•9uiqs8ASTnqs>fl;oA ua Suxuapjo a^f xiaquixnj do
aqqoisuaq us pxaqpuozaSs>n:oA 'j\jaM xiaddeqosqBBUi ua
uaSuxuaxzuooA aiexoos 'axqeajoaj ua jnnqino 'sfxMjapuo
«axqBsxueSjo aujaqui ap 'uapjeMnaaq aquaauiaS ap jooa
pxajaq qosxwouooa-TBBXoos iBBuoxSaj 49M UT!A uaqoajja 9P
:do ubbSux suaSiOAuaajaqqoB Ctm uannz ^nqspjooq qxp ux
,-ex tbaoS qaq II >inqspjooq ux qep sieoz 'aiqounjpjooq
aad aabsjaam uaa jooa uazo^a9 uaqqaq qeiu Cxm
aap jaapuaA *uaqqaq Suijpisjqeq saxqounjpjooq ajapaaam
do suios euaniaujooA azap ^ap XJlJ9U1®9do fTz fTqJ®TH
bij de burger en kan derhalve beter aan zijn wensen
tegemoet komen. Dit streven mag er dan ook niet toe
leiden dat wel de taken, maar niet de daarvoor benodig
de middelen worden overgedragen.
Wij ontkennen niet dat privatisering van bepaalde over
heidstaken in beginsel zekere voordelen met zieh mee
kan brengen. De welgehoorde stelling dat het particu
lier initiatief deze automatisch efficiënter kan uit
voeren achten wij te bout. Wij blijven derhalve vast
houden aan het hieromtrent in ons programma gestelde.
In het verlengde van deze operaties wijzen wij U op de
plaatsvindende sanering van de specifieke uitkeringen.
Behalve financiële gevolgen zal dit ook beleidsinhoude
lijke consequenties veroorzaken. Ook hierbij vragen wij
ons af of in de toekomst de uitvoering van de hieraan
verbonden taken voldoende kan worden gewaarborgd.
Wij hebben ook dit jaar gemeend U geen voorstellen te
doen om een aanvraag conform artikel 12 van de Finan
ciële Verhoudingswet 198'4 in te dienen. Wederom zijn
wij van mening dat wij niet aan de gestelde voorwaarde
qua omvang van het begrotingstekort voldoen en dat dit
zal leiden tot een ons inziens onaanvaardbare lasten
verzwaring voor de burger. Ten derde zal de gemeente in
een dergelijk geval in overwegende mate haar beleids
vrijheid verliezen. Hierdoor zal het niet meer, of op
zeer vertraagde wijze, mogelijk zijn door ons noodzake
lijk geachte nieuwe activiteiten te entameren dan wel
bestaande te intensiveren.
Omdat het afzien van een aanvraag voor een artikel 12
status betekent dat de gemeente een structureel slui
tend beleidsplan dient vast te stellen, hebben wij ook
bij de voorbereiding van dit beleidsplan een herwaarde
ringsoperatie in gang gezet. Bij de bepaling van de
omvang van de operatie hebben wij ons enerzijds laten
leiden door een vleugje optimisme ten aanzien van de
verwachtingen omtrent de budgettaire ontwikkelingen
binnen de publieke sector en anderzijds hebben wij de
aanwezigheid van enige reserves en een door ons moge
lijk geachte hogere belastingopbrengst benut. Tenslotte
wordt deze omvang bepaald door het feit dat wij U ook
voor deze periode voorstellen ruimte voor nieuw beleid
vrij te maken. Wij achten dit terecht daar wij niet
onze ogen kunnen sluiten voor de ontwikkelingen binnen
de Leeuwarder samenleving. Wij stellen U hierbij voor
aan de bestemming van de ruimte in de eerste jaarschijf
een definitief karakter toe te kennen en aan de bestem
ming van de ruimte voor de jaren 1986-1989 een voorlo
pig karakter.
Bij de samenstelling van het beleidsplan 1986-1990
zouden deze dan opnieuw dienen te worden afgewogen
tegen het perspectief van de dan bestaande budgettaire
3ituatie dan wel mogelijk nieuwe prioriteiten.
Bij de keuze van de objecten van herwaardering en van
nieuw beleid hebben wij het collegeprogramma 1982-1986
gehanteerd. Hieruit hebben wij vier categorieën van
prioriteiten kunnen destilleren, te weten:
- absolute hoofdprioriteiten; deze zijn het stadsver-
nieuwings- en het werkgelegenheidsbeleid;
- hoofdprioriteiten; deze hebben betrekking op het
emancipatiebeleid, kinderdagverblijven en andere
kinderopvang, het drugsbeleid, het bejaardenbeleid en
de stimulering van onderwijs in wijken met achter
standssituaties
- overige uit het collegeprogramma volgende prioritei
ten
- overige activiteiten.
Voorts hebben wij bij de keuze van deze objecten reke
ning gehouden met de door U bij de herwaardering
1984-1988 vastgestelde politieke uitgangspunten en
randvoorwaarden
Op basis van deze algemene beleidslijnen en randvoor
waarden geven wij in de paragrafen 1.1. tot en met 1.7.
onze belangrijkste voornemens voor de beleidsperiode
weer.