I-S gemeente te subsidiëren instellingen, zal ook deze korting voor de gemeente moeten worden gecompenseerd door de betreffende subsidies te verlagen. Rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening In de brief van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 14 juni 1983 is een verdere korting aangekondigd op de rijksbij drage Maatschappelijke Dienstverlening (Fase I) van 5,2%. Dit komt overeen met een bedrag van 60.000 a 70.000,--. Deze korting is nog niet in dit ontwerp-beleidsplan verwerkt. Voor de wijze waarop deze korting door ons zal dienen te worden opgevangen, mogen wij U verwijzen naar hetgeen is gesteld onder Rijksbijdrageregeling sociaal- cultureel werk. Rijksbijdrageregeling bibliotheken In de brief van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 15 juni 1983 is een verdere korting op de rijksbijdrage aangekon digd van 18,3%. Dit komt overeen met een bedrag van globaal 400.00U,Deze korting is nog niet verwerkt in dit ontwerp-be leidsplan. Voor de wijze waarop deze korting zal moeten worden opgevangen, mogen wij U verwijzen naar hetgeen gesteld is bij de passage m.b.t. de Rijksbijdrageregeling sociaal-cultureel werk. De eigen inkomsten van de gemeente Pakket eigen inkomsten van de gemeente Om voor een aanvraag ex. art. 12 van de Financiële Verhoudingswet 1960 in aanmerking te komen dienen de gemeenten onder meer aan de volgende voorwaarden te voldoen: - de eigen inkomsten moeten op een redelijk peil zijn vastgesteld; - de gemeenten moeten aangeven hoe zij de z.g. profijtkortingen op de algemene uitkering uit het gemeen tefonds hebben opgevangen. In de jaarlijkse circulaire met betrekking tot de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt aangegeven wat het minimum aan eigen in 1-9 komsten (reinigingsrechten, rioolrechten en onroerend-goedbelastin- gen) dient te zijn. Indien de berekening van de normopbrengst leidt tot een overschrijding van de wettelijke limiet op één van de onder delen van het pakket, zal compensatie gevonden moeten worden in een verhoging van de opbrengst van één of meerdere onderdelen van het pakket, tenzij ook daar de limieten dat verhinderen. De vergelijking van ons pakket met de art. 12 norm geeft voor 1984 de volgende resultaten (in ronde bedragen): art. 12 norm In beleidsplan voor 1984 opge nomen - reinigingsrechten 90% kostendekking 3.240.000 2.350.000 - rioolrechten 90% kostendekking met een minimum van 125,per aansluiting (de wettelijke limiet is 2.960.000) 4.395.000 - onroerend-goedbelasting 245,-- per woning 8.740.000 10.440.000 16.375.000 12.790.000 Ingaande 1986 is in dit ontwerp-beleidsplan de opbrengst geraamd voor de in voering van de rioolretributie ad 3.150.000,--. Aangezien de normen voor reinigings- en rioolrechten geleidelijk worden opgetrokken tot 100%, betekent dit dat de gemeente in 1986 vermoedelijk nog rond 800.000,-- minder aan eigen inkomsten zal hebben dan de vermoedelijke artikel 12 norm. Overigens zij opgemerkt dat bij het voldoen aan de artikel 12 norm voor wat betreft de eigen inkomsten het tekort nog een bedrag van 17,per inwoner te boven dient te gaan om voor een aanvullende bijdrage in aanmerking te komen. 2.4.2. De onroerend-goedbelastingen Voor wat betreft deze belastingen is de gemeente gebonden aan een wettelijke limiet van 12 resp. 15% voor wat betreft de z.g. gebrui- kersheffing resp. de z.g. eigenarenheffing over de algemene uitkering uit het gemeentefonds, exclusief de (aflopende) factor sociale zorg. Voor de z.g. eigenarenheffing is de limiet reeds bereikt. In verband

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1983 | | pagina 8