uitsluitend worden goedgekeurd voor zover de uitgaven van de stichting kunnen
worden gedekt uit de door het Centraal Orgaan voor Ziekenhuistarieven (C.O.T.G.)
goedgekeurde verpleegtarieven. Wij vertrouwen erop dat daarmede in voldoende
mate is gewaarborgd, dat de financiële risico's van de gemeente tot een minimum
beperkt blijven.