Voor de raadsleden ter inzage gelegd:
Brief van 14 maart 1984 van Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin wordt medi
gedeeld dat bij Koninklijk Besluit van 9 januari 1984 goedkeuring is verleend
aan de gemeenschappelijke regeling afvalverwijdering Friesland.
Tevens wordt bericht dat bekendmaking van de regeling in de Nederlandse
Staatscourant van 17-2-'84 heeft plaatsgevonden (ook de Staatscourant ligt voor
U ter inzage).
Beschikking van de Voorzitter van de afdeling rechtspraak van de Raad van State
op het verzoek om toepassing van artikel 80 van de Wet op de Raad van State in
het geschil tussen de Stichting Algemiene Fryske Underrjocht Kommisje en de -aal
der gemeente Leeuwarden.
Subsidieverzoek van 12 maart 1984 van de COC-vrouwengroep in het kader van het
Programma Sociaal-Cultureel Werk 1985.
Brief van 23 maart 1984 van de Nationale Werkgroep Jongerenjaar 1984, waarbij
informatie wordt verstrekt over het Jongerenjaar 1985
Mededelingenlijst voor de raadsvergadering van 14 mei 1984.
Ingekomen zijn:
A. Berichten van goedkeuring van
Gedeputeerde Staten van Friesland
betreffende
I. het raadsbesluit van
9 januari 1984 tot:
a. het verlenen van het
recht van opstal op de
voor de bouw van een
botenloods annex clubhuis
benodigde grond, gelegen
in het sportpark "Hemrik"
aan de roeivereniging
"Wetterwille";
b. het verlenen van een
bijdrage a fonds perdu
groot maximaal
37.000,aan de roei
vereniging "Wetterwille";
c. het stellen van de ge
meente tot borg ten be
hoeve van de Coöpera
tieve Vereniging Fries
land Bank te Leeuwarden
tot zekerheid van de na
koming van al de ver
plichtingen, voortvloei
ende uit een door de
roeivereniging
"Wetterwille" met genoem
de bank te sluiten over
eenkomst van geldlening,
ten belope van
75.000,onder
diverse voorwaarden;
d. het aangaan van een over
eenkomst ten aanzien van
de te verlenen garantie
met de roeivereniging
"Wetterwille";
II. het raadsbesluit van
20 februari 1984 tot het
aangaan van een overeenkomst,
tot het verstrekken van een
geldlening, groot
f 250.000,met de "Stich
ting Leeuwarder Manege";
III. het raadsbesluit van
12 maart 1984 tot het wij
zigen van het raadsbesluit
no. 20177 van 9 januari 1984;