In hoofdstuk IV van de rapportage staat vermeld dat de Friese Ziekenomroep (F.Z.O.) zichzelf in eerste instantie niet ziet als een representatieve instelling die lokale radio- of televisieuitzendingen verzorgt. Inmiddels is ons gebleken dat de F.Z.O. zijn standpunt terzake heeft gewijzigd en van mening is in principe als lokale omroep te kunnen functioneren, c.q. voldoende represen tatief te zijn. Op basis van de inventarisatie die de werkgroep mediabeleid gemaakt heeft rond de hierboven aangeduide aspecten, komt de werkgroep in haar rapportage tot een viertal aanbevelingen, te weten: 1Bij het bepalen van de representativiteit van de omroeporganisatie uit te gaan van de door de werkgroep geformuleerde criteria; 2. De kosten van de verzorging van lokale omroep alsmede de kosten van te beta len Buma-rechten dienen niet te leiden tot een verhoging van het tarief dat door de Stichting Kabeltelevisie Leeuwarden aan de abonnees in rekening wordt gebracht; 3. Gelet op het kostenaspect lokale omroep voorshands te beperken tot lokale radio; 4. Ervan uit te gaan dat financiële medewerking van de gemeente bij het opzet ten en/of instandhouden van lokale omroep in een of andere vorm noodzakelijk is en aan te geven binnen welke financiële randvoorwaarden gewerkt moet wor den, zodat het uitwerken van concrete plannen door een omroeporganisatie mogelijk wordt gemaakt. De onder 1 bedoelde criteria zijn nader aangegeven op blz. 11 en 12 van de rap portage van de werkgroep. De werkgroep stelt op pag. 11 onder meer dat het voor anderen (dan de lokale omroeporganisatie) mogelijk moet zijn onder verantwoor delijkheid van de lokale omroeporganisatie programma's uit te zenden (paraplu-functie). In de door de werkgroep geformuleerde criteria is als zesde criterium (pag. 12) opgenomen dat de lokale omroeporganisatie dient te waar borgen dat er mogelijkheden worden geboden voor het uitzenden van programma's door derden onder de verantwoordelijkheid van de betreffende organisatie. Deze formulering kan tot misverstanden leiden. De woorden "de betreffende organisa tie" moeten gelezen worden als "de lokale omroeporganisatie". Dit criterium heeft dezelfde strekking als de hierboven aangehaalde zinsnede omtrent de verantwoordelijkheid zoals die op pag. 11 van de rapportage is verwoord. Boven dien sluit dit geheel aan bij de zienswijze van de Minister van Welzijn, Volks gezondheid en Cultuur, die in de toelichting bij de zgn. "Pinksterbeschikking" stelt, dat "organisaties (derden) die op lokaal niveau een categoriaal programma-aanbod willen verzorgen, dit aanbod onder de paraplu en de formele journalistieke eindverantwoordelijkheid van de lokale omroeporganisatie (dienen) te realiseren". Wij kunnen ons, met in achtneming van deze opmerking, met de geformuleerde criteria verenigen. Ook de onder 2 en 3 genoemde aanbevelingen hebben onze instemming. Met betrekking tot het onder 4. vermelde merken wij op, dat wij het voor het scheppen van duidelijkheid voor een adspirant-omroeporganisatie van belang achten, dat thans reeds een uitspraak wordt gedaan over de mate waarin de gemeente bereid is financiële medewerking te verlenen. Hoewel wij van mening zijn, dat een lokale omroeporganisatie zoveel mogelijk zelfsupporting moet (kunnen) functioneren, achten wij het mede op basis van ervaringscijfers elders in den lande realistisch, rekening te houden met de eventuele noodzaak van gemeentelijke medewerking tot een bedrag van maximaal 25.000, - 3 - In het kader van de behandeling van het beleidsplan 1985-1989 (voorstellen nieuw beleid) komen wij hier nader op terug. Met betrekking tot de te volgen procedure inzake de eventuele afgifte van een representativiteitsverklaring aan een lokale omroeporganisatie merken wij tot slot het volgende op. De door U vastgestelde rapportage zal in handen worden gesteld van de diverse organisaties en betrokkenen op het terrein van het mediabeleid. Teneinde te bewerkstelligen dat een ieder die belangstelling heeft voor en/of wil participeren in lokale omroep, voldoende wordt geïnformeerd, zal aan de verschijning van het rapport en het standpunt terzake ook via de publiciteitsme dia (o.m. via "Aan de Grote Klok") ruime bekendheid worden gegeven. Om iedereen voldoende gelegenheid te geven om van gedachten te wisselen over en in te spelen op de mogelijkheden die ter aanzien van lokale omroep geboden worden, lijkt het ons gewenst om na de raadsbeslissing terzake, hiervoor voldoende tijd te geven. Wij denken hierbij aan een termijn van maximaal zes maanden. Indien potentiële omroeporganisaties van de gelegenheid gebruik maken om terzake plannen te ontwikkelen en/of een aanvraag voor de verzorging van lokale omroep bij de minister in te dienen zullen wij indien de gemeente door de minister om advies wordt gevraagd de werkgroep mediabeleid nader horen over de afgifte van een representativiteitsverklaring. Mede op basis hiervan zullen terzake nadere voorstellen aan U worden voorgelegd. Onder vermelding dat de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden zich met ons voorstel kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand concept-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1984 | | pagina 13