II-5-1
PAR. 5. BELEIDSSECTOR VOLKSHUISVESTING.
1. Volkshuisvestingsbeleid.
De regering is voornemens het volkshuisvestingsbeleid te decentra
liseren. In dat kader zal de planning van de volkshuisvesting wor
den verbeterd, de regelingen eenvoudiger en doorzichtiger worden
gemaakt en de gemeente meer bevoegdheden worden verleend bij de
uitvoering van volkshuisvestingsactiviteiten. In een aantal proef
projecten worden onderdelen van de decentralisatievoorstellen in de
praktijk getoetst ten einde ervaringen op te doen. Leeuwarden is
één der gemeenten die aan deze proefprojecten deelneemt. In de ko
mende beleidsperioden zal dit bijzondere inspanning vergen. Met in
gang van 1983 is deelgenomen aan een nieuwe vorm van planning en
programmering. Voor 1984 zullen met betrekking tot de geprogram
meerde woningwetwoningen en-éénheden budgetafspraken worden gemaakt
met het rijk het ontwikkelen van een "prijskaartje" bij het pro
gramma). In het verlengde hiervan zal de gemeente ook zelf (in
plaats van de H.I.D.) de plannen in de woningsector moeten toetsen.
De ontwikkeling van een volkshuisvestingsnota is ter hand genomen.
Wij zullen U begin volgend jaar nader informeren over de stand van
zaken. Voor het uitstippelen van een volkshuisvestingsbeleid is een
meerjarenafspraak inzake de contingenten voor de woningbouw van groot
belang. De regering is evenwel voorshands niet bereid dergelijke
afspraken te maken.
2. Woningbouw
a) Nieuwbouw.
De voortgang van de woningbouw wordt hoofdzakelijk bepaald door
de toewijzing van de jaarlijkse contingenten gesubsidieerde wo
ningen. De realisering van het aandeel premie-koopwoningen vormt
een onzekere factor, omdat de belangstelling van kopers afhanke
lijk is van het rente-peil en de inkomensvooruitzichten.
Het aantal gereedgekomen woningen bedroeg in 1981 en 1982 res
pectievelijk 1127 en 1255. Wij verwachten dat in 1983 de pro
ductie zal terugvallen tot een niveau van ongeveer 500 wonin
gen.