Nr. 15816
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 26 september 1984
(bijlage nr. 350);
BESLUIT:
I. het bestuur van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basisonderwijs
Leeuwarden voor de uitbreiding van het schoolgebouw aan de Idzerdastins 61
met zes les/werklokalen, een gemeenschapsruimte en een speellokaal een kre
diet van 1.920.750,beschikbaar te stellen.
II. de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1984 in verband met vorenstaande te
wijzigen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter
Secretaris,
RAATSADVIESCOMMISSIS VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Advies inzake de beslissing op het beroepschrift van de heer L.D. Boorsma.
Bijlage nr. 351 Leeuwarden, 19 september 1984.
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
Bij besluit van 24 april 1984, nr. B245/83, verzonden 4 juni 1984, hebben
Burgemeester en Wethouders besloten een bouwvergunning te weigeren voor
de bouw van een tochtportaal op het perceel Zwenkgras 148 te Leeuwarden.
De eigenaar van de woning, de heer L.D. Boorsma, had hierom verzocht op
31 mei 1983.
Burgemeester en Wethouders hebben de bouwvergunning geweigerd wegens
strijd met het bestemmingsplan AldlSn-West (artikel 48, eerste lid, onder
b, van de Woningwet).
Naar het inzicht van' Burgémeester en Wethouders ligt hét bouwplan welis
waar precies binnen de grenzen van de bestemming "meergezinshuizen in
drie lagen en/of eengezinswoningen in drie lagen", doch omdat de bouw
blokken in het kader van een anticipatieprocedure als bedoeld in artikel
19 Wgt Ruimtelijke Ordening en artikel 50, achtste lid, van de Woningwet,
zijn verschoven, dient overeenkomstig de intentie van het bestemmingsplan
de uitbouw het tochtportaal) geacht te worden te vallen onder de be
stemming "tuin en/of open erf I", welke bestemming bebouwing niet toe
staat. Dit is ook overeenkomstig het concept-herzieningsplan, dat is over
gelegd bij de anticipatieprocedure.
Het zou uit een oogpunt van rechtszekerheid ten opzichte van de andere ei
genaars in het betrokken bouwblok onredelijk zijn de door middel van de
anticipatieprocedure geschapen gewijzigde situatie te negeren.
Bij brief van 3 juli 1984 (dus binnen de daartoe gestelde termijn) heeft
de heer Boorsma tegen het weigeringsbesluit ingevolge de Woningwet beroep
ingesteld bij de Raad. Op grond van artikel 2 van de Procedureverordening
Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift
om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en
bezwaarschriften.
